Feedback
ella
Programmawet gepubliceerd: overzicht relevante onderwerpen
Uit het Belgisch Staatsblad van 29/12/2016
Gepubliceerd op 29/12/2016

De programmawet werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

 

Hierbij een overzicht van de punten die van belang zijn voor ons:

 

1. Verhoging bijdragen Decava vanaf 2017:

De kost voor aanvullende vergoedingen in het kader van SWT en bij volledige werkloosheid stijgt vanaf 2017, voor zover de vergoedingen voor het eerst zijn toegekend vanaf die datum. Deze maatregel werd reeds besproken in een nieuwsbrief van 15 december 2016.

 

2. Weerlegbaar vermoeden RSZ-onderwerping voor de schoonmaaksector:

In de strijd tegen de schijnzelfstandigheid wordt vanaf 9 januari 2017 in de RSZ-wetgeving een weerlegbaar vermoeden van ondergeschiktheid ingevoerd voor de personen die activiteiten in de schoonmaaksector uitoefenen. Deze maatregel werd reeds besproken in een nieuwsbrief van 20 december 2016.

 

3. Combinatie bedrijfswagen-tankkaart zwaarder belast:

 

Wat vooraf ging

Onder de regering Di Rupo moest de bedrijfswagen extra inkomsten genereren voor de overheid. Deels op te hoesten door de werknemer, deels door de werkgever.

 

Zo werd, bovenop de bestaande aftrekbeperkingen voor de werkgever inzake brandstofkosten en ‘andere’ autokosten, vanaf 2012 een extra belasting ingevoerd.
Meer bepaald werd 17% van het belastbaar voordeel van alle aard (VAA) in hoofde van de werknemer beschouwd als verworpen uitgave (= niet-aftrekbare beroepskost) voor de werkgever en onderworpen aan een belasting van 33,99% of het verlaagd opklimmend tarief van de vennootschapsbelasting.

 

Begroting 2017: duurdere tankkaart

In het begrotingsakkoord 2017 werd beslist de tankkaart zwaarder te belasten voor de werkgever.

 

Verworpen uitgave: van 17% naar 40%

Dit wordt gerealiseerd via het optrekken van het percentage van het VAA bedrijfswagen dat als verworpen uitgave beschouwd wordt.


Dat stijgt van 17% naar 40% wanneer de vennootschap brandstofkosten verbonden aan het persoonlijk gebruik van een ter beschikking gesteld voertuig ten laste neemt.

 

Deze verhoging geldt zowel voor wagens die gratis ter beschikking gesteld worden, als voor wagens waarvoor een bijdrage gevraagd wordt aan de verkrijger ervan.

 

Eigen bijdrage buitenspel gezet

Tot nog toe werd de 17% berekend op het VAA dat effectief weerhouden werd in hoofde van de verkrijger, dus nà aftrek van een eventuele eigen bijdrage/tussenkomst van werknemer/bedrijfsleider in de ter beschikking gestelde wagen.

 

Wanneer een werknemer bijvoorbeeld een eigen bijdrage betaalt, gelijk aan het VAA, wordt dit VAA geneutraliseerd en is er geen sprake meer van een verworpen uitgave voor de werkgever.

 

Hieraan wordt nu paal en perk gesteld.

 

Voortaan wordt de 40% berekend op het VAA vóór aftrek van een eventuele persoonlijke bijdrage van de werknemer of bedrijfsleider.
Een extra kostenverhogende factor dus.

 

Ook vennootschappen die de brandstofkosten voor persoonlijke verplaatsingen niet ten laste nemen, ondervinden deze kostenverhoging. Meer bepaald wanneer de wagen niet kosteloos ter beschikking wordt gesteld.


Het percentage van het VAA dat als verworpen uitgave beschouwd wordt, blijft voor hen weliswaar behouden op 17%, maar wordt vanaf 2017 ook berekend op het VAA vóór aftrek van een eigen bijdrage van de werknemer of bedrijfsleider.

 

Gevolgen werkgever

Vanaf 2017 wordt het ter beschikking stellen van een wagen die ook privé (woon-werk en/of zuiver privé) gebruikt mag worden, duurder voor de werkgever.  

 

Dit is het hardst voelbaar voor werkgevers die naast de terbeschikkingstelling van de wagen ook geheel of gedeeltelijk tussenkomen in de brandstofkosten verbonden aan het privégebruik van de wagen.

 

Maar ook voor werkgevers die deze brandstofkosten niet ten laste nemen, wordt de terbeschikkingstelling duurder wanneer zij de wagen niet kosteloos ter beschikking stellen. 

 

Enkel werkgevers die geen wagen ter beschikking stellen maar enkel een tankkaart, ontspringen (voorlopig?) de dans van kostenverhoging.

 

Wat betekent dit voor de publieke sector?

Bovenstaande geldt zowel voor entiteiten onderworpen aan:

  • de vennootschapsbelasting als aan
  • de rechtspersonenbelasting.
    Uitgesloten zijn: de Staat, de gewesten, de Gemeenschappen, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten, OCMW's, de Polders en Wateringen en openbare kerkelijke instellingen.

 

Op de vernoemde uitsluitingen na, zal de hogere belasting dus ook de werkgevers uit de publieke sector treffen.

 

4. V erhoging tarief roerende inkomsten, maar niet voor auteursrechten:

Het belastingtarief voor de meeste roerende inkomsten stijgt in het kader van de begroting van 27% naar 30% vanaf 1 januari 2017. Voor de vergoeding auteursrechten verhoogt het tarief niet. Het blijft behouden op 15% op het vlak van de roerende voorheffing (= inhouding bij de toekenning) en de personenbelasting. Dit tarief geldt tot het grensbedrag van 57.590 EUR (bedrag aanslagjaar 2017). Deze maatregel werd reeds besproken in een nieuwsbrief van 13 december 2016.

 

5. De opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten worden van vijftig naar zeventig verhoogd vanaf 2017.

 

6. Publieke sector: vanaf 2017 werknemers- en werkgeversbijdragen ZIV-uitkering bij regularisatie ontslag openbare sector berekend over periode van 12 maanden:

Voor wat betreft de opening van het recht op ZIV-uitkeringen voor een gewezen statutair personeelslid, moet een bestuur vanaf 1 januari 2017 sociale zekerheidsbijdragen berekenen over een periode van 12 maanden in plaats van zes maanden. Deze wijziging geldt voor elke beëindiging van de arbeidsverhouding na 31 december 2016.Deze maatregel werd reeds besproken in een nieuwsbrief van 20 december 2016.

Bron:
Programmawet van 25 december 2016, B.S. 29 december 2016.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.