ella
Vanaf 1 september 2019 vervangt het Vlaams opleidingsverlof het huidige stelsel van betaald educatief verlof.
In onze vorige nieuwsbrief van 31 januari 2019 informeerden we al over de krachtlijnen van het Vlaams opleidingsverlof.
De bespreking was toen gebaseerd op een ontwerptekst. Ondertussen verschenen:
- het uitvoeringsbesluit over de hervorming van het betaald educatief verlof;
- en het ministerieel besluit dat de competenties vastlegt waaraan de opleidingen moeten voldoen.
We verwachten nog een tweede ministerieel besluit, dat de attesteringen en administratieve formaliteiten zal vastleggen.
In afwachting daarvan bespreken we al enkele praktische punten. Komen aan bod:
- de omvang van het recht op Vlaams opleidingsverlof
- de controle op nauwgezetheid en sancties;
- de voorwaarden verbonden aan de terugbetaling aan de werkgever.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Werkgevers in de publieke sector hebben in de regel niet te maken met VOV.
Juridische inhoud
1. Omvang recht Vlaams opleidingsverlof
1.1. Jaarlijks maximum recht van 125 uur
Het maximum aantal uren VOV dat een werknemer kan opnemen is gelijk aan 125 uur per jaar vanaf 1 september 2019.
1.2. Effectief recht afhankelijk van contractuele tewerkstellingsbreuk in september
Het effectieve aantal uren VOV voor een concrete werknemer in een bepaald jaar hangt af van de contractuele tewerkstellingsbreuk in DMFA van de maand september van het opleidingsjaar.
Elk jaar wordt het effectieve recht berekend op voorwaarde dat de tewerkstellingsbreuk (Q/S) van september minstens 50% van een voltijdse tewerkstelling bedraagt.
Uitzondering!
De werknemer die in september minder dan 50% tewerkgesteld is (Q/S < 50% van een voltijder), kan toch nog een recht op VOV krijgen.
Meer bepaald wanneer hij in de maand dat hij zijn eerste opleiding start minstens 50% werkt (Q/S ≥50%).
De werknemer krijgt dan VOV ten belope van de tewerkstellingsbreuk van die maand x 125 uur.
Voorbeeld 1
Een werknemer die voltijdse tewerkgesteld was in september 2019 (Q/S = 100%), heeft voor het schooljaar 2019-2020 recht op maximum 125 uur VOV. Als de werknemer in de loop van het schooljaar minder zal werken, wijzigt dat niets aan het aantal uren VOV.
Voorbeeld 2
Een werknemer die halftijds tewerkgesteld was in september 2019 (Q/S = 50%), heeft voor het schooljaar 2019-2020 recht op maximum 62,5 uur VOV (50% x 125 uur).
Als de werknemer in de loop van het schooljaar voltijds zal werken, wijzigt dat niets aan het aantal uren VOV.
Voorbeeld 3
Een werknemer die slechts 16 uur/week tewerkgesteld was in september 2019 (Q/S = 16/38 = 42%), heeft mogelijks toch recht op VOV als de tewerkstellingsbreuk bij aanvang van de opleiding minstens 50% bedraagt (Q/S = 19/38 = 50%). Als de werknemer bij aanvang van de opleiding halftijds werkt, zal het recht dan ook maximum 62,5 uur VOV bedragen.
1.3. Beperking voor deeltijdse werknemers met vast werkrooster
Voor een deeltijdse werknemer met een vast werkrooster geldt een specifieke beperking.
De lesuren/examens moeten samenvallen met werkuren.
Van zodra er lesuren samenvallen met de werkuren, kan er gesproken worden van een opleiding die gevolgd wordt tijdens de werkuren. De opleiding hoeft niet volledig samen te vallen met de werkuren.
Een opleiding die de deeltijder volgt op zijn vrije dag(en) komt niet aanmerking voor VOV.
De werknemer kan het VOV enkel opnemen tijdens die samenvallende uren. Dat is een andere toepassing dan het bij huidige educatief verlof.
2. Controle nauwgezetheid en sancties
Als het Departement (Werk en Sociale Economie) vaststelt dat de werknemer zijn opleiding niet nauwgezet volgt en meer uren VOV heeft genomen dan de uren waarop hij recht had, volgt een sanctie.
Meer bepaald vermindert het Departement van rechtswege het eerstvolgende recht op het maximum aantal uren VOV van de werknemer met 25%.
Het Departement brengt de werknemer schriftelijk op de hoogte van die sanctie.
De sanctie geldt niet voor de huidige opleiding, maar voor het eerstvolgende recht dat berekend wordt nà de vaststelling.
3. Terugbetaling werkgever
De werkgever doet een digitale aanvraag tot terugbetaling van de lonen en sociale bijdragen.
Dit gebeurt door de opleiding die de werknemer wil volgen, aan te melden in het digitaal platform Vlaamse opleidingsincentives.
Deze aanmelding moet binnen de 3 maanden na de start van de opleiding gebeuren.
De werkgever meldt:
- welke opleiding zijn werknemer zal volgen;
- de begin- en einddatum van de opleiding.
Op basis van de huidige regeling educatief verlof moet de werknemer zijn werkgever een inschrijvingsattest overhandigen voor 31 oktober of bij laattijdige inschrijving ten laatste binnen de vijftien dagen vanaf de inschrijving. Die bepaling blijft van toepassing voor het VOV.
Indien de werknemer die termijn niet respecteert, kan de werkgever het recht op VOV weigeren.
Als de werkgever toch instemt met de laattijdige aanvraag, zal de dienst VOV de terugbetaling toestaan.
