Belastbaar voordeel
Werkgevers verstrekken soms renteloze en/of goedkope leningen aan hun personeelsleden.
Fiscaal vormt dit een belastbaar voordeel van alle aard dat gelijk is aan het verschil tussen:
-
de jaarlijkse referentierentevoet, vastgesteld per type lening;
-
en de rentevoet die de werkgever aanrekent aan de ontlener-werknemer (of bedrijfsleider).
De referentierentevoeten wijzigen jaarlijks en verschillen al naargelang van het type lening.
De fiscus heeft via publicatie in het Belgisch Staatsblad de percentages bekendgemaakt, van toepassing voor leningen toegekend in 2019.
Voor de vanaf 1 januari 2019 toegekende leningen gelden de volgende referentierentevoeten:
Hypothecaire leningen:
|
Referentierentevoet |
- terugbetaling gewaarborgd door een gemengde levensverzekering
|
1,70% (i.p.v. 1,80%) |
- andere leningen
|
1,58% (i.p.v. 1,70%) |
Niet-hypothecaire leningen zonder welbepaalde looptijd
|
8,78% |
Niet-hypothecaire leningen met vaste looptijd (maandelijks lastenpercentage):
|
|
- leningen om aankoop wagen te financieren
|
0,04% |
- andere leningen
|
0,12% |
Wat betekent dit voor de werkgever?
Lopende leningen:
Door de publicatie van de percentages kan de werkgever de voordelen van alle aard voor leningen toegekend vanaf inkomstenjaar 2019 retroactief herzien.
Opgelet!
Deze herziening is niet voor alle types van leningen jaarlijks aan de orde.
Nieuwe leningen
Voor leningen toegestaan vanaf inkomstenjaar 2020 past men deze nieuwe percentages ook toe.
Dit in afwachting van de bekendmaking van de correcte percentages voor 2020. De publicatie daarvan is pas begin 2021 voorzien.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Indien een werkgever uit de publieke sector een renteloze of goedkope lening zou toestaan aan zijn personeelsleden, gelden dezelfde regels als in de privésector.
Juridische inhoud
1. Principe
De werkgever kan aan de werknemer (of bedrijfsleider) een lening toestaan tegen een intrestvoet beneden de gangbare intrest of zelfs zonder intrest.
Hierdoor ontstaat voor de werknemer (of bedrijfsleider) een belastbaar voordeel van alle aard.
2. Voordeel van alle aard
2.1. Berekening
Het belastbare voordeel is gelijk aan het verschil tussen:
- de jaarlijkse referentierentevoet, vastgesteld per type lening;
- en de door de werkgever aan de ontlener-werknemer (of bedrijfsleider) toegestane intrest.
De referentierentevoeten wijzigen jaarlijks en verschillen al naargelang van het type lening.
De percentages, van toepassing voor leningen toegekend in 2019, werden op 21 februari gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
2.2. Herziening
Ten gevolge van de publicatie van de percentages, kan de werkgever het voordeel van alle aard voor 2019 retroactief herzien.
Opgelet!
Deze herziening is niet voor alle types van leningen jaarlijks aan de orde.
Hypothecaire lening met vaste rentevoet
Het voordeel is gelijk aan het verschil tussen de referentierentevoet van het jaar waarin de lening werd aangegaan en de rentevoet aangerekend aan de ontlener.
Voor een lening toegekend in de loop van 2019 moet het voordeel dus herzien worden naar aanleiding van de publicatie van de referentierentevoet begin 2020.
Van dan af ligt het percentage definitief vast gedurende de ganse looptijd van de lening.
Niet-hypothecaire lening - vaste looptijd
Ook hiervoor berekent men het belastbaar voordeel op basis van de referentierentevoet van het jaar waarin de leningovereenkomst werd gesloten.
Eens definitief vastgesteld, blijft die rentevoet van toepassing gedurende de volledige looptijd van de lening.
Niet-hypothecaire lening - geen welbepaalde looptijd
De referentierentevoet van een welbepaald jaar is van toepassing op de sommen waarover de ontlener, tijdens datzelfde jaar heeft beschikt.
Enkel voor dit type van lening moet men het voordeel van alle aard dus elk jaar opnieuw herzien.
3. En de RSZ
Wanneer de werkgever een werknemer een lening tegen gunstige voorwaarden (renteloos of tegen verminderde rentevoet) toekent, is er ook voor de RSZ sprake van een loonvoordeel.
Hierop zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd. Er is echter geen wettelijke regeling voor de RSZ-behandeling van dit voordeel.
Volgens de RSZ stemt het voordeel overeen met het verschil tussen de toegekende rentevoet en de marktrentevoet.
Men vergelijkt dus hetgeen de werknemer aan zijn werkgever terugbetaalt, met de maandelijkse terugbetalingen die hij als trouwe klant bij zijn bank zou moeten verrichten voor een lening van hetzelfde bedrag en met dezelfde termijn.