De Vlaamse overheid zal in sommige gevallen ambtshalve een arbeidskaart B en een arbeidsvergunning afleveren.
1. Langere doorlooptijd
Werkgevers die een 'single permit' nodig hebben voor de tewerkstelling van hun buitenlandse werknemers (niet-EU) in België, moeten sinds begin dit jaar een nieuwe aanvraagprocedure volgen.
De nieuwe procedure vereist zowel een toelating van de regionale migratiedienst (voor arbeid) als van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) (voor verblijf). Eens de regionale migratiedienst haar fiat heeft gegeven over het deel arbeid, maakt ze het dossier over aan de DVZ voor goedkeuring over het verblijf.
Deze nieuwe procedure heeft een grote impact op de doorlooptijd.
Voor een nieuwe aanvraag duurt het nu langer dan vroeger om een single permit te krijgen.
Ook bij de verlengingen vraagt de procedure meer tijd. Voor werknemers in het bezit van een arbeidskaart B die dit jaar vervalt, moeten de werkgevers immers ook de nieuwe procedure 'single permit' volgen. En daar wringt het schoentje.
2. DVZ-achterstand
Omwille van de stijgende werkdruk is de DVZ niet in staat om snel de verlengingen voor het verblijf toe te kennen.
Deze achterstand bij de DVZ heeft gevolgen voor het bedrijfsleven. In afwachting van de DVZ-goedkeuring mogen werkgevers in principe hun buitenlandse werknemers, wiens arbeidskaart vervallen is, niet meer tewerkstellen. Hun arbeidsovereenkomst moet dan tijdelijk geschorst worden.
Waarom? De arbeidskaart B van de betrokken buitenlander is immers verstreken. Ze hebben wel een bericht gekregen van de regionale migratiedienst dat het deel arbeid voor hen in orde is. Maar de DVZ moet nog haar fiat geven over het verblijf.
Het gebeurt wel vaker in de praktijk dat het verblijfsdocument een langere duurtijd heeft dan de arbeidskaart B. Zelfs als de arbeidskaart verstreken is, beschikt de werknemer dus in principe nog over een wettig verblijfsdocument. De werknemer heeft echter geen officieel document meer, dat stelt dat hij verder mag werken.
3. Vlaanderen biedt een oplossing
In deze gevallen kent de Vlaamse overheid ambtshalve een arbeidskaart B en een arbeidsvergunning toe, in afwachting van de definitieve eindbeslissing over de single permit.
Dit kan dus alleen, indien de buitenlander:
- al van de Vlaamse migratiedienst het bericht gekregen heeft dat hij verder zal mogen werken, en
- nog over een geldig verblijfsdocument beschikt.
De werkgever moet de documenten niet aanvragen. De Vlaamse overheid reikt ze automatisch uit.
Hierdoor kan de buitenlander blijven werken totdat de DVZ een definitieve eindbeslissing neemt.
Het gaat hier om een éénzijdig initiatief van de Vlaamse overheid. Hopelijk doen de andere regionale migratiediensten hetzelfde. Maar die hebben momenteel nog niets laten weten.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vlaamse werkgevers kunnen dus, in sommige gevallen, hun buitenlandse werknemers verder tewerkstellen totdat de DVZ een eindbeslissing neemt over de single permit.