Afgelopen vrijdag heeft de ministerraad op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke enkele maatregelen goedgekeurd die kaderen in het ‘Terug naar Werk’-plan.
Het plan voorziet een aantal nieuwe instrumenten:
- de afschaffing van het ziektebriefje voor een aantal korte arbeidsongeschiktheden;
- de afschaffing van de 1/3de en 3-uren regel bij progressieve werkhervatting;
- een arbeidsparticipatietoeslag voor werknemers die om medische redenen minder gaan werken.
Deze maatregelen zullen naar verluidt ingaan op 1 januari 2023.
Afschaffing medisch attest
De werknemer moet momenteel bij arbeidsongeschiktheid op verzoek van de werkgever een doktersbriefje voorleggen. De verplichting kan ook in een collectieve arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement staan.
In de nabije toekomst zou een zieke werknemer tot driemaal per kalenderjaar geen geneeskundig getuigschrift moet voorleggen voor een arbeidsongeschiktheid met een duur van één dag. Een collectieve arbeidsovereenkomsten of het arbeidsreglement kan hiervan niet afwijken.
KMO's zullen wel nog kunnen afwijken van deze regel. Met KMO's zou men werkgevers met minder dan 20 werknemers bedoelen. Daar zou dus wel steeds nog een ziektebriefje mogen gevraagd worden.
De werknemer moet de werkgever onmiddellijk meedelen op welk adres hij zal verblijven tijdens de arbeidsongeschiktheid. Op die manier blijft een eventuele medische controle mogelijk.
Afschaffing 1/3de en 3 uren regel bij progressieve werkhervatting
Progressieve werkhervatting is een situatie waarbij de werknemer van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds de toelating krijgt om tijdelijk aangepast of ander werk uit te voeren. In de praktijk betekent dit vaak minder uren werken.
De werknemer wordt echter juridisch geen deeltijdse werknemer, tenzij partijen dit uitdrukkelijk zouden overeenkomen. Dat betekent dat de reglementering rond deeltijdse arbeid (onder meer de 1/3de regel, bekendmaking uurroosters) juridisch niet van toepassing is. De 1/3de regel betekent dat de wekelijkse arbeidsduur van een deeltijdse werknemer niet lager mag liggen dan 1/3de van de wekelijkse arbeidsduur van de voltijdse werknemers van dezelfde categorie in de onderneming.
De 3-uren regel is wel van toepassing. Die regel bepaalt dat elke werkperiode niet korter mag zijn dan 3 uren.
Er zou een absolute uitzondering komen op de minimumduur van 3 uren en de 1/3de regel voor werknemers in progressieve werkhervatting. Op die manier zou meer flexibiliteit mogelijk zijn voor zeer beperkte werkhervattingen. Voor beide situaties zou echter wel de toestemming van de werknemer vereist zijn.
Arbeidsparticipatietoeslag
De laatste maatregel is de invoering van een arbeidsparticipatietoeslag.
De doelgroep zijn werknemers voor wie de preventieadviseur-arbeidsarts attesteert dat zij omwille van medische redenen het arbeidsvolume tijdelijk wat moeten verminderen. De adviserend arts van het ziekenfonds zal met de voorgestelde aanpassing akkoord moeten gaan.
De bedoeling is om door deze tijdelijke aanpassing een uitval in volledige arbeidsongeschiktheid te voorkomen. De werknemers zullen van het ziekenfonds een stuk inkomenscompensatie ontvangen die het lagere deeltijdse loon aanvult.
Opgelet!
Deze maatregelen zijn voorlopig nog geen realiteit. De ingangsdatum zou naar verluidt 1 januari 2023 worden.