Een koninklijk besluit breidt de definitie van een ‘kind met een handicap' nu ook uit voor de uitkeringen bij tijdskrediet.
Voor het recht op afwezigheid werd de definitie reeds uitgebreid sinds 1 april 2018. Het recht op uitkeringen bij tijdskrediet voor de zorg van een gehandicapt kind was echter nog niet aangepast.
1. Recht op afwezigheid
Sinds 1 april 2018 kan een werknemer voor zijn/haar gehandicapt kind, tot de leeftijd van 21 jaar, ook tijdskrediet (recht op afwezigheid) opnemenindien het kind een aandoening heeft van minstens 9 punten in de drie pijlers van de medisch-sociale schaal samen.
Voordien kwamen enkel de kinderen in aanmerking met:
-
een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 %;
-
een aandoening die leidt tot een erkenning van minstens 4 punten in pijler 1.
Dit is enkel het luik over de invaliditeit van het kind.
Merk op: de medisch-sociale schaal (in de zin van de regelgeving rond kinderbijslag) bevat drie pijlers:
- Pijler 1: invaliditeit van het kind;
- Pijler 2: gevolgen van de aandoening op de integratie van het kind;
- Pijler 3: gevolgen van de aandoening op de belasting van het gezin.
2. Recht op uitkeringen
Het recht op uitkeringen bij tijdskrediet voor de zorg van een gehandicapt kind was echter nog niet aangepast. De regelgeving hield voor de uitkeringen dus geen rekening met de gevolgen van die aandoening op de integratie van het kind (pijler 2) of op de belasting van het gezin (pijler 3).
Hier komt nu verandering in.
Naast de invaliditeit van het kind, houdt men voor het recht op uitkeringen voortaan ook rekening met de integratie van het kind of de belasting op het gezin.
Deze wijziging treedt retroactief in werking op 1 mei 2019.
3. Conclusie
Voortaan neemt men, voor zowel het recht op afwezigheid als voor het recht op uitkeringen, het begrip 'handicap' in al zijn dimensies in aanmerking.
De werknemer kan dus tijdskrediet met uitkeringen opnemen, wanneer zijn/haar kind (van maximum 21 jaar):
-
een fysieke of mentale ongeschiktheid vertoont van minstens 66%;
-
of een aandoening heeft die leidt tot een erkenning van minstens 4 punten in pijler 1 van de medisch-sociale schaal;
-
of een aandoening heeft die leidt tot een erkenning van minstens 9 punten in de 3 pijlers samen van de medisch-sociale schaal.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Deze wijziging geldt enkel voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die onder de cao-wet vallen. Dit zijn onder meer de openbare vervoersmaatschappijen, de openbare kredietinstellingen, huisvestingsmaatschappijen, VITO.
De meeste werkgevers uit de publieke sector vallen hier niet onder.