Feedback
ella
Vlaanderen hervormt het werkplekleren
Uit het Belgisch Staatsblad van 17/08/2018
Gepubliceerd op 23/08/2018

Vanaf 1 september 2018 hervormt Vlaanderen het wekplekleren grondig.

 

 

Wat valt onder de noemer werkplekleren?

 

Werkplekleren bevat verschillende formules om werkzoekenden in een werkomgeving competenties aan te leren:

 

  • individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO);
  • beroepsinlevingsstage (BS) - voorheen beroepsinlevingsovereenkomst (BIO);
  • opleiding en opleidingsstage;
  • beroepsverkennende stage (BVS) - voorheen oriënterende stage;
  • activeringsstage;
  • werkervaringsstage (WES).

 

Wat zijn de belangrijkste hervormingen?

 

De belangrijkste hervormingen van het werkplekleren hebben betrekking op de individuele beroepsopleiding (IBO) en de cursistenvergoeding.

 

Voor de werkgevers zal de aanvraagprocedure voortaan volledig digitaal verlopen. Via vdab.be/werkgevers/ibo kan een werkgever zelf zijn aanvraag indienen én zijn dossier beheren. Bijkomend wordt de kostprijs op een forfaitaire basis berekend.

 

Voor de nieuwe cursisten wordt  de IBO helemaal kosteloos. Verplaatsingskosten en kinderopvang worden voor iedereen terugbetaald. Iedere cursist zal een gelijke vergoeding krijgen op basis van zijn eventuele vervangingsinkomen voor de start van de IBO.

 

Er wordt ook een nieuwe vorm van IBO geïntroduceerd: de K-IBO. Deze vorm van IBO is bedoeld voor de kwetsbare werkzoekenden, is gratis voor de werkgever en duurt 52 weken.

 

 

Daarnaaast krijgt de beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) een nieuwe naam: beroepsinlevingsstage (BIS) en wordt deze beperkt tot 6 maanden.

 

Wat wordt afgeschaft?

 

De instapstage en IBO-interim worden afgeschaft.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Met deze hervorming vereenvoudigt de administratieve last voor de werkgevers met als doel het gebruik van werkplekleren te stimuleren.

 

Ook wijzigt het kostenplaatje voor een IBO.

De werkgever is voortaan enkel nog een all-in bedrag (incl. dossierkosten, verplaatsingskosten, verzekering,…) verschuldigd dat op forfaitaire basis wordt berekend.

Bron:
Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 tot vaststelling van de regels voor de erkenning en financiering door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding van de gespecialiseerde trajectbepaling- en -begeleidingsdienst, de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten en de gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdiensten, wat betreft de GIBO en de oriënterende stage, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 betreffende de tijdelijke werkervaring

Context

Met deze hervorming van het werkplekleren streeft de Vlaamse Regering volgende doelstellingen na:

 

  • Garanderen van de kosteloosheid van de opleiding voor alle werkzoekenden.
  • Faciliteren van het inzetten van alle vormen van werkplekleren door partners van de VDAB.
  • Duidelijkheid creëren over de doelstelling en de output van de werkplekleervormen.
  • Administratieve vereenvoudiging realiseren om zo het gebruik van werkplekleren te stimuleren.
  • Remediëren van bestaande anomalieën bij het vergoeden van cursisten en/of het gebruik van de verschillende werkplekleervormen.

Juridische inhoud

1. 6 formules van werkplekleren

Vanaf 1 september 2018 kent Vlaanderen nog 6 verschillende formules van werkplekleren.

 

  • Individuele beroepsopleiding (IBO): de werkgever leidt een cursist op tot werknemer. Het is een oplossing voor vacatures waarvoor de werkgever geen geschikte kandidaat vindt.

 

  • Beroepsinlevingsstage (BIS):  de werkgever biedt een kandidaat een betaalde stage aan in zijn bedrijf. 

 

  • Beroepsverkennende stage (BVS): de werkgever geeft een werkzoekende de kans om op de werkvloer een oriënterende stage te doen. De beroepsverkennene stage is gratis voor werkgevers.
     
  • Opleiding en opleidingsstage: de werkgever stelt zijn werkvloer open voor een cursist uit een beroepsopleiding.

 

  • Activeringsstage: de werkgever biedt een werkzoekende met een medisch, mentaal, psychisch, psychiatrisch of sociaal probleem, of een combinatie van die problemen, aan om ervaring op te doen op de werkvloer. De activeringsstage duurt maximaal zes maanden en is gratis voor werkgevers. Voor een uitbreide bespreking: zie ook onze nieuwsbrief van 14 april 2017.

 

  • Werkervaringsstage (WES): de werkgever laat een werkzoekende die het moeilijk heeft om werk te vinden stage lopen in zijn bedrijf. De werkervaringsstage duurt maximaal zes maanden en is gratis voor werkgevers. Voor een uitgebreide bespreking: zie ook onze nieuwsbrief van 13 februari 2017.

2. Hervormingen

2.1. IBO-vergoeding

Een IBO-cursist zal voortaan van de VDAB een IBO-premie krijgen die afgestemd is op het bedrag van het vervangingsinkomen van de cursist.

 

Het totale inkomen van de cursist zal minstens 80% van het GGMMI (01/06/2017: 1,562,59 EUR) bedragen.

 

De IBO-premie bedraagt voortaan:

 

  • 20% van het GGMMI bij een vervangingsinkomen van minstens 38,50 EUR per dag;
  • 40% van het GGMMI bij een vervangingsinkomen van minstens 25,66 EUR per dag en maximum 38,49 EUR per dag;
  • 60% van het GGMMI bij een vervangingsinkomen van maximum 25,65 EUR per dag;
  • 80% van het GGMMI indien de cursist geen inkomen heeft.

 

Bij een deeltijdse IBO - die minstens halftijds moet zijn - wordt de premie betaald volgens de tewerkstellingsbreuk.

 

De werkgever is maandelijks een kostprijs verschuldigd.

 

De tussenkomst door de werkgever bedraagt:

 

  • 650 EUR indien de loonschaal minder dan 1.700 EUR bedraagt;
  • 800 EUR indien de loonschaal tusen de 1.700 en 2.000 EUR bedraagt;
  • 1.000 EUR indien de loonschaal tusen de 2.000 en 2.300 EUR bedraagt;
  • 1.200 EUR indien de loonschaal tussen de 2.300 en 2.600 EUR bedraagt;
  • 1.400 EUR indien de loonschaal meer dan 2.600 bedraagt.

2.2. Cursistenvergoedingen

Naast de IBO-vergoeding heeft de IBO-cursist ook recht op de nieuwe cursistenvergoedingen die aan alle werkzoekenden in opleiding worden toegekend.

 

Deze nieuwe cursistenvergoedingen garanderen de kosteloosheid van de opleiding voor alle werkzoekenden die in een formule van werkplekleren instappen.

 

Deze vergoedingen zijn:

 

  • verplaatsingsvergoedingen;
  • vergoeding in het kader van kinderopvang.

2.2.1. Verplaatsingsvergoeding

De cursist heeft recht op:

 

  • hetzij een terugbetaling van de effectieve abonnementskost van een openbare vervoersmaatschappij waar de VDAB een overeenkomst mee heeft afgesloten;
  • hetzij een forfaitaire verplaatsingsvergoeding van 0,15 EUR per kilomter. Dit voor de verplaatsingen, heen en terug, tussen de verblijfplaats van de cursist en de opleidingsplaats;
  • hetzij een forfaitaire vergoeding voor verre verplaatsing van 50 EUR per aanwezige dag. Deze vergoeding wordt enkel toegestaan op voorwaarde dat de enkele verplaatsingstijd voor de cursist meer dan 2 uur bedraagt of als de afstand tussen de woonplaats en de werkplek meer dan 100 km bedraagt.

 

Verplaatsingsvergoedingen voor de IBO-cursist zijn dus niet meer voor rekening van de werkgever.

2.2.2. Vergoeding in het kader van kinderopvang

De effectieve uitgaven voor kinderopvang voor alle niet-schoolgaande kinderen wordt terugbetaald tot ze toegelaten worden tot het kleuteronderwijs. Voor schoolgaande kinderen  in het kleuter-en basisonderwijs worden de kosten voor buitenschoolse kinderopvang vergoed.

 

De uitgaven worden enkel terugbetaald op dagen waarop de cursist beroepsopleiding volgt. Op de dagen dat de opleidingsinstelling of de werkgever collectief verlof heeft, worden de uitgaven van kinderopvang niet terugbetaald.

2.2.3. Stimulanspremie

Een derde cursistenvergoeding - die echter niet aan de IBO-cursist wordt toegekend - is de stimulanspremie.

 

Met deze premie wil de Vlaamse regering de meest kwetsbare doelgroepen een extra vergoeding geven om ze nog meer te stimuleren deel te nemen aan een opleiding en zo hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

 

Deze doelgroepen zijn:

 

  • uitkeringsgerechtigde werkloze met gezinslast en bij de start van de opleiding minstens een jaar ingeschreven als niet werkende werkzoekende.
  • leefloongerechtigde of ontvangt steun van het OCMW, met minstens één persoon ten laste.
  • recht op inkomensvervangende tegemoetkoming als persoon met een handicap met minstens één persoon ten laste.
  • ontvangt een invaliditeitsuitkering met minstens één persoon ten laste.

 

Voldoet de cursist - die tot één van deze doelgroepen behoort - aan de voorwaarden dan ontvangt hij  een premie van 100 EUR bruto per maand vanaf de vijfde week.

 

De voorwaarden zijn:

 

  • minstens 8 weken beroepsopleiding volgen;

  • minstens 20 uur per week beroepsopleiding volgen.

2.3. De K-IBO

Vanaf 1 september 2018 worden de curatieve IBO en de GIBO samengevoegd tot de K-IBO.

 

De doegroepen van de K-IBO zijn:

 

  • de niet-werkende werkzoekende met een indicatie van arbeidshandicap;
  • de niet-werkende werkzoekende jonger dan 25 jaar die ten minste gedurende 12 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de start van de K-IBO bij de VDAB als zodanig is ingeschreven;
  • de niet-werkende werkzoekende ouder dan 25 jaar die ten minste gedurende 24 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de start van de K-IBO bij de VDAB als zodanig is ingeschreven;
  • de personen ten laste van RIZIV die actieve stappen naar tewerkstelling zetten.

 

De minimumduur is een maand, de maximumduur is een jaar.

 

De IBO-premie die een K-IBO-cursist krijgt, is dezelfde als degene die een IBO-cursist ontvangt. Verschil met een gewone IBO is wel dat het bedrijf waar de K-IBO doorgaat geen maandelijkse bijdrage verschuldigd is.

3. De beroepsinlevingsstage (BIS)

Vlaanderen hervormt ook de bestaande beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) op een aantal punten:

 

  • de naam wordt gewijzigd in beroepsinlevingsstage (BIS);
  • enkele uitsluitingsgronden worden aangepast:
    • voortaan worden alle arbeidsprestaties die worden uitgevoerd door een leerling of student bij een werkgever in het kader van een opleiding die hij volgt in een door de gemeenschap of het bevoegde gewest ingerichte, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstelling of opleidingscentrum uitgesloten - ook al overschrijden zij de 60 prestatiedagen niet;
    • stages georganiseerd binnen het kader van een cursus die leidt tot het afleveren van een diploma, een getuigschrift of een bewijs van beroepsbekwaamheid worden uitgesloten - ook al wordt de duur niet expliciet door de bevoegde overheid vastgesteld.
  • de maximale duur wordt beperkt tot 6 maanden;
  • elke partij kan de beroepsinlevingsstage eenzijdig beëindigen met een opzeggingstermijn van 3 dagen, zonder dat er een schadevergoeding verschuldigd is. De stagiair kan de beroepsinlevingsstage met een opzeggingstermijn van één dag beëindigen, zonder dat hij een schadevergoeding verschuldigd is, als hij een gewone arbeidsovereenkomst heeft gesloten.

4. Overgangsbepaling

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.