Begin januari 2021 gaven we al een overzicht van de sociale zekerheidsbijdragen die werkgevers betalen vanaf 2021 in de private sector.
Hierop moeten we een kleine correctie brengen op basis van informatie van RSZ.
De stijging voor de meeste bedrijven bedraagt slechts 0,04%.
De reden is dat de bijzondere bijdrage voor het Fonds voor sluiting van ondernemingen (FSO) slechts verhoogt van 0,09% in 2020 naar 0,13% in 2021.
Op basis van het NAR advies gingen we uit van een stijging naar 0,14%.
Voor alle duidelijkheid, hernemen we het overzicht integraal.
De tabellen met totaal-percentages zijn ook aangepast ingevolge de verminderde bijzondere bijdrage FSO.
Bijzondere bijdrage FSO
De bijzondere bijdrage voor het Fonds voor sluiting van ondernemingen (FSO) verhoogt van 0,09% in 2020 naar 0,12% in 2021. Deze bijdrage is bestemd voor tussenkomst in de vergoeding van bepaalde tijdelijke werkloosheidsdagen.
In de tabellen hieronder vermelden we de bijdrage met inbegrip van de loonmatigingsbijdrage die erop berekend wordt.
De bijzondere bijdrage FSO heeft een heel ruim toepassingsgebied.
Alle werkgevers (zowel uit de openbare als de privé-sector) betalen deze bijdrage voor al hun werknemers onderworpen aan de werkloosheidsreglementering.
De bijdrage wordt niet geïnd voor werknemers voor wie slechts een bijzondere bijdrage verschuldigd. Denk bijvoorbeeld aan studenten met een solidariteitsbijdrage.
Basisbijdrage FSO
De basisbijdrage FSO blijft ongewijzigd in 2021. Deze is bestemd om tussen te komen wanneer een werkgever zijn verplichtingen ten opzichte van zijn werknemers niet meer naleeft (in het algemeen bij faillissement).
Verder zijn er op dit moment geen andere aanpassingen van de patronale bijdragen in 2021.
Structuur patronale bijdragen
Categorie 1
De werkgever betaalt één patronale basisbijdrage. Voor de meeste werkgevers bedraagt deze 25% sinds 1 januari 2018.
De basisbijdrage bestaat uit een vast basispercentage plus de loonmatigingsbijdrage (LM).
(25,00% = 19,88% + (4,27% + (0,0427 x 19,88)).
Deze basisbijdrage van 25% betalen de meeste werkgevers in de private sector. Het gaat om de werkgevers die behoren tot categorie 1 voor de structurele lastenvermindering.
Let op!
Werkgevers uit de social-profit (categorie 2) en erkende beschutte werkplaatsen en maatwerkbedrijven (= categorie 3) betalen een andere basisbijdrage (zie verder).
Bovenop de basisbijdrage zijn er extra bijdragen die elke werkgever in principe verschuldigd is.
De omvang van die extra bijdragen verschilt naargelang:
- het statuut van de werknemer;
- de grootte van de onderneming;
- de aard van de activiteiten van de onderneming.
Daarnaast kunnen ook nog sectorale bijdragen verschuldigd zijn. De sector bepaalt de hoogte van deze bijdragen en de voordelen waarvoor ze bestemd zijn. De sectorale bijdragen komen niet aan bod in dit overzicht.
Overzicht patronale bijdragen Categorie 1 |
Arbeiders op brutoloon aan 108% |
Bedienden op brutoloon aan 100% |
Basisbijdrage (inclusief LM)
|
25% |
25% |
Extra bijdragen
|
||
Jaarlijkse vakantie (kwartaalbijdrage) | 5,57% | - |
Asbestfonds (enkel in 1e en 2e kwartaal) |
0,01% |
0,01% |
Arbeidsongevallen (bijzondere bijdrage) |
0,02% |
0,02% |
Tijdelijke WLH en anciënniteitstoeslag | 0,10% | 0,10% |
Werkloosheid (min. 10 WN's op 30 juni vorig jaar) |
1,69% (inclusief LM) |
1,69% (inclusief LM) |
Fonds sluiting onderneming (FSO) | ||
FSO basisbijdrage < 20 werknemers |
0,13% (inclusief LM) |
0,13% (inclusief LM) |
FSO basisbijdrage 20 of meer werknemers |
0,18% (inclusief LM) |
0,18% (inclusief LM) |
FSO CORRECTIE bijzondere bijdrage (TW) |
0,14% (inclusief LM) |
0,14% (inclusief LM) |
FSO basisbijdrage ondernemingen zonder handels- of industrieel doel |
0,02% |
0,02% |
LM = loonmatigingsbijdrage
Algemeen totaal - categorie 1 met handels- of industrieel doel |
Arbeiders op brutoloon aan 108% |
Bedienden op brutoloon aan 100% |
< 10 werknemers | 30,97% | 25,40% |
10 tot 19 werknemers | 32,66% | 27,09% |
20 en meer werknemers | 32,71% | 27,14% |
Opmerkingen
-
We vermelden de bijdragepercentages voor het Fonds sluiting ondernemingen (FSO) voor 2021 onder voorbehoud van publicatie in BS.
-
Voor enkele specifieke sectoren en werknemerstypen gelden afwijkende percentages FSO. Deze belichten we niet.
Het gaat om havenarbeiders, varend personeel in de zeevisserij, uitzendkrachten en arbeiders in de diamantnijverheid en -handel.
-
De inning van de bijdrage voor het Asbestfonds (0,01%) gebeurt enkel in het 1ste en 2de kwartaal van het kalenderjaar.
-
Werkgevers uit het paritair comité voor gezins- en bejaardenhulp (PC 318) worden behandeld als behorend tot categorie 1.
-
De structurele vermindering en doelgroepverminderingen waarvan de werkgever eventueel kan genieten voor bepaalde werknemers zitten niet vervat in dit overzicht.
-
De werkgever betaalt voor arbeiders nog een extra jaarlijkse bijdrage van 10,27% voor vakantiegeld.
Categorie 2
Categorie 2 bevat tewerkstellingen bij een werkgever die aanspraak maakt op Sociale Maribel met uitzondering van:
-
gezins- en bejaardenhulp (onder categorie 1); en
-
erkende beschutte werkplaatsen en maatwerkbedrijven (categorie 3).
De basisbijdrage voor social profit-werkgevers (categorie 2) bedraagt 32,40%. Deze werd niet verlaagd ingevolge de taxshift.
(32,40% = 24,92% + (5,67% + (0,0567 x 24,92) + 0,40%))
Daarbovenop komen dezelfde extra bijdragen als bij categorie 1 die verschillen naargelang statuut, omvang en aard van de activiteiten.
De werkgever is mogelijk ook nog bijkomende sectorale bijdragen verschuldigd.
Algemeen totaal - categorie 2 met handels- of industrieel doel |
Arbeiders op brutoloon aan 108% |
Bedienden op brutoloon aan 100% |
< 10 werknemers | 38,37% | 32,80% |
10 tot 19 werknemers | 40,06% | 34,49% |
20 en meer werknemers | 40,11% | 34,54% |
Algemeen totaal - categorie 2 zonder handels- of industrieel doel |
Arbeiders op brutoloon aan 108% |
Bedienden op brutoloon aan 100% |
< 10 werknemers | 38,26% | 32,69% |
10 en meer werknemers | 39,95% | 34,38% |
De opmerkingen hierboven opgesomd, gelden ook hier.
Categorie 3
Categorie 3 bevat tewerkstellingen bij een erkende beschutte werkplaats of een maatwerkbedrijf (PC 327), uitgezonderd de sociale werkplaatsen. Deze vallen onder categorie 1.
Bij de werkgevers in categorie 3 speelt een bijkomend onderscheid tussen werknemers mét en zonder loonmatiging.
-
valide werknemers mét loonmatiging:
De werkgeversbijdragen evolueerden zoals voor werknemers in categorie 1. Het basistarief voor hen bedraagt 25% vanaf 1 januari 2018. Voor deze groep werknemers geeft de tabel van categorie 1 een overzicht van de werkgeversbijdragen.
- mindervalide werknemers waarvoor de beschutte werkplaats geen loonmatiging verschuldigd is: De globale basisbijdrage bedraagt 19,88% vanaf 1 januari 2018. Onderstaande tabel geeft een totaalpercentage voor deze laatste groep van werknemers.
Algemeen totaal - categorie 3
|
Mindervalide arbeiders op brutoloon aan 108% |
Mindervalide bedienden op brutoloon aan 100% |
< 10 werknemers | 25,73% | 20,16% |
10 of meer werknemers | 27,33% | 21,76% |
De opmerkingen hierboven opgesomd, gelden ook hier.
Opgelet!
De percentages FSO zijn nog steeds niet gepubliceerd. Een KB moet deze nog bevestigen.
De bespreking geldt onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Voor de publieke sector gelden andere bijdragepercentages. De cijfers in deze nieuwsbrief zijn niet hanteerbaar voor werkgevers van de publieke sector.