Feedback
ella
Vrijstelling sociaal passief eenheidsstatuut
Losse berichten
Gepubliceerd op 20/11/2018

Werkgevers kunnen binnen bepaalde grenzen en voorwaarden een deel van de winst of baten fiscaal vrijstellen door een belastingvrije provisie of voorziening eenheidsstatuut aan te leggen voor de ontslagkosten die de onderneming moet dragen in geval van ontslag. De vrijstelling sociaal passief eenheidsstatuut werd ingevoerd in 2014, maar zal pas effectieve gevolgen hebben vanaf 2019.

 

In het kader van de begroting wordt de vrijstelling beperkt door de voorziening voor de ontslagkost telkens te spreiden over 5 jaar. Daarnaast wordt de regeling op een aantal essentiële punten aangepast of verduidelijkt (bijv. berekeningsbasis).

 


Opgelet!

De vrijstelling sociaal passief zelf is al een feit, doch wordt grondig gewijzigd. Deze bespreking is dan ook deels gebaseerd op ontwerpteksten. Amendementen zijn dus nog steeds mogelijk waardoor de regeling zoals hier beschreven nog kan wijzigen. Deze bespreking geldt tevens onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Wat betekent dit voor de werkgever?

We onderzoeken of, en op welke wijze, SD Worx de klanten hierbij ondersteuning kan bieden. Om hierop een antwoord te formuleren, moeten eerst nog een aantal onduidelijkheden uitgeklaard worden.

 

We houden jullie hiervan uiteraard op de hoogte !

Wat betekent dit voor de publieke sector?

De wijzigingen hebben betrekking op de vennootschapsbelasting en personenbelasting. De  werkgevers in de publieke sector zijn in principe onderworpen aan de rechtspersonenbelasting waardoor de meeste werkgevers niet gevat worden door deze regeling. Voor publiekrechterlijke werkgevers die wel onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting zoals Bpost, Proximus,.. zijn deze regels integraal van toepassing.

Bron:
Art. 67quater WIB 92; art. 46ter en 46quater KBWIB 92; Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële als ook diverse bepalingen.

Intro

Werkgevers kunnen binnen bepaalde grenzen en voorwaarden een deel van de winst of baten fiscaal vrijstellen door een belastingvrije provisie of voorziening eenheidsstatuut aan te leggen voor de ontslagkosten die de onderneming moet dragen in geval van ontslag.

 

De regeling geldt zowel voor arbeiders als bedienden.

 

De regeling heeft enkel gevolgen voor werkgevers onderworpen aan de vennootschapsbelasting of de personenbelasting. Ze geldt dus niet voor vzw onderworpen aan de rechtspersonenbelasting.

 

De provisie is een aftrekbare kost voor de werkgever die zijn belasting vermindert, ook al is van het voornemen tot een ontslag nog helemaal geen sprake.

 

Het sociaal passief werd ingevoerd in 2014 om de kostprijs van het eenheidsstatuut voor de bedrijven te drukken.

 

De provisie geldt enkel voor de werknemers die minimum 5 dienstjaren hebben in het eenheidsstatuut. Deze maatregel heeft dan ook slechts gevolgen vanaf 1 januari 2019.

Juridische inhoud

1. Voorwaarden

De provisie bedraagt 3 weken bezoldiging per begonnen dienstjaar, vanaf het 6e dienstjaar na 1 januari 2014. Vanaf het 21ste dienstjaar na 1 januari 2014 bedraagt de belastingvrijstelling 1 week bezoldiging per bijkomend begonnen dienstjaar.

 

Het heeft geen belang of de werknemer vóór of na 1 januari 2014 in dienst is getreden.

 

Bij uitdiensttreding, om welke reden ook, wordt de vrijstelling terug toegevoegd aan de winst of baten, of verrekend met de ontslagkost. De werkgever zal op dat moment de belasting moeten betalen die hij gedurende de voorgaande jaren heeft bespaard en die niet verrekend wordt met de ontslagkost.

 

Indien de fiscale winst in een bepaald belastbaar tijdperk ontoereikend is om de volledige of gedeeltelijke aftrek van de provisie in mindering te brengen, zal het bedrag niet overdraagbaar zijn naar de volgende belastbare tijdperken. Dit deel gaat dus definitief verloren. Vanuit vennootschapsbelastingtechnisch oogpunt behoort de provisie tot de groep van de “niet-belastbare bestanddelen” (aangifte vennootschapsbelasting code 1610).

2. Concrete aanvang van de maatregel

De regeling vereist minimum 5 dienstjaren in het eenheidsstatuut. Dit wordt ten vroegste bereikt op 1 januari 2019.

 

Deze aftrekbare voorziening zal verwerkt moeten worden in de aangifte vennootschapsbelasting of personenbelasting voor een belastbaar tijdperk dat afsluit na 1 januari 2019. Voor de impact op de boekhouding/jaarrekening verwijzen we naar punt 4 hieronder.

 

De fiscale gevolgen zullen verschillen voor vennootschappen afhankelijk van hun boekjaar.

 

  • boekjaar = kalenderjaar

 

Het belastbaar tijdperk stemt dan eveneens overeen met het kalenderjaar. Dit geldt voor de meerderheid van de werkgevers. Zij zullen het bedrag van de vrijstelling verwerken in hun aangifte vennootschapsbelasting aanslagjaar 2020.

 

Voor deze vennootschappen en voor werkgevers-natuurlijke personen zal deze maatregel een gevolg hebben voor de aangifte die ze in 2020 moeten indienen. 

 

Aangezien vennootschappen en zelfstandigen voorafbetalingen van hun belasting moeten verrichten, zal deze maatregel ook impact hebben in 2019. Zij kunnen met deze aftrekbare voorziening al rekening houden bij het bepalen van het bedrag van deze voorafbetalingen.

 

Tevens zal het belastingvoordeel de verschuldigde belasting beïnvloeden die verwerkt wordt in de resultatenrekening van de jaarrekening.

 

In de personenbelasting loopt een belastbaar tijdperk altijd gelijk met een kalenderjaar.

 

  • boekjaar loopt niet gelijk met kalenderjaar

 

Het boekjaar van een vennootschap loopt meestal, maar niet altijd gelijk met een kalenderjaar. Een boekjaar dat niet samenvalt met het kalenderjaar wordt ook een 'gebroken' boekjaar of een boekjaar 'te paard' genoemd.

 

De uiterste datum van indiening van een aangifte in de vennootschapsbelasting is de laatste dag van de maand na die van de statutaire algemene vergadering, zonder méér dan zes maanden vanaf het afsluiten van het boekjaar te vallen.

 

Voor deze vennootschappen zal de regeling ten volle uitwerking hebben in 2019.

 

Voorbeeld

Het boekhoudkundig jaar van een vennootschap loopt van 1 april 2018 tot 31 maart 2019 van het daaropvolgende jaar. Zij zal haar aangifte in de vennootschapsbelasting, waarin de aftrekbare voorziening is opgenomen, in principe moeten indienen voor eind september 2019.

3. Berekening provisie

Om het bedrag van de  provisie te kunnen berekenen, moeten we een aantal stappen doorlopen :

 

Berekening  maandbezoldiging

De bruto maandbezoldiging is het gemiddelde van alle bruto maandelijkse bezoldigingen, inclusief overuren, verkregen gedurende het belastbaar tijdperk waarvoor de provisie wordt aangelegd. Het brutoloon is het loon voor de aftrek van de sociale zekerheidsbijdragen. Bezoldigingen en voordelen die geen deel uitmaken van een normale maandbezoldiging worden uitgesloten uit de berekeningsbasis. Eindejaarspremie, dubbel vakantiegeld, jaarlijkse bonussen,… worden dan ook niet in rekening gebracht.

 

Wettelijke beperking maandloon

Het maandloon dat als basis voor de vrijstelling dient, bedraagt 1 500 EUR plus 30% van het gedeelte van het maandloon dat hoger is dan 1 500 EUR.

 

Het gedeelte van het maandloon dat hoger is dan 2 600 EUR geeft geen recht geeft op een bijkomende vrijstelling.

 

Van maandbezoldiging naar weekbezoldiging

De (wettelijk beperkte) maandbezoldiging moet vervolgens omgezet worden naar een weekbezoldiging. De omzetting van een maand naar een weekbezoldiging gebeurt door de multiplicator x 3/13 toe te passen op de maandbezoldiging.

De weekbezoldiging wordt dan vermenigvuldigd met 3 of 1 weken. Voor werknemers die tijdens het belastbare tijdperk waarvoor de provisie wordt aangelegd, begonnen zijn aan hun 6e tot en met hun 20e dienstjaar na 1 januari 2014 bedraagt de provisie 3 weken. Vanaf het 21e dienstjaar één week.

 

Spreiding

De voorziening voor de ontslagkost wordt gespreid over 5 jaar (om de kostprijs voor de overheid te beperken).

 

4. Boekhoudkundige verwerking

Er is geen boeking vereist. Boekhoudkundig zal de vrijstelling enkel het bedrag van de verschuldigde belasting op het resultaat van het boekjaar verminderen.

 

Het bestuursorgaan moet, volgens het ontwerpadvies Commissie voor Boekhoudkundige Normen, wel oordelen of het bedrag van de vrijstelling een passieve belastinglatentie van materieel belang vormt die in de toelichting van het volledige schema moet worden vermeld. Een passieve belastinglatentie is een belastingschuld die in de toekomst kan ontstaan. De aftrekbare voorziening levert een besparing op in de vennootschapsbelasting, maar wanneer de werknemer uit dienst gaat, moet de voorziening teruggenomen worden en belast, eventueel na verrekening met de ontslagkost.

 

 

 

5. Administratieve opvolging

 

5.1 Bewijs

De werkgever moet een nominatieve lijst van de betrokken werknemers ter beschikking van de administratie houden met, voor elke werknemer, vermelding van:

  • de volledige identiteit en, in voorkomend geval, het nationaal nummer;
  • de datum van indiensttreding;
  • de  anciënniteit verworven binnen het eenheidsstatuut;
  • de bruto belastbare bezoldigingen beperkt tot de maandgrens.

5.2 Bewaren van gegevens

6. Voorbeeld

Uitgangspunten :

 

  • vennootschap voert een boekhouding per kalenderjaar;
  • 1 werknemer in dienst met minstens 5 jaar anciënniteit

 

We berekenen hieronder het provisiebedrag voor de belastbare tijdperken 2019 & 2020 en tonen de spreiding van deze provisie over de volgende belastbare tijdperken.

6.1 kalenderjaar 2019

 

STAP 1: jaarloon samenstellen (uitsluiting exceptionele vergoedingen)

 

(feb. : indexering; mei: loonsverhoging en juli: 2 weken onbetaald verlof)

 

 JFMAMJJASONDTOTAAL
brutoloon20002040204020402350235011752350235023502350235025.745
overloon     160 200    360
ploegenpremie1001001001001001001001001001001001001.200
dubbel VG   1969        1.969
13e maand           24502.450
bonus     3000      3.000
             27.305
              

 

STAP 2: gemiddeld maandloon berekenen

 

Het (gezuiverd) jaarloon betaald of toegekend gedurende het belasbaar tijdperk waarvoor de provisie wordt berekend omzetten naar een gemiddeld maandloon : 27.305 / 12 (aantal maanden van belastbaar tijdperk) = 2.275,42

 

STAP 3 : wettelijke beperking maandloon

 

100% van eerste schijf van 1.5001.500,00
30%   van 1.500 tot 2.600232,63
0% boven 2.600  /
TOTAAL1.732,63

 

STAP 4 : provisie berekenen (= 3 weken loon)

 

1.732,63 x 3 / 13 (omzetting naar weekloon) = 399,84 (weekloon) x 3 weken (provisie) = 1.199,50

 

STAP 5 : spreiding

 

De voorziening voor de ontslagkost spreiden over 5 jaar : 1.199,50 / 5 = 239,90 per belastbaar tijdperk (zie tabel 6.3 ) 

 

 

6.2 kalenderjaar 2020

STAP 1: jaarloon samenstellen (uitsluiting exceptionele vergoedingen)

 

De werknemer neemt 4 maanden halftijds ouderschapsverlof

 

 JFMAMJJASONDTOTAAL
brutoloon23502350117511751175117523502350235023502350235023.500
VAA internet55555555555560
ploegenpremie1001001001001001001001001001001001001.200
dubbel VG   1881        1.881
13e maand           24502.450
anc. premie     1.500      1.500
             24.760
              

 

 

STAP 2: gemiddeld maandloon berekenen

 

Het (gezuiverd) jaarloon betaald of toegekend gedurende het belasbaar tijdperk waarvoor de provisie wordt berekend omzetten naar een gemiddeld maandloon : 24.760 / 12 (aantal maanden van belastbaar tijdperk) = 2.063,33

 

STAP 3 : wettelijke beperking maandloon

 

100% van eerste schijf van 1.5001.500,00
30%   van 1.500 tot 2.600169,00
0% boven 2.600  /
TOTAAL1.669,00

 

STAP 4 : provisie berekenen (= 3 weken loon)

 

1.669,00 x 3 / 13 (omzetting naar weekloon) = 385,15 (weekloon) x 3 weken (provisie) = 1.155,46

 

STAP 5 : spreiding

 

De voorziening voor de ontslagkost spreiden over 5 jaar : 1.155,46 / 5 = 231,09 per belastbaar tijdperk (zie tabel 6.3 ) 

6.3 Spreidingstabel voor één werknemer

 

 

 belastbaar tijdperk
 2019202020212022202320242025
provisie 2019239,90239,90239,90239,90239,90  
provisie 2020 231,09231,09231,09231,09231,09 
….      

totale

aftrekbare provisie

239,90470,99    

 

Stel dat deze werknemer uit dienst gaat in de loop van 2021. Er is voor deze werknemer geen aftrek meer mogelijk voor het belastbaar tijdperk 2021. De genoten vrijstelling voor deze werknemer gedurende de voorbije jaren (= 710,89 EUR) moet worden toegevoegd aan de belastbare basis voor het belastbaar tijdperk 2021 bij de werkgever.

 

 

 

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.