ella
De nieuwe Vlaamse aanwervingsincentive kwam al uitgebreid aan bod in onze nieuwsberichten van 3 april en 6 juni 2017.
De regels worden nu verder aangevuld:
- volgende periodes van inactiviteit worden gelijkgesteld met een periode van inschrijving als niet-werkende werkzoekende bij de VDAB:
- periodes van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval;
- periodes van detentie;
- periodes van onderbreking van de inschrijving als niet-werkend werkzoekende van maximum drie maanden.
-
VDAB beslist uiterlijk 1 augustus 2017 over de toekenning van de premie voor elke volledige aanvraag ingediend uiterlijk 30 juni 2017;
- de aanvraagtermijn voor de werkgever loopt tot en met 1 augustus 2017 voor aanwervingen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 mei 2017.
Let op!
Ondanks de uitzonderlijke aanvraagtermijn raden we elke werkgever aan zo vlug mogelijk te starten met de aanvraagprocedure.
U moet bij de eerste aanvraag van de incentive een inlogprocedure doorlopen. Die procedure verleent u of een tussenpersoon de nodige rechten om de aanvraag te kunnen indienen.
Hoe de inlogprocedure precies verloopt, is afhankelijk van het soort organisatie.
Juridische inhoud
1. Welke werkgevers?
Alle werkgevers uit de private en openbare sector die vanaf 1 januari 2017 een langdurig werkzoekende aanwerven in een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest kunnen de premie ontvangen.
De aanwerving moet in de regel gebeuren met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
Er wordt een uitzondering gemaakt als tijdelijke arbeidsovereenkomsten het gangbare aanwervingsbeleid vormen in de onderneming. De premie is dan ook mogelijk als één of meer opeenvolgende arbeidsovereenkomsten samen minstens een tewerkstelling van drie maanden vormen.
2. Welke werknemers?
De langdurig werkzoekende moet voldoen aan volgende voorwaarden bij indiensttreding:
- minstens twee jaar ingeschreven zijn bij VDAB als niet-werkende werkzoekende;
minstens 25 jaar maar jonger dan 55 jaar zijn op het eind van het kwartaal van indiensttreding.
Gelijkstelling inactiviteitsperiodes Nieuw!
Volgende periodes van inactiviteit zijn nu gelijkgesteld met een periode van inschrijving als niet-werkende werkzoekende:
periodes van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval;
periodes van detentie;
periodes van onderbreking van de inschrijving als niet-werkend werkzoekende van maximum drie maanden.
3. Aanvraag online
Normale regel
De werkgever kan de premie alleen online aanvragen. Dit moet normaal gezien gebeuren binnen 3 maanden na de aanwerving. Buiten die termijn vervalt het recht op de premie.
Uitzonderlijke termijn Nieuw!
Tijdens de opstartfase van de online tool, kan de aanvraag gebeuren tot en met
1 augustus 2017 voor aanwervingen in de periode van 1 januari tot en met 1 mei 2017.
Het departement Werk en Sociale Economie geeft uitgebreide toelichting 'hoe-vraag-ik-de-incentive-aan' op de website www.werk.be/onlinediensten/aanwervingsincentive.
Wacht niet met je aanvraag!
U moet bij de eerste aanvraag van de incentive een inlogprocedure doorlopen. Die procedure verleent u de nodige rechten om de aanvraag te kunnen indienen.
Elke onderneming of organisatie moet zelf bepalen wie (een fysieke persoon) namens de organisatie toegang zal krijgen tot deze ‘AWI’-toepassing. Dit is best een medewerker van de eigen organisatie, maar het kan ook een tussenpersoon zijn (bv. een boekhouder of een medewerker van een sociaal secretariaat).
Als die tussenpersoon al gemachtigd is om de werkgever (online) te vertegenwoordigen via het Vlaams gebruikersbeheer, kan hij de procedure volledig afhandelen zonder dat de werkgever persoonlijk hoeft tussen te komen.
Als hij nog niet gemachtigd is, dan moet de werkgever hem eerst machtigen om online de onderneming of organisatie te kunnen vertegenwoordigen. Concreet betekent dit dat de werkgever één keer aanwezig zal moeten zijn bij de tussenpersoon met zijn elektronische identiteitskaart met bijhorende pincode.
Hoe de inlogprocedure precies verloopt, is afhankelijk van het soort organisatie. Via onderstaande links krijgt u toelichting:
Vlaamseoverheidsorganisaties en onderwijssector (departement, agentschap, lokale besturen, onderwijs- of vormingsinstellingen;
De zogenaamde ‘economische actoren’: dit zijn zowel profit als non-profitorganisaties die niet onder de vorige groep vallen. Diensten van de federale overheid vallen ook onder deze categorie.'Profit en non-profit bedrijven en organisaties en diensten van de federale overheid'.
