Feedback
ella
Duaal leren 'Schoolbank op de werkplek': nu ook voor de Syntra-leertijd
Uit het Belgisch Staatsblad van 26/01/2017
Gepubliceerd op 02/02/2017

Proefproject schoolbank op de werkplek

 

De Vlaamse regering zette in 2015 haar zinnen op de creatie van een nieuw stelsel van 'duaal leren'. Op 1 september 2016 gingen vervolgens de eerste proefprojecten duaal leren van start onder de noemer 'Schoolbank op de werkplek'.

 

Doel was om via standaardtrajecten een volwaardig en kwaliteitsvol alternatief te bieden voor de bestaande 'klassieke' onderwijsstelsels en zo leerlingen die (quasi) arbeidsrijp zijn op een snelle manier voor te bereiden op de arbeidsmarkt.

 

'Schoolbank op de werkplek' werd uitgerold via twee proefprojecten. Het ene proefproject richtte zich op het secundair onderwijs en het andere op de leertijd. Praktisch gezien werden de proeftuinen elk in een apart besluit gegoten.

 

In het secundair onderwijs werd reeds op 1 september 2016 van start gegaan met het project. Het ging om 7 duale opleidingen die werden aangeboden in een 35-tal secundaire opleidingsinstellingen over heel Vlaanderen. Op 31 januari 2017 werd dan eindelijk het besluit rond de leertijd gepubliceerd, waardoor nu ook een aantal duale leertrajecten in Syntra-leertijd kunnen worden aangeboden.

 

De tijdelijke projecten lopen over volgende schooljaren:

 

  • 2016-2017;

  • 2017-2018;

  • 2018-2019.

 

Praktisch

 

De werkgever die een leerling in zijn onderneming de nodige competenties wil laten opdoen, kan dit dus via het tijdelijke project 'schoolbank op de werkplek'. Het project viseert momenteel enkel opleidingen uit de derde graad van beroepsgerichte opleidingen (tso, bso, syntra-leertijd en buso OV3).

 

Voor de praktische inschakeling in zijn onderneming heeft de werkgever de keuze uit drie soorten van overeenkomst:

 

  • Stageovereenkomst alternerende opleiding;

  • Overeenkomst alternerende opleiding;

  • Deeltijdse arbeidsovereenkomst.

 

De keuze voor de ene of de andere overeenkomst heeft zijn implicaties voor de leerling op het vlak van verloning, opbouw van sociale rechten, recht op vakantiewerk, enz.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Werkgevers hebben nood aan onmiddellijk inzetbare werknemers en ook leerlingen willen door middel van stages voorbereid worden op de arbeidsmarkt.

 

De combinatie leren en werken is misschien niet nieuw, maar werd in het verleden eerder op individuele leest geschoeid. Aangezien de combinatie leren en werken vooral probleemstudenten aantrok, kreeg dit systeem al snel een slechte reputatie. Het nieuwe stelsel duaal leren wil met dit negatieve imago definitief komaf maken. Het systeem duaal leren staat op hetzelfde niveau als het klassieke voltijdse onderwijs.

 

Voor werkgevers staat er nu dus ook een duurzame opleiding op de werkvloer open. Leerlingen doen op een realistische manier werkervaring op en werkgevers zitten op de eerste rij wanneer de leerling afstudeert. Een instroom van degelijke werkkrachten is dus verzekerd. Het systeem werkt met andere woorden drempelverlagend voor zowel de werkgever als de leerling.

Bron:
Decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, BS 3 oktober 2008;
Besluit van 22 april 2016 van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijke project 'schoolbank op de werkplek' rond duaal leren in het secundair onderwijs, BS 26 juli 2016;
Decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen, BS 17 augustus 2016;
Besluit van 28 oktober 2016 van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijke project 'schoolbank op de werkplek' rond duaal leren in de leertijd, BS 31 januari 2017;
Decreet van 23 december 2016 tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober betreffende het tijdelijke project 'schoolbank op de werkplek' rond duaal leren in de leertijd.

Context

Ter herinnering: Wat is duaal leren?

 

Duaal leren is een doorgedreven vorm van werkplekleren. Bijzonder aan duaal leren is dat de hoofdmoot van de te verwerven vaardigheden door de jongere in een arbeidssituatie wordt aangeleerd. Duaal leren viseert bijgevolg de arbeidsmarktgerichte studierichtingen (bv: zorgkundige, haartooi, enz.).

 

Kortom, met duaal leren verwerft een leerling vaardigheden op de werkvloer én in een school, een centrum voor deeltijds onderwijs of een Syntra-lesplaats. De leercomponent wordt dus gecombineerd met een werkplekcomponent. Hierbij wordt vooropgesteld dat de leerling 60% van zijn opleiding op de werkvloer zal krijgen.

 

Het duaal leren wordt in de markt gezet via proefprojecten die in 4 sporen uiteen vallen:

 

  • Spoor 1: Werkplek 21;
  • Spoor 2: Schoolbank op de werkplek;
  • Spoor 3: Gefinancierde projecten via een open ESF-oproep;
  • Spoor 4: Niet-gefinancierde projecten, bijvoorbeeld Essencia, POV Antwerpen, steunpunt onderwijs Limburg of de stad Gent.

Juridische inhoud

1. Situering

In 2015 zette de Vlaamse Regering in op de creatie van een nieuw stelsel van duaal leren. Opzet was om dit stelsel als kwaliteitsvol en volwaardig alternatief naast de bestaande ‘klassieke’ onderwijsstelsels te laten staan.

 

Op 1 september 2016 gingen vervolgens de eerste proefprojecten duaal leren van start onder de noemer 'Schoolbank op de werkplek'. Het proefproject ‘Schoolbank op de werkplek’ dient dus om duaal leren verder uit te werken.

 

Concreet ging het om twee tijdelijke (proef-)projecten:

  • 'schoolbank op de werkplek' in het secundair onderwijs; en
  • 'schoolbank op de werkplek' in de leertijd.

 

Het wettelijke kader voor deze tijdelijke projecten werd in twee aparte besluiten geregeld. Ondanks de opsplitsing in aparte besluiten werd de voorkeur gegeven aan een uniforme regeling. Het latere besluit over het project in de leertijd is dan ook quasi een kopie van het besluit over het project in het secundair onderwijs.

 

In het secundaire onderwijs ging het tijdelijke project meteen van start. Voor de syntra-leertijd was het wachten op de bekrachtiging van het besluit door de Vlaamse regering en de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dit is op 31 januari 2017 eindelijk gebeurd, zodat leerlingen nu ook via een Syntra-opleidingscentrum kunnen deelnemen aan het tijdelijke project 'schoolbank op de werkplek'.

 

Met deze tijdelijke experimenten wil de Regering ervaring opdoen alvorens de nodige regelgeving op te stellen. De opgedane ervaring zal aanwend worden als inspiratiebron voor het decreet duaal leren. Dit decreet zou tegen 1 september 2017 klaar moeten zijn.

2. Opleidingen: één standaardtraject

Er zijn momenteel 7 duale studierichtingen in het voltijds secundair onderwijs (so), het deeltijds beroepssecundair onderwijs (dbso) of de leertijd:

 

  • Elektromechanische Technieken (so);

  • Elektrische Installaties (so, dbso, leertijd);

  • Se-n-se Chemische Procestechnieken (so);

  • Haarverzorging (so, dbso, leertijd);

  • Specialisatiejaar Zorgkundige (so, dbso, leertijd);

  • kwalificatiefase Groen- en Tuinbeheer (so);

  • Ruwbouw (so, dbso, leertijd).

 

Op 20 januari 2017 werd een uitbreiding van het proefproject aangekondigd. De selectie van studierichtingen werd ondertussen uitgebreid en zal de komende maanden in regelgeving worden gegoten. Zo zullen jongeren vanaf volgend schooljaar de kans krijgen om maar liefst in 19 extra studierichtingen in het proefproject ‘Schoolbank op de Werkplek’ te stappen. Het gaat onder meer om de opleidingen tot bakker, kinderbegeleider en vrachtwagenchauffeur. Deze uitbreiding brengt de teller op 26 duale studierichtingen.

 

Om kwaliteitsvol onderwijs te bieden dat resulteert in het halen van een studiebewijs wordt per opleiding één standaardtraject aangeboden. Behoudens de aanloopfase voor de quasi arbeidsrijpe leerling wordt de opleiding dus niet op maat van de leerling geschoeid. Het standaardtraject wordt ontwikkeld door de bevoegde dienst in overleg met de sector, het Gemeenschapsonderwijs, de representatieve verenigingen van schoolbesturen van het gesubsidieerde onderwijs, het Vlaams agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen en de VDAB.

 

De opleidingen zijn tweejarig, met uitzondering van de opleidingen chemische procestechnieken en zorgkundige die eenjarig zijn. Een opleiding kan in de loop van het schooljaar uiterlijk op de eerste lesdag van oktober met leerlingen worden opgestart.

 

3. Voor welke leerlingen?

De huidige tijdelijke projecten richten zich tot leerlingen van beroepsgerichte opleidingen uit de derde graad (tso, bso, dbso, Syntra-leertijd en buso OV3). Doel is om de (quasi) arbeidsrijpe leerling op een vlotte manier in te schakelen op de arbeidsmarkt en snel aan een job te helpen.

4. Overeenkomsten

Mag de leerling deelnemen aan het tijdelijke project, dan kiest de school in samenspraak met de leerling een geschikte onderneming. Hiervoor kan beroep worden gedaan op bemiddeling door de sector, Syntra en de VDAB. Een intakegesprek tussen de onderneming en de leerling moet een goede match garanderen.

 

Vervolgens wordt tussen de onderneming, de leerling, en de onderwijsinstelling een overeenkomst gesloten en wordt voor de gekozen studierichting een opleidingsplan uitgewerkt. Dit opleidingsplan bevat zowel de werk- als de lescomponent.  

 

Drie types van overeenkomsten zijn hierbij mogelijk:

 

  • Stageovereenkomst alternerende opleiding;

  • Overeenkomst alternerende opleiding;

  • Deeltijdse arbeidsovereenkomst.

 

De keuze voor de ene of de andere overeenkomst heeft zijn implicaties op het vlak van verloning, vakantie, vakantiewerk, opbouw van sociale rechten, enz. De overeenkomsten worden hieronder kort schematisch besproken.

 

 

 Stageovereenkomst alternerende opleiding (AO)Overeenkomst alternerende opleiding (AOA)Deeltijdse arbeidsovereenkomst (DA)

toepassings-

gebied

Duale opleiding met minder dan 20 uur op de reële werkplekDuale opleiding van 20 uur of meer op een reële werkplekMaribel-sectoren
verloningGeen

Maandelijkse leervergoeding gelijk aan een percentage van het GMMI. Drie scenario’s afhankelijk van competenties en ervaring van de leerling:

  • 29% van het GMMI = € 444,30
  • 32% van het GMMI = € 490,30
  • 34,50% van het GMMI = € 528,60
Loon afhankelijk van de cao in de sector
vakantieGelijk aan jongere in klassieke voltijdse (niet-duale) opleidingGelijk aan jongere in klassieke voltijdse (niet-duale) opleidingGelijk aan jongere in klassieke voltijdse (niet-duale) opleiding
vakantiewerkToegelaten Niet toegelaten, ook niet in de vakantie die volgt na afronding van een opleidingNiet toegelaten, ook niet in de vakantie die volgt na afronding van een opleiding
Sociale rechtenGeen sociale rechten

Wel sociale rechten:

  • Pensioenrechten AOA vanaf 19 jaar;
  • Tijd gespendeerd aan AOA kan in mindering worden gebracht van  beroepsinschakelings-tijd;
  • Ziekte-uitkering mogelijk;
  • Werkloosheidsuitkeringen mogelijk.

Wel sociale rechten:

  • Pensioenrechten AOA vanaf 19 jaar;
  • Tijd gespendeerd aan AOA kan in mindering worden gebracht van  beroepsinschakelings-tijd;
  • Ziekte-uitkering mogelijk;
  • Werkloosheidsuitkeringen mogelijk.
BelastingenGeen Wel belastingen indien jaarlijkse leervergoeding vermeerderd met vakantiegeld en verminderd met forfaitaire beroepskosten > 7.570 euro netto Wel belastingen indien jaarlijkse leervergoeding vermeerderd met vakantiegeld en verminderd met forfaitaire beroepskosten > 7.570 euro netto
Fiscaal ten laste van de oudersTen lasteTen laste indien bestaansmiddelen van de leerling onder bepaalde schijven blijvenTen laste indien bestaansmiddelen van de leerling onder bepaalde schijven blijven

5. Studiebewijs

Het duale leren wil een doorstroom van de jongere naar de arbeidsmarkt verzekeren. De tijdelijke projecten zetten daarom hoog in om de leerling bij het einde van de opleiding een studiebewijs te geven.

 

In het beste geval ontvangt de student een onderwijskwalificatie (bv: diploma van secundair onderwijs of een studiegetuigschrift). Als dit niet het geval is dan kan de leerling nog steeds een arbeidskwalificatie, een deelattest of desnoods een attest van verworven competenties ontvangen.

 

De leerling zal zich - zelfs bij vroegtijdige stopzetting van de opleiding - niet zonder lege handen naar de arbeidsmarkt begeven.

6. Voor welke schooljaren?

Het proefproject vindt plaats tijdens de schooljaren:

 

2016-2017;

2017-2018;

2018-2019.

 

Zoals vermeld zijn de opleidingen grotendeels tweejarig. Dit betekent dat een opleiding niet meer kan worden opgestart in het schooljaar 2018-2019.

7. Wat betekent dit voor de werkgever?

Werkgevers hebben nood aan onmiddelijk inzetbare werknemers en ook leerlingen willen door middel van stages voorbereid worden op de arbeidsmarkt.

 

De combinatie leren en werken is misschien niet nieuw, maar werd in het verleden eerder op individuele leest geschoeid. Aangezien de combinatie leren en werken vooral studenten met (leer-)problemen aantrok, kreeg dit systeem al snel een slechte reputatie. Het nieuwe stelsel duaal leren wil met dit negatieve imago definitief komaf maken. Het systeem duaal leren staat op hetzelfde niveau als het klassieke voltijdse onderwijs. Ook wordt er hoog ingezet op het afleveren van een studiebewijs aan de betrokken leerling.

 

Voor werkgevers staat er nu dus ook een duurzame opleiding op de werkvloer open. Leerlingen doen op een realistische manier werkervaring op en werkgevers zitten op de eerste rij wanneer de leerling afstudeert. Een instroom van degelijke werkkrachten is dus verzekerd. Het systeem werkt met andere woorden drempelverlagend voor zowel de werkgever als de leerling.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.