Feedback
ella
Vlaams opleidingsverlof vanaf 2019
Uit de wandelgangen van de overheid
Gepubliceerd op 11/09/2018

Situering

Vlaanderen hervormt en moderniseert het haar toegewezen domein van vorming en opleiding.

De basis zijn de afspraken tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van juli 2017 over het geheel van de Vlaamse opleidingsincentives.

 

Vlaams opleidingsverlof

Het educatief verlof heet in de toekomst VOV in het Vlaams Gewest. 

In juli 2018 werd een decreet goedgekeurd dat educatief verlof hervormt op een aantal punten.  We geven een overzicht van de belangrijkste nieuwigheden.

Een uitvoeringsbesluit zal de concrete elementen bepalen.

 

Voor wie?

Voltijdse en bepaalde deeltijdse werknemers uit de private sector die werken ineen onderneming/vestiging gelegen in het Vlaams Gewest kunnen gebruik maken van het VOV.  Werknemers die werken in een vestiging van een ondernemig gelegen in Brussel of het Waals Gewest kunnen geen beroep doen op VOV. Ze kunnen beroep doen op de educatief verlof regeling die daar van toepassing is.

 

Welke opleidingen?

Enkel arbeidsmarktgerichte en loopbaangerichte opleidingen komen in aanmerking voor het VOV.  Opleidingen in de sfeer van vrije tijd en bedrijfsspecifieke opleidingen zijn in de regel uitgesloten. Het decreet geeft concrete definities.

Alle opleidingen moeten bovendien voldoen aan bepaalde kwaliteitsvoorwaarden. 

 

Alle arbeidsmarktgerichte opleidingen die in aanmerking komen voor VOV, opleidingscheques en opleidingskrediet worden in een Vlaamse opleidingsdatabank geregistreerd zodat elke burger ze kan raadplegen. De databank geeft een centraal overzicht.

 

In het najaar 2018 zal via ministerieel besluit een beoordelingssysteem vastgelegd worden met de criteria waaraan een opleiding moet voldoen om geregistreerd te worden als arbeidsmarktgerichte opleiding. De Vlaamse Opleidingscommissie of een paritair comité beoordelen een opleiding in de toekomst aan de hand die criteria. Elk jaar is evaluatie van de criteria mogelijk.

 

Welk recht?

Een voltijdse werknemer heeft vanaf 1 september 2019 een jaarlijks recht aan opleidingsverlof van 125 uur. Het gaat om recht op afwezigheid van het werk om een arbeidsmarktgerichte en loopbaangerichte opleiding te volgen met behoud van een geplafonneerd loon.  Deeltijders die minstens halftijds werken hebben een pro rata recht.

 

De Vlaamse Regering bepaalt het aantal uren, de start- en einddatum van de opnameperiode en de modaliteiten van toekenning.  Dit kan jaarlijks bijgestuurd worden indien nodig.

 

Nieuw!

Er komt voor het Vlaams Gewest een digitaal platform opleidingsincentives.  

Werkgever en werknemer kunnen daarin het recht van de werknemer raadplegen en de opname van het VOV opvolgen.  Dit betekent transparantie voor werkgever én werknemer.

Ook de attesten van deelname aan de opleiding en de eindbeoordeling komen op termijn rechtstreeks in die digitale toepassing.

 

Terugbetaling werkgever

Zoals vandaag kan de werkgever per gevolgd lesuur VOV een forfait terugbetaald krijgen.

De terugbetaling verloopt in de toekomst eenvoudiger en digitaal.  De terugbetaling zou ook sneller kunnen gebeuren.

De werkgever zal enkel een digitale aanvraag indienen bij de start van de opleiding en de opgenomen uren opleidingsverlof vermelden in zijn kwartaalaangifte (DMFA).  Het opvragen en doorsturen van papieren attesten zal verdwijnen vanaf september 2019. 

 

Schooljaar 2018-2019

Voor de opleidingen die van start gaan in september 2018 verandert er nog niets.

Ook de aanvraag voor terugbetaling voor het schooljaar 2018-2019 blijft ongewijzigd..

 

In werking

Naar verluidt gaat de nieuwe regelgeving van start vanaf 1 september 2019 voor alle opleidingen die nieuw starten.

 

Voor reeds lopende opleidingen voorziet het uitvoeringsbesluit in het behoud van rechten en administratieve verplichtingen. De overgang naar de nieuwe wetgeving moet voor alle partijen coherent verlopen.

 

Het decreet is in behandeling bij het Vlaams parlement en treedt in werking op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum.  Een uitvoeringsbesluit is in voorbereiding. De definitieve goedkeuring verwachten we dit najaar. 

 

Als er meer nieuws is brengen we u op de hoogte. 


Opgelet!

Deze bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten. Amendementen zijn dus nog steeds mogelijk waardoor de regeling zoals hier beschreven nog kan wijzigen. Deze bespreking geldt tevens onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Voor het schooljaar 2018-2019 dat net gestart is, is er geen enkele impact. 

 

Pas vanaf het volgende schooljaar vanaf 1 september 2019 krijgt de werkgever met vestigingen in het Vlaams Gewest te maken met VOV.

 

De wetgeving zit nog in ontwerpfase en heel wat praktische zaken van belang voor de werkgever moeten nog verdere uitwerking krijgen.

 

Het is wel al duidelijk dat de opvolging en terugbetaling van VOV eenvoudiger wordt en digitaal zal verlopen.

Wat betekent dit voor de publieke sector?

Werkgevers in de publieke sector hebben in de regel niet te maken met VOV.

Enkel contractuele werknemers bij automone overheidsbedrijven kunnen er ook gebruik van maken.  

Bron:
Voorontwerp van decreet van de Vlaamse regering houdende het Vlaams opleidingsverlof en houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Werk en Sociale Economie, versie van 5 april 2018

Context

Het decreet over het Vlaams opleidingsverlof dat we hier bespreken kadert binnen de globale doelstelling van levenslang en levensbreed leren en het Vlaams VESOC-akkoord over de hervorming van de opleidingsinstrumenten voor werknemers van juli 2017. VESOC is het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité.

 

Over welke opleidingsinstrumenten gaat het?

  • het Vlaams opleidingsverlof (VOV - voorheen educatief verlof genoemd) voor arbeidsmarktgerichte opleidingen; Het ontwerpdecreet gaat hierover.

  • de Vlaamse opleidingscheque (werknemer kan kosten voor arbeidsmarktgerichte opleidingen terugbetaald krijgen);

  • het Vlaams opleidingskrediet (extra financiële steun van de Vlaamse overheid voor werknemers die tijdskrediet opnemen om zich te herscholen, heroriënteren of herkwalificeren in functie van nieuwe uitdagingen op de arbeidsmarkt). 

 

Ingevolge de zesde Staatshervorming kwam een bijkomend deel van de bevoegdheid inzake  opleiding toe aan de regio's. Vlaanderen gebruikt deze kans om het gehele terrein van opleiding te hervormen en te moderniseren.  De hervorming inzake opleiding heeft als doel dat de werknemers in Vlaanderen zich meer en beter zouden kunnen ontwikkelen en voorbereiden op een nieuwe en veranderende arbeidsmarkt. 

 

Belangrijke peilers bij de hervorming en invulling van de opleidingsinstrumenten:

  • een arbeidsmarktgerichte en toekomstgerichte focus;
  • één generiek kwaliteitskader;
  • één erkende opleidingsdatabank;
  • een uniforme monitoring en evaluatie;
  • transparantie en digitalisering.

 

Vlaanderen zet in op een coherent beleid van arbeidsmarktgerichte en toekomstgerichte opleiding van werknemers zodat iedereen langer en gemotiveerd aan de slag kan blijven..

 

Alle opleidingen worden getoetst aan een aantal oriëntaties die vertaald worden naar operationele criteria:

  • de mate waarin een opleiding inspeelt op de uitdagingen op de arbeidsmarkt (bv. technologische evoluties, groeisectoren);

  • knelpuntkwalificaties of knelpuntcompetenties;

  • arbeidsmarkt- en loopbaanfocus (bv; geen volledige heroriëntatie, geen hobby's, geen onderricht op maat van het bedrijf);

  • afstand tot de arbeidsmarkt (bv. kort geschooldheid).

 

Juridische inhoud

1. Educatief verlof = Vlaams opleidingsverlof

 

Educatief verlof noemen we in Vlaanderen in de toekomst 'Vlaams opleidingsverlof'. 

 

Het Vlaams decreet wijzigt de artikelen uit de herstelwet die onder haar bevoegdheid vallen en spreekt daarin van VOV. 

De artikelen uit de herstelwet die federale bevoegdheid zijn of ongewijzigd blijven voor Vlaanderen,  spreken nog steeds over educatief verlof.

 

Beide termen zijn gelijk.  Het gaat nog steeds over dezelfde maatregel. 

 

Dezelfde (federale) rechten en plichten blijven gelden voor de werknemers die VOV opnemen.  Het gaat concreet over de collectieve planning, de ontslagbescherming en het loonplafond.

2. VOV: voor wie?

Voltijdse en bepaalde deeltijdse werknemers uit de private sector die werken in een onderneming gevestigd in het Vlaams Gewest kunnen gebruik maken van het VOV.

 

Nieuw!

Een minstens halftijdse tewerkstelling is in de toekomst een minimumvoorwaarde voor werknemers in Vlaanderen die beroep willen doen op opleidingsverlof.

 

Het decreet geeft exacte definities.

 

Private sector

Het VOV is van toepassing op de werkgevers en werknemers onderworpen aan de CAO-wetgeving. Dit betekent inhoudelijk geen aanpassing.

De werknemers uit de publieke sector blijven quasi volledig uitgesloten.  Enkel contractuele werknemers bij automone overheidsbedrijven kunnen er ook gebruik van maken. 

 

Vestigingseenheid in Vlaams Gewest

De werkgever moet wel beschikken over een vestigingseenheid in het Vlaams Gewest in de zin van het Wetboek Economisch recht. Dit betekent een plaats geïdentificeerd met een adres waar of van waaruit tenminste een activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend.

 

Welke werknemers?

Het VOV is mogelijk voor werknemers die via één of meerdere arbeidsovereenkomsten op één van volgende wijzen tewerkgesteld worden :

  • voltijds;
  • minstens 4/5 van een voltijder;
  • minstens halftijds met een variabele arbeidstijdregeling;
  • minstens halftijds met een vast uurrooster én een opleiding volgen tijdens de werkuren.

 

Opgelet!

Voor deeltijders met een minstens halftijds vast werkrooster, kan enkel VOV opgenomen worden voor contacturen die tijdens de werkuren vallen.  Dit principe geldt ook nu en blijft gehandhaafd in het kader van VOV.

 

Gelijkgestelden met werknemers

Personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, tegen loon arbeid verrichten onder het gezag van één of meerdere andere personen zijn gelijkgesteld met werknemers voor het Vlaamse opleidingsverlof.

2. Welke opleidingen?

Niet alle vormen van opleiding en leren komen in aanmerking voor VOV.  Enkel arbeidsmarktgerichte en loopbaangerichte opleidingen die aan een reeks van voorwaarden voldoen komen in aanmerking voor het VOV.  

 

2.1 Arbeidsmarktgerichte opleidingen

Voor de arbeidsmarktgerichte opleidingen maakt het decreet onderscheid tussen twee typen:

  • opleidingen die via de wetgeving direct gedefiniëerd worden als arbeidsmarktgericht als ze voldoen aan bepaalde voorwaarden;

 

Het gaat hier om opleidingen of trajecten georganiseerd, gesubsidieerd of erkend door de Vlaamse Gemeenschap. Het zijn alle opleidingen uit het Vlaams volwassenenonderwijs, het Vlaams hoger onderwijs, de trajecten richting centrale examencommissie, EVC-trajecten (erkenning verworven competenties) en ondernemersopleidingen van SYNTRA. Ook opleidingen van vakbonden die voldoen aan de voorwaarden, worden automatisch gezien als arbeidsmarktgericht.

 

  • opleidingen die na een voorafgaande beoordeling goedgekeurd worden als arbeidsmarktgericht. 

 

De goedkeuring gebeurt door twee instanties: de Vlaamse Opleidingscommissie of het paritair comité voor sectorale opleidingen. Opleidingsverstrekkers kunnen een aanvraag indienen bij één van die goedkeuringsinstanties. Het decreet bepaalt de oprichting van de Opleidingscommissie en de opdrachten van deze instanties.

De opleidingen worden getoetst aan duidelijke beoordelingscriteria die de vertaling zijn van de voorwaarden uit het VESOC-akkoord.  Een MB zal de criteria vastleggen.  Beslissingen moeten gemotiveerd worden ten aanzien van de opleidingverstrekker.

 

Er wordt ook een beroepsinstantie in het leven geroepen, waarbij een beslissing van de Vlaamse opleidingscommissie of paritair comité kan aangevochten worden.  Deze commissie kan ook de goedkeuring van een opleiding intrekken in bepaalde omstandigheden. De samenstelling en werking van deze commissie en de beroepstermijn en -procedure worden nog verder uitgewerkt.

 

2.2 Diverse voorwaarden

In eerste instantie stelt het decreet zelf een aantal voorwaarden via de definities wat gezien wordt als arbeidsmarktgericht of loopbaangericht. Dit vormt het ruimere kader.

 

In tweede instantie moeten de opleidingen zoals gedefinieerd,  ook voldoen aan minimumvoorwaarden die de Vlaamse regering stelt via een uitvoeringsbesluit. 

 

Alleen wanneer alle voorwaarden vervuld zijn, opent een opleiding recht op VOV.

 

2.3 Definitie 'opleiding'

Opleidingen  die in aanmerking komen voor VOV moeten volgende kenmerken hebben: 

  • niet bedrijfsspecifiek zijn;

  • gericht zijn op de huidige of toekomstige functie van de werknemer waardoor de werknemer bekwaamheden verkrijgt die naar andere ondernemingen of werkgebieden overdraagbaar zijn zodat brede inzetbaarheid verbeterd wordt;

  • plaatsvinden binnen een georganiseerde en gestructureerde omgeving ontworpen als leeromgeving;

  • leiden tot een certificaat. Dit is een attest van de opleidingsverstrekker dat verklaart dat de opleiding met goed gevolg werd beëindigd en waarop bij voorkeur vermeld wordt welke competenties werden behaald.

 

Gevolgen

Bedrijfsspecifieke opleidingen bv. een bepaalde bedrijfsspecifieke IT-toepassing of onthaalprocedure vallen onder de verantwoordelijkheid van de werkgever zelf en geven geen recht op VOV.

Informeel leren in het bedrijf valt niet onder de definitie. Training on-the-job kan eventueel in aanmerking komen als die opleiding de vorm krijgt van een formele opleiding.

Werkplekleren mag, maar geen opleiding gegeven door de eigen werkgever of werkplekleren op de eigen werkvloer.

 

2.4 Definitie 'arbeidsmarktgerichte opleiding'

Opleidingen zijn arbeidsmarktgericht als ze tot doel hebben:

  • de loopbaan van werknemers duurzaam te versterken of

  • arbeidsmarktgerichte transities te faciliteren.

En dat met het oog op uitdagingen of knelpunten van de huidige of toekomstige arbeidsmarkt.

 

2.5 Definitie 'loopbaangerichte opleiding'

Loopbaangerichte  opleidingen worden gevolgd in het kader van loopbaanbegeleiding en zijn vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan(POP).

 

Loopbaanbegeleiding in Vlaanderen is geregeld in het besluit van 17 mei 2013. Een professioneel actieve persoon die voldoet aan bepaalde voorwaarden kan via een loopbaancheque een pakket loopbaanbegeleiding kopen.  Dat bevat ondermeer opmaak van een POP en actieplan met het oog op een bepaald loopbaandoel. Een specifieke opleiding kan een essentieel element zijn in het persoonlijk ontwikkelingsplan van een concreet individu.

 

Bijkomend stelt de Vlaamse Regering minimumvoorwaarden waaraan opleidingen in het kader van VOV moeten voldoen:  

  • een minimale duur;

Zo moet de opleiding minimaal 32 contacturen of minstens 3 studiepunten in het volwassenenonderwijs omvatten.

  • vormvoorwaarde (bv. in verband met stage, e-learning);

  • kwaliteitsvereiste van de opleidingsverstrekker;

De opleidingsverstrekker moet erkend zijn (o.a. door VDAB).

  • beoordelingscriteria naar arbeidsmarktgerichtheid;

De inhoud van de opleiding moet leiden tot het verwerven van bepaalde competenties die vertaald zullen worden naar concrete beoordelingscriteria.  De criteria worden vastgelegd in een besluit.

  • aanmelding bij het Vlaamse departement werk en sociale economie  (DWSE).

 

2.6 Registratie in Vlaamse opleidingsdatabank

Alle arbeidsmarktgerichte opleidingen die voldoen aan de voorwaarden, worden geregistreerd in een opleidingsdatabank. Het doel is één databank met alle goedgekeurde opleidingen met het oog op transparantie en rechtszekerheid voor de burger.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud, de werking, het beheer van de databank.  Alsook verdere voorwaarden, registratieprocedure, goedkeuringsprocedure, weigering, schorsing en intrekking van registratie.

 

2.7 Gevolgen

Enkel arbeidsmarktgerichte en loopbaangerichte opleidingen komen in aanmerking voor het VOV.   Opleidingen in de sfeer van vrije tijd en bedrijfsspecifieke opleidingen worden in het algemeen uitgesloten.

 

Alle arbeidsmarktgerichte erkende opleidingen, worden opgenomen in de Vlaamse databank. 

Daarnaast zijn er ook nog de loopbaangerichte opleidingen. Elke opleiding uit iemands persoonlijk ontwikkelingsplan na het volgen van een (erkende)loopbaanbegeleiding, wordt gezien als loopbaangericht en komt ook in aanmerking voor VOV. Deze opleidingen zijn dan gekoppeld aan een specifieke loopbaanvraag van een werknemer.

 

De herstelwet was uitgebreider en keurde automatisch meer opleidingen goed. Bijvoorbeeld opleidingen uit andere gewesten worden niet langer automatisch als arbeidsmarktgericht beschouwd. Maar dit betekent niet dat ze niet voor VOV in aanmerking kunnen komen.  Er dient wel een beoordeling te gebeuren.  Elke opleidingsverstrekker kan een aanvraag doen. Die aanvragen kunnen normaal gezien starten vanaf 2019.

 

Wie in de toekomst in Vlaanderen werkt en educatief verlof/VOV wenst, krijgt sowieso te maken met de erkenningsvoorwaarden die Vlaanderen stelt.   Ook voor een opleiding die hij/zij elders volgt bv in Brussel.  Tot nu toe namen de gewesten elkaars erkenningen over. Dit is niet langer het geval voor het Vlaams Gewest.  De samenwerkingsprotocollen tussen de gewesten worden herbekeken.

 

2.8 Jaarlijkse evaluatie

Elk jaar zal een evaluatierapport opgesteld worden. Het rapport gaat na of de doelstellingen bereikt zijn en of de arbeidsmarktgerichte opleidingen nog steeds voldoen aan de voorwaarden.  Jaarlijks kan bijsturing gebeuren als misbruik of ongewenste effecten zich voordoen.

 

2.9 Timing

In het najaar 2018 is de aanmelding gepland van de erkende opleidingen georganiseerd door het onderwijs, vakbonden, Syntra, paritaire comités.   

 

Vanaf januari 2019 zouden andere opleidingsverstrekkers hun aanvraag kunnen doen voor erkening van opleidingen via het WSE-loket.  Er zal dan een toetsing gebeuren op arbeidsmarktgerichtheid volgens de nieuwe criteria door het paritair comité of de Vlaamse Opleidingscommissie (VOC). Dit kan enkel voor opleidingen die ten vroegste starten op 1 september 2019.

 

Vanaf 1 september 2019 geldt de nieuwe werkwijze voor alle opleidingen die nieuw starten.

Voor lopende opleidingen blijven de rechten behouden en blijven de administratieve verplichtingen ongewijzigd.

3. Welk recht?

Een werknemer in een vestiging in het Vlaams Gewest heeft vanaf 1 september 2019 een jaarlijks recht aan opleidingsverlof. Het is het recht op afwezigheid van het werk om een arbeidsmarktgerichte en loopbaangerichte opleiding te volgen met behoud van een geplafonneerd loon.

 

Per werknemer wordt een maximum aantal uren VOV vastgelegd om opleiding te volgen, te studeren of examens af te leggen. De werknemer kan er beroep op doen binnen het VOV gedurende een bepaalde periode.

 

De Vlaamse Regering bepaalt via een uitvoeringsbesluit het aantal uren, de start- en einddatum van de opnameperiode en de modaliteiten van toekenning.  Dit kan jaarlijks bijgestuurd worden indien nodig.

 

De federale overheid bepaalt jaarlijks het loonplafond. Deze loongrens verhoogt wellicht tot 2.928 euro/maand vanaf 1 september 2018. 

 

Merk op!

Het VOV maakt geen enkel onderscheid naargelang het soort van opleidingen. Het gaat om een bepaald pakket aan uren waarover de werknemer kan beschikken per jaar en dat binnen een bepaalde periode kan opgenomen worden. 

 

2019

Vanaf september 2019 beschikt een voltijder over een recht van maximum 125 uur opleidingsverlof. Tussen 1 september en 31 augustus kan de werknemer zijn recht gebruiken. De periode start vanaf de eerste opleiding die de werknemer volgt.

 

Deeltijdersdie minstens halftijds werken hebben een recht naar verhouding. De pro rata zal gebeuren op basis van de tewerkstellingsbreuk Q/S op 1 september zoals opgegeven in DMFA. 

 

Let op!

Een deeltijder heeft enkel recht als hij minstens 50% werkt en indien vast werkrooster, moeten de lesuren samenvallen met werkuren.  Een opleiding die de deeltijder met vast uurrooster volgt op zijn vrije dag(en) komen niet aanmerking voor VOV.  Dit principe geldt nu ook en blijft bewaard.

 

Voor nieuwe opleidingen

De nieuwe werkwijze (een vast contingent aan opleidingsverlof) start op 1 september 2019 voor alle opleidingen die nieuw starten ten vroegste vanaf 1 september 2019.

 

Voor lopende opleidingen aangevangen vòòr 1 september 2019 zullen de rechten en administratieve verplichtingen behouden blijven.

 

Cumul

De Vlaamse Regering kan via het uitvoeringsbesluit vastleggen met welke steunmaatregelen voor werkgevers en werknemers het VOV niet cumuleerbaar is.

4. Controle nauwgezetheid en sancties

Het VOV wordt toegekend op basis van de werkelijke aanwezigheid van de cursist in de opleiding of een toegekend aantal uren bij opleidingen die geen aanwezigheid vereisen.

 

Bijgevolg blijft het van belang dat werknemers nauwgezet hun opleiding volgen. De opleidingsverstrekker moet de nauwgezetheid attesteren zoals ook nu het geval is.

 

Het uitvoeringsbesluit legt de normen van nauwgezetheid vast, de wijze van attestering door de opleidingsverstrekker en de procedure.

 

De norm is: maximum 10% ongewettigde afwezigheid ingeval van contactonderwijs én verplichte deelname aan het examen.

 

Nieuw!

Er komt voor het Vlaams Gewest een digitaal platform opleidingsincentives.  

 

Werkgever en werknemer kunnen daarin het recht van de werknemer en de opname van het VOV raadplegen en opvolgen.  Ook de attesten van deelname aan de opleiding en de eindbeoordeling komen op die digitale toepassing. 

Dit betekent transparantie voor werkgever én werknemer.

 

Vanaf september 2019 vraagt het Departement Werk en Sociale Economie de attesten van inschrijving en nauwgezetheid rechtstreeks op bij de opleidingsinstelling. De werkgever hoeft deze niet meer op te vragen bij zijn werknemer en door te sturen.

Dit is een mooie administratieve vereenvoudiging.

 

Sanctie

Er kan een sanctie opgelegd worden aan de werknemer die zijn opleiding niet nauwgezet volgt en daardoor meer VOV opneemt dan de uren waarop hij recht heeft. 

 

Het maximum aantal uren VOV wordt verminderd met 25%.

Het uitvoeringsbesluit bepaalt de verdere modaliteiten en procedure.

 

Daar bovenop kan de werknemer een administratieve geldboete van 50 tot 500 euro opgelegd krijgen als hij de opleiding niet nauwgezet volgt en meer uren VOV opneemt dan voorzien.

5. Terugbetaling werkgever

Het decreet voorziet in een terugbetaling van de uren VOV voor de werkgever. Zoals vandaag wordt een forfait per gevolgd opleidingsuur terugbetaald.

 

De terugbetaling verloopt in de toekomst eenvoudiger en digitaal. 

De terugbetaling zou in de toekomst ook sneller kunnen gebeuren.

 

Het uitvoeringsbesluit bepaalt de aanvraagtermijn en de procedure die de werkgever in de toekomst moet volgen.

 

De werkgever zal enkel een digitale aanvraag indienen bij de start van de opleiding en de opgenomen uren opleidingsverlof vermelden in zijn kwartaalaangifte (DMFA). 

 

Vanaf september 2019 hoeft de werkgever de attesten niet meer op te vragen bij zijn werknemer en door te sturen om terugbetaling te bekomen. 

6. Sociale promotieregeling dooft uit

De reglementering inzake een vergoeding voor sociale promotie wordt opgeheven vanaf 1 december 2018.  Het gaat om de wet van 1 juli 1963 houdende toekenning van een vergoeding voor sociale promotie.

 

Overgangsregels

Aanvragen voor een opleiding conform de wet van 1 juli 1963 voor sociale promotie kunnen wel nog tot en met 31 december 2018 ingediend worden.

 

Werknemers die een opleiding erkend in het kader van sociale promotie volgen, behouden wel nog tot 31 januari 2019 de mogelijkheid om een vergoeding voor sociale promotie te ontvangen.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.