ella
Wendbaar werken met deeltijdse werknemers
Onder het motto "wendbaar werk" wordt het binnenkort eenvoudiger om deeltijdse werknemers tewerk te stellen.
Een aantal verplichtingen vervallen en anderen worden dan weer aangepast aan de hedendaagse maatschappij.
Zo moeten binnenkort niet meer alle deeltijdse uurroosters vermeld worden in het arbeidsreglement, mag een afschrift van de deeltijdse arbeidsovereenkomst op elektronische manier bewaard worden en kan ook tijdsopvolging van prestaties buiten het uurrooster op uitsluitend elektronische manier.
Voor een uitgebreide bespreking van deze maatregelen verwijzen we naar onze nieuwsbrief van 17 januari 2017.
Bijkomende prestaties
De wetgever gaat verder op deze weg en verhoogt nu het aantal bijkomende uren (in vergelijking met de overeengekomen uurregeling) dat een deeltijdse werknemer mag presteren zonder dat de werkgever hiervoor een overloontoeslag moet betalen.
Hij beoogt hierbij enkel deeltijdse werknemers die werken met variabele roosters (die van week tot week kunnen verschillen) en met een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur (bvb. gemiddeld 30u/week na te leven per trimester).
Voor deze werknemers zijn bijkomende prestaties het resultaat van elke prestatie:
- buiten het ten minste 5 dagen op voorhand vastgelegde uurrooster;
- binnen het ten minste 5 dagen op voorhand vastgelegde uurrooster, maar boven de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur
Verhoging van het krediet
Deze bijkomende prestaties geven recht op overloon, zelfs indien deze de normale overloongrenzen (9u/dag en 40u/week of lagere grenzen bij cao) niet overschrijden.
Voor een beperkt aantal van deze bijkomende prestaties moet de werkgever toch geen overloon betalen, het krediet.
Nu bedraagt dit krediet 3u/week vermenigvuldigd met het aantal weken in de referteperiode, met een maximum van 39 uren per referteperiode.
Een KB dat gisteren verscheen in het Belgisch Staatsblad wijzigt de grenzen van dit krediet voor deze categorie werknemers.
De grens zal vanaf 1 oktober 2017 stijgen van 3u naar 3u en 14 minuten per week en de maximale grens van 39 kredieturen verhoogt tot 168 uren.
Deeltijdse werknemers die werken met variabele roosters en met een variabele wekelijkse arbeidsduur zullen dus meer bijkomende uren kunnen presteren zonder dat hiervoor overloon verschuldigd is
Opgelet!
Voor de deeltijdse werknemers die tewerkgesteld zijn met een vaste wekelijkse arbeidsduur verandert er niets en blijft het krediet op 12 uren per kalendermaand.
Ook blijft het mogelijk om de grenzen van het krediet te wijzigen bij collectieve arbeidsovereenkomst.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanaf 1 oktober 2017 mogen deeltijdse werknemers die met een variabel uurrooster en met een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur werken meer bijkomende uren presteren waarvoor de werkgever geen overloontoeslag moet betalen.
Vanaf dan zal het krediet 3u14min/week vermenigvuldigd met het aantal weken in de referteperiode bedragen, met een maximum van 168 uren per referteperiode.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
De besproken wijzigingen hebben eveneens betrekking op de publieke sector maar zijn enkel toepasbaar voor de instellingen die een commerciële of industriële activiteit uitoefenen en instellingen die hygiënische, profylactische of geneeskundige verzorging verlenen. Met andere woorden gaat het om die publiekrechtelijke instellingen die onder het toepassingsgebied vallen van de Arbeidswet.
