Feedback
ella
Mini-taxshift: geleidelijke uitfasering bijzondere bijdrage sociale zekerheid
Losse berichten 25/02/2022
Gepubliceerd op 08/03/2022

De ministerraad van 4 februari 2022 keurde de mini-taxshift goed. Het bijhorende wetsontwerp werd inmiddels ingediend in de Kamer.

Eén van de aspecten van de mini-taxshift is de geleidelijke afbouw van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. Deze spitst zich in eerste instantie toe op de midden- en lagere inkomens en  zal voor het eerst merkbaar zijn in de loonberekening van april 2022.

 

Situering

 

De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid (BBSZ) bestaat sinds 1 april 1994 en werd ingevoerd om de sociale zekerheid bijkomend te financieren.

 

Het is een uniek samenspel van een sociale en fiscale inhouding.

 

De werkgever houdt deze BBSZ maandelijks verplicht in op het nettoloon. De bedragen die hij maandelijks inhoudt, moet hij per kwartaal aangeven en doorstorten aan de RSZ.

 

Bij de jaarlijkse belastingberekening bepaalt de fiscus de definitieve bijdrage. Deze is gebaseerd op het netto belastbare inkomen.

De heffing van de BBSZ gebeurt per fiscaal gezin en niet per individuele belastingplichtige.

 

Aanpassing grenzen en tarieven

 

De inkomensgrenzen voor de berekening van de BBSZ werden nooit geïndexeerd. Bovendien bleven de tarieven en grenzen nagenoeg ongewijzigd sinds de invoering van dit systeem. Hierdoor is de (para)fiscale druk in de loop der jaren verschoven naar de lagere inkomens.

 

Het is de bedoeling om de BBSZ uiteindelijk volledig af te schaffen. Dit zal gefaseerd gebeuren.

Als eerste stap kiest de regering nu voor een verlaging van de BBSZ voor de lage en middeninkomens vanaf 2022.  

 

Opmerking

Voor de berekening van de definitieve bijdrage maakt men voortaan ook een onderscheid naargelang het gaat om belastingplichtigen:

  • voor wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd; of
  • die alleen worden belast.

 

Bij de voorlopige berekening die via de RSZ verloopt, heeft men altijd al een onderscheid gemaakt tussen alleenstaanden/één-inkomensgezinnen enerzijds en tweeverdieners anderzijds.

 

Verder in de tekst tonen we de oude en nieuwe grenzen en tarieven die voor de voorfinanciering (RSZ) en uiteindelijke eindafrekening (fiscaal) van toepassing zijn.

 

Vanaf wanneer?

 

In de loonberekening (RSZ - inhouding op netto) zal dit vanaf 1 april 2022 effect hebben.

 

Voor de eindafrekening gelden de nieuwe grenzen en tarieven vanaf inkomstenjaar 2022


Opgelet!

Deze bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten. Amendementen zijn dus nog steeds mogelijk waardoor de regeling zoals hier beschreven nog kan wijzigen. Deze bespreking geldt tevens onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Wat betekent dit voor de werkgever?

De nieuwe grensbedragen en tarieven voor de bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid zullen merkbaar zijn in de loonberekening vanaf april 2022. U hoeft daarvoor zelf geen actie te ondernemen.

Bron:
Wetsontwerp van 25 februari 2022 houdende verlaging van lasten op arbeid, DOC 55 2522/001

Juridische inhoud

1. Luik sociale zekerheid

De werkgever berekent het bedrag van de maandelijkse inhouding op het loon dat voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen in aanmerking komt.

 

De inhouding zelf gebeurt op het nettoloon, dus na aftrek van de werknemersbijdrage voor sociale zekerheid en van de bedrijfsvoorheffing.

 

De werkgever moet de bedragen die hij maandelijks inhoudt, per kwartaal aangeven en doorstorten aan de RSZ.

1.1. Huidige grenzen en tarieven

Principe

 

Het bedrag van de inhouding varieert naar gelang van:

  • het kwartaalloon dat men aangeeft bij de RSZ; en 
  • de gezinstoestand van de betrokken werknemer.

 

Werkwijze

 

Omdat we voor de bepaling van het bedrag van de bijdrage rekening moeten houden met de hoogte van het loon dat driemaandelijks aan de RSZ aangegeven wordt, kunnen we pas bij de laatste loonbetaling van het kwartaal het juiste bedrag vaststellen.


Daarom houden we voor de twee eerste maanden van elk kwartaal rekening met de maandgrenzen en gebeurt in de laatste maand van het kwartaal de kwartaalafrekening op basis van kwartaalgrenzen.

 

Bedrag van de inhouding

 

De hoogte van de inhouding ziet eruit als volgt:

 

Tabel éénverdiener: alleenstaande of één-inkomensgezin

 

Kwartaalloon (bruto)Maandloon (bruto)

 

Maandelijkse inhouding per werknemer op het nettoloon

 

< 5.836,14 EUR< 1.945,38 EUR

 

0 EUR

 

 

5.836,14 EUR - 6.570,54 EUR

 

1.945,38 EUR - 2.190,18 EUR

7,60 % op gedeelte maandloon boven 1.945,38 EUR

 

6.570,55 EUR - 18.116,46 EUR

 

2.190,19 EUR - 6.038,82 EUR

18,60 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 2.190,18 EUR

 

> 18.116,46 EUR

 

> 6.038,82 EUR

 

60,94 EUR

 

Tabel tweeverdiener: twee-inkomensgezin

 

Kwartaalloon (bruto)Maandloon (bruto)

 

Maandelijkse inhouding per werknemer op het nettoloon

 

< 3.285,29 EUR< 1.095,10 EUR

 

0 EUR

 

 

3.285,29 EUR - 5.836,14 EUR

 

1.095,10 EUR - 1.945,38 EUR9,30 EUR
5.836,14 EUR - 6.570,54 EUR1.945,38 EUR - 2.190,18 EUR

 

7,60 % op gedeelte maandloon boven 1.945,38 EUR met een minimum van 9,30 EUR

 

6.570,55 EUR - 18.116,46 EUR2.190,19 EUR - 6.038,82 EUR

 

 

18,60 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 2.190,18 EUR met een maximum van 51,64 EUR

 

 

 

> 18.116,46 EUR

 

> 6.038,82 EUR

 

51,64 EUR

1.2. Grenzen en tarieven vanaf 1 april 2022

Vanaf 1 april 2022 wil men volgende grenzen en tarieven hanteren:
 

Tabel éénverdiener: alleenstaande of één-inkomensgezin

 

Kwartaalloon (bruto)Maandloon (bruto)

 

Maandelijkse inhouding per werknemer op het nettoloon

 

< 5.836,14 EUR< 1.945,38 EUR

 

0 EUR

 

 

5.836,14 EUR - 6.570,54 EUR

 

1.945,38 EUR - 2.190,18 EUR

4,22 % op gedeelte maandloon boven 1.945,38 EUR

 

6.570,55 EUR - 11.211,00 EUR

 

2.190,19 EUR - 3.737,00 EUR10,33 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 2.190,18 EUR

 

11.211,01 EUR - 12.300 EUR

 

3.737,01 EUR - 4.100 EUR27,35 EUR + 3,38 % op gedeelte maandloon boven 3.737 EUR

 

12.300,01 EUR - 18.116,46 EUR

 

4.100,01 EUR - 6.038,82 EUR39,61 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 4.100 EUR

 

> 18.116,46 EUR

 

> 6.038,82 EUR

 

60,94 EUR

 

Tabel tweeverdiener: twee-inkomensgezin

 

Kwartaalloon (bruto)Maandloon (bruto)

 

Maandelijkse inhouding per werknemer op het nettoloon

 

< 3.285,29 EUR< 1.095,10 EUR

 

0 EUR

 

 

3.285,29 EUR - 5.836,14 EUR

 

1.095,10 EUR - 1.945,38 EUR5,15 EUR
5.836,14 EUR - 6.570,54 EUR1.945,38 EUR - 2.190,18 EUR

 

5,9 % op gedeelte maandloon boven 1.945,38 EUR
met minimum van 5,15 EUR

 

> 6.570,54 EUR> 2.190,18 EUR

 

14,44 EUR + 1,1 % op gedeelte maandloon boven 2.190,18 EUR met een maximum van:

  • 51,64 EUR (echtgenoot met beroepsinkomsten)
  • 60,94 EUR (echtgenoot zonder beroepsinkomsten)

 

 

1.3. Enkele rekenvoorbeelden

SITUATIE 1 :  bediende - ongehuwd - geen personen ten laste

 

BrutomaandloonNetto maandloon
 2021jan - maart 2022april 2022*
2.800 EUR1.903,57 EUR1.924,67 EUR1.932,96 EUR
3.750 EUR2.321,71 EUR2.342,81 EUR2,350,78 EUR
4.500 EUR2.652,64 EUR2.675,97 EUR2.675,97 EUR

 

SITUATIE 2 :  bediende - gehuwd - echtgenote heeft eigen beroepsinkomen - 1 kind ten laste

 

BrutomaandloonNetto maandloon
 2021jan - maart 2022april 2022*
2.800 EUR1.914,57 EUR1.941,67 EUR1.945,83 EUR
3.750 EUR2.332,71 EUR2.359,81 EUR2.363,97 EUR
4.500 EUR2.663,64 EUR2.692,97 EUR2.697,13 EUR

 

* Deze berekening houdt geen rekening met wijzigingen inzake de sociale werkbonus die mogelijk vanaf 1 april 2022 van toepassing zullen zijn.

2. Fiscale luik

De fiscus berekent het bedrag van de inhouding dat definitief verschuldigd is per gezin.

 

Het gezinsinkomen dat als basis dient voor de eindberekening, is het totale belastbare netto-inkomen, na aftrek van beroepskosten, toekenning aan meewerkend echtgenoot en onderhoudsgelden.

 

Het begrip 'gezin' is in dit kader te begrijpen als de personen die hun inkomsten op één enkel aangifteformulier moeten aangeven.

2.1. Huidige grenzen en tarieven

 

Netto belastbaar inkomen

 

Jaarlijkse (definitieve) bijdrage

 

< 18.592,02 EUR

 

0 EUR

 

18.592,02 EUR - 21.070,96 EUR

 

9 % op het gedeelte gezinsinkomen boven 18.592,01 EUR

 

21.070,97 EUR - 60.161,85 EUR

 

223,10 EUR + 1,3 % op gedeelte gezinsinkomen boven 21.070,96 EUR

 

> 60.161,85 EUR

731,28 EUR

 

2.2. Grenzen en tarieven vanaf 2022

Nieuw is dat de fiscus vanaf 2022 een onderscheid maakt tussen werknemers:

  • die alleen belast worden; en
  • op wie een gemeenschappelijke aanslag van toepassing is.

 

Dat geeft volgende opdeling:

 

Gezinsinkomen - werknemer wordt alleen belast

 

Netto belastbaar inkomen

 

Jaarlijkse (definitieve) bijdrage

 

< 18.592,02 EUR

 

0 EUR

 

18.592,02 EUR - 21.070,96 EUR

 

5 % op gedeelte gezinsinkomen boven 18.592,02 EUR

 

21.070,97 EUR - 37.344,00 EUR

 

123,95 EUR + 1,3 % op gedeelte gezinsinkomen boven 21.070,96 EUR

 

37.344,01 EUR - 40.977,26 EUR

 

335,50 EUR + 4,0090 % op gedeelte gezinsinkomen boven 37.344 EUR

 

40.977,27 EUR - 60.181,95 EUR

 

481,96 EUR + 1,2996 % op gedeelte gezinsinkomen boven 40.977,26 EUR

 

60.181,95 EUR

 

731,28 EUR

 

 

Gezinsinkomen - Gemeenschappelijke aanslag

 

Netto belastbaar inkomen

 

Jaarlijkse (definitieve) bijdrage

 

< 18.592,02 EUR

 

0 EUR

 

18.592,02 EUR - 21.070,96 EUR

 

5 % op gedeelte gezinsinkomen boven 18.592,02 EUR

 

21.070,97 EUR - 60.181,95 EUR

 

123,95 EUR + 1,3 % op gedeelte gezinsinkomen boven 21.070,96 EUR

 

60.181,96 EUR -74.688,00 EUR

 

632,39 EUR

 

74.688,01 EUR -81.944,00 EUR

 

632,39 EUR + 1,3629 % op gedeelte gezinsinkomen boven 74.688,00 EUR

 

> 81.944 EUR

 

731,28 EUR

2.3. Wat betekent dit concreet?

De regering beoogt de volledige afschaffing van de bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid (BBSZ). Dit zal echter geleidelijk gebeuren.

 

In een eerste fase zal men de BBSZ verlagen voor de lage en middeninkomens.

 

De memorie van toelichting legt als volgt uit wat dit precies betekent.

 

Werknemer wordt alleen belast

 

Voor wie een gezinsinkomen heeft dat begrepen is in de schijf:

  • van 18.592,02 EUR tot 21.070,96 EUR
    De BBSZ verlaagt met iets minder dan 45 %.
  • van 21.070,96 EUR tot 37.344 EUR, 
    De BBSZ bedraagt +/- 99 EUR minder op jaarbasis.
  • 37.344 EUR tot 40.997,26 EUR
    Geleidelijke afbouw van de verlaging van de BBSZ

Voor wie een gezinsinkomen heeft dat meer bedraagt dan 40.997,26 EUR, blijft de BBSZ ongewijzigd.

 

Het maximumbedrag van 731,28 EUR wordt bereikt bij een gezinsinkomen van meer dan 60.181,95 EUR.

 

Gemeenschappelijke aanslag

 

Voor wie een gezinsinkomen heeft dat begrepen is in de schijf:

  • van 21.070,96 EUR tot 60.181,95 EUR
    De BBSZ verlaagt met iets meer dan 99 EUR op jaarbasis.
  • van 60.181,95 EUR tot 74.688 EUR (= 2 maal het netto belastbaar inkomen op jaarbasis van een voltijds werkende met een mediaan loon)
    De BBSZ verlaagt met +/-  99 EUR op jaarbasis.
  • van 74.688,01 EUR tot 81.944 EUR (= 2 maal het netto belastbaar inkomen op jaarbasis van een voltijds werkende met een gemiddeld loon)
    Geleidelijke afbouw van de verlaging van de BBSZ.

 

De maximumbijdrage blijft behouden op 731,28 EUR. Men bereikt dit bij een gezinsinkomen van 81.994 EUR.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.