Feedback
ella
Corona: bijdrageverminderingen evenementen- en hotelsector
Interpretaties van de overheid
Gepubliceerd op 30/04/2021

De federale regering kent een doelgroepvermindering toe aan bepaalde werkgevers uit de evenementen- en de hotelsector die bijzonder zwaar getroffen zijn door de aanhoudende maatregelen ter bestrijding van de coronapandemie. 

 

De wetgeving werd gepubliceerd op 13 april 2021. De RSZ maakte deze week zijn instructies bekend aan de sociaal secretariaten.   

 

Hierdoor is nu concreter afgelijnd welke werkgevers de bijdrageverminderingen mogen toepassen en hoe de RSZ de voorwaarden zal interpreteren en controleren

 

We geven in deze nieuwsbrief een uitgebreid overzicht.

 

Evenementensector 

Werkgevers met een hoofdactiviteit in de evenementensector kunnen een doelgroepvermindering toepassen voor maximum vijf werknemers in het 2e én 3e kwartaal 2021. 

 

Hotelsector 

Werkgevers in de hotelsector die zich geconfronteerd zien met minstens  60% omzetverlies (of daling van de loonmassa) ten opzichte van 2019, kunnen in het 2de kwartaal 2021 een doelgroepvermindering toepassen voor maximum 5 werknemers ‘per vestiging’. 

 

Extra voorwaarden 

In beide sectoren moet de werkgever een aantal extra voorwaarden naleven om de vermindering te mogen toepassen.  Sommige voorwaarden verschillen voor werkgevers uit de evenementen- en hotelsector, andere zijn gelijk of gelijkaardig. 

 

Vrijstelling 

Beide doelgroepverminderingen zijn een volledige vrijstelling (van het saldo) van de basiswerkgeversbijdragen voor een aantal werknemers.

Bron:
Wet van 2 april 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie.
RSZ-instructies van 27 april 2021.

Juridische inhoud

1. Evenementensector

1.1. Welke werkgevers?

Deze doelgroepvermindering is van toepassing op werkgevers: 

  • uit de privésector, en
  • met een hoofdactiviteit in de evenementensector

 

Concreet gaat het om werkgevers die: 

 

  • ofwel vallen onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf (PC 304) (dit wil zeggen met werkgeverscategorie 562 of 662);
  • ofwel een hoofdactiviteit uitoefenen in de evenementensector die bestaat uit:
    • de beoefening van uitvoerende kunsten, inclusief de beoefening van uitvoerende kunsten door zelfstandig werkende artiesten (NACE-code 90011) en de beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles (NACE-code 90012);
    • de promotie en organisatie van uitvoerende kunstevenementen (NACE-code 90021);
    • het ontwerp en bouw van podia (NACE-code 90022);
    • de gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken (NACE-code 90023);
    • ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten (NACE-code 90029);
    • de beoefening van scheppende kunsten (NACE-code 90031);
    • ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten (NACE-code 90032);
    • de exploitatie van schouwburgen, theaters, concertzalen, musichalls, cabarets en andere accommodaties voor podiumkunst (NACE-code 90041);
    • de exploitatie van geluidsopnamestudio’s voor rekening van derden (NACE-code 90041);
    • het beheer en exploitatie van culturele centra (NACE-code 90042)en multifunctionele centra en evenementenhallen, overwegend ten behoeve van de scheppende en uitvoerende kunst (NACE-code 90042);
    • de organisatie van congressen en beurzen (NACE-code 82300);
    • de organisatie van sportevenementen (NACE-code 93199) maar beperkt tot werkgevers die 'kunnen aantonen' dat hun hoofdactiviteit in de evenementensector ligt.
      De NACE-code 93199 op zich is te ruim als criterium. De RSZ zal a posteriori controleren op hoofdactiviteit.

 

Merk op!

 

De RSZ zal de doelgroepvermindering toelaten voor werkgevers met bovenvermelde kenmerken, op voorwaarde dat de werkgever alle bijkomende voorwaarden  (zie verder) nakomt.

 

Er is echter nog een andere groep van werkgevers die ook aanspraak kan maken op de doelgroepvermindering. De RSZ kan deze echter niet selecteren aan de hand van de beschikbare criteria. Het gaat om werkgevers die gelijkaardige activiteiten uitoefenen.

 

Gelijkaardige hoofdactiviteit 

 

De werkgevers die 'niet' vallen onder PC 304 of 'geen' hoofdactiviteit uitoefenen onder één van de hierboven opgesomde NACE-codes, maar toch gelijkaardige activiteiten doen, kunnen de bijdragevermindering ook toepassen.  Ze moeten wel kunnen aantonen dat hun hoofdactiviteit in de evenementensector ligt.   

 

Uiteraard dienen zij ook de bijkomende voorwaarden na te leven. 

 

De RSZ zal a posteriori controleren op hoofdactiviteit én de naleving van de extra voorwaarden. 

 

Voorbeeld

 

Werkgevers die behoren tot het paritair comité voor de horeca en als hoofdactiviteit evenementen organiseren zoals bedrijfsevents of privéfeesten. Deze werkgevers kunnen in aanmerking komen.

 

Het is van belang een goed begrip te hebben van wat men verstaat onder een 'evenement'. Dit met het oog op het bewijs dat de RSZ achteraf zal vragen om voor te leggen.

 

Begrip 'evenement' 

 

Voor de toepassing van deze maatregel beschouwt men als een evenement:

  • een georganiseerde gebeurtenis,
  • gericht op publiek én
  • beperkt in de tijd (tijdelijk van aard = belangrijk element).

 

 Een evenement 'kan' volgende kenmerken hebben / zijn:

  • openbaar of besloten;
  • groot of klein;
  • terugkerend of éénmalig. 

 

Bijkomende voorwaarden

 

Om in aanmerking te komen, moet de werkgever volgende bijkomende voorwaarden naleven:

 

  • de werknemers waarvoor hij de vermindering toepast, in dienst houden tijdens de 'twee' verminderingskwartalen;

    Op dat principe voorziet men een uitzondering voor werknemers die:
    • zelf ontslag nemen;
    • om dringende reden ontslagen worden;
    • tijdskrediet of thematisch verlof opnemen.

 

  • in 2021 'elke' werknemer van de onderneming een individueel en concreet opleidingsaanbod doen van ten minste 5 volledige dagen per voltijds equivalente werknemer. 

    Dit betekent concreet: minimum 5 volledige dagen opleiding - te volgen in 2021 -aanbieden aan een voltijdse werknemer met volledige prestaties. Voor deeltijders volstaat een pro rata aantal dagen in verhouding tot de contractuele arbeidsduur van de werknemer.

    Het opleidingsaanbod mag de werkgever heel ruim invullen met diverse opleidingen in de professionele sfeer. 

 

De wet legt geen specifieke inhoudelijke of kwalitatieve eisen op. Interne, bedrijfseigen vormingen of webinars, online opleidingen komen dus ook in aanmerking, voor zover het gaat om opleidingen met een professioneel karakter.

 

Ook vormingen die worden georganiseerd via een sectoraal fonds of sectoraal vormingsinstituut zoals CEVORA komen in aanmerking.

 

De werkgever kan in principe vrij kiezen welke vorming hij elk van zijn werknemers laat volgen.  De werkgever dient hierover wel uitdrukkelijk te informeren en te overleggen met de sociale overlegorganen aanwezig in de onderneming of met de werknemers zelf indien geen overlegorganen aanwezig.

 

'Elke' werknemer moet een individueel opleidingsaanbod krijgen, dus ook werknemers die geheel of gedeeltelijk tijdelijk werkloos worden gesteld.  De opleiding kan immers ook plaatsvinden op dagen van tijdelijke werkloosheid. 

 

Qua tijdstip van de vormingsdagen is niets vastgelegd. Enkel dat de opleiding zich moet situeren in 2021.  Daar zal de werkgever (in de mate van het mogelijke) op moeten letten.

 

De opleidingsuren moeten zich niet noodzakelijk op een normale arbeidsdag bevinden.  En ook niet noodzakelijk tijdens de normale werkuren. Heel wat opleidingen oa opleiding aangeboden door CEVORA, gaan door s' avonds of op zaterdag.

 

Als de werknemer niet ingaat op het aanbod, zal de werkgever hier geen nadeel van ondervinden. Het volstaat dat hij het bewijs kan leveren van het aanbod. 

 

  • de werkgever mag in 2021 geen dividenden uitkeren aan aandeelhouders en ook geen bonussen betalen aan leden van de Raad van Bestuur of leidinggevenden van de onderneming;

 

  • de werkgever mag in 2021 geen eigen aandelen inkopen;

 

  • informeren van en overleggen met de ondernemingsraad, of bij afwezigheid daarvan de vakbondsafvaardiging, of bij afwezigheid daarvan de werknemers, over de toepassing van de maatregel in de onderneming en de voorwaarden, in het bijzonder over het opleidingsaanbod;

 

  • garanderen dat voor elk verminderingskwartaal het aantal dagen tijdelijke werkloosheid ingevolge Corona én economische redenen niet hoger ligt dan in het 1e kwartaal 2021.

    Deze laatste voorwaarde is heel specifiek voor de evenementensector. 

    De RSZ zal deze voorwaarde a posteriori voor elk kwartaal controleren op basis van de gegevens die werden aangegeven in de kwartaalaangiftes. 

1.2. Doelgroepvermindering evenementensector

G7 voor maximum 5 werknemers in 2e en 3e kwartaal 2021

 

De werkgevers die vallen in het toepassingsgebied én de bijkomende voorwaarden naleven, kunnen een doelgroepvermindering G7 toepassen voor maximum vijf werknemers in het 2e en 3e kwartaal 2021.  

 

Deze doelgroepvermindering is een volledige vrijstelling (van het saldo) van de basiswerkgeversbijdragen. 

 

Geen voorafgaande aanvraag

 

De werkgever past de doelgroepvermindering onmiddellijk toe in de DMFA-aangifte van het 2e en 3e kwartaal 2021. Er dient geen voorafgaande aanvraag of check te gebeuren bij de RSZ.

 

Er is een specifieke verminderingscode voor deze doelgroepvermindering in het leven geroepen.

 

Controle achteraf

 

De toekenning van de vermindering gebeurt wel onder voorbehoud van de controles achteraf door de RSZ. 

 

De RSZ annuleert de verminderingen als bij controle blijkt dat de werkgever:

  • niet in het toepassingsgebied valt;
  • de toekenningsvoorwaarden niet heeft nageleefd.

2. Hotelsector

2.1. Welke werkgevers?

Deze doelgroepvermindering voor de hotelsector is van toepassing op de werkgevers:

 

  • uit de privésector; 
  • die ressorteren onder het paritair comité voor het hotelbedrijf (PC 302) én als hoofdactiviteit een hotel uitbaten of accommodatie verschaffen, of een vestiging hebben die deze activiteit uitoefent (*), én 
  • in het 2e kwartaal 2021 een omzetdaling van minstens  60% kennen ten opzichte van het 2e kwartaal 2019.   

 

Concreet gaat het om werkgevers die: 

 

  1. vallen onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf (PC 302), (dat wil zeggen met werkgeverscategorie 017 of 317) ; 
  2. én een hoofdactiviteit uitoefenen die hoort onder één van volgende NACE-codes:
    • 55.100: Hotels en dergelijke accommodatie
    • 55.201: Jeugdherbergen en jeugdverblijfcentra
    • 55.202: Vakantieparken
    • 55.203: Gîtes, vakantiewoningen en -appartementen
    • 55.204: Gastenkamers
    • 55.209: Vakantieverblijven en andere accommodatie voor kort verblijf, n.e.g.
    • 55.300: Kampeerterreinen en kampeerauto- en caravanterreinen
    • 55.900: Overige accommodatie;

 

Let op!

Een vestigingseenheid moet een hotel uitbaten of accommodatie verschaffen zoals omschreven in de voormelde NACE-codes.

 

Gemeentelijke campings komen niet in aanmerking voor de maatregel. 

 

Als de werkgever niet de juiste 'hoofd-NACE-code' heeft (zoals gekend bij de RSZ) zal de RSZ de ondernemingsactiviteiten checken via de Kruispuntbank voor ondernemingen (KBO) en andere beschikbare bronnen (bv. de website van de onderneming).  De RSZ zal de werkgever aanschrijven om bewijs te vragen over de hoofdactiviteit van de onderneming.

 

  1. én in het 2e kwartaal 2021 een effectieve omzetdaling van minimum 60% ten opzichte van het 2e kwartaal 2019. 

    De vergelijking gebeurt op basis van de periodieke BTW-aangiftes (vak 2) op het niveau van de rechtspersoon als geheel.

    Werkgevers die geen periodieke BTW-aangifte moeten doen, kunnen aanspraak maken op de vermindering als ze in het 2e kwartaal 2021 een effectieve daling van minstens 60% van de bij de RSZ aangegeven loonmassa kennen ten opzichte van het 2e kwartaal 2019.

    Het betreft:
    • kleine ondernemingen die hebben geopteerd voor de vrijstellingsregeling indien hun jaarlijkse omzet niet meer dan 25.000 EUR bedraagt;
    • ondernemingen die onder de bijzondere landbouwregeling vallen;
    • ondernemingen die deel uitmaken van een BTW-eenheid die de BTW-aangiften uitvoert voor de volledige eenheid;
    • werkgevers die niet BTW-plichtig zijn.

 

De RSZ zal begin september 2021 deze laatste voorwaarde controleren op basis van de beschikbare BTW-aangiftes.  Als er geen aangiftes voorhanden zijn, gebeurt de controle op de daling van de loonmassa. 

 

Bijkomende voorwaarden

 

Om in aanmerking te komen, moet de werkgever volgende bijkomende voorwaarden naleven:

  • de werknemers voor wie de werkgever de vermindering toepast, moeten ononderbroken in dienst blijven gedurende het 2e kwartaal 2021;


Men maakt een uitzondering op dat principe voor werknemers die:

    • zelf ontslag nemen;
    • om dringende reden ontslagen worden;
    • tijdskrediet of thematisch verlof opnemen.
       
  • in 2021moet 'elke' werknemer van de onderneming een individueel en concreet opleidingsaanbod krijgen van ten minste 5 volledige dagen per voltijds equivalente werknemer. 

    Dit betekent concreet: in 2021 minimum 5 volledige dagen opleiding aanbieden aan elke voltijdse werknemer met volledige prestaties. Voor deeltijders volstaat een pro rata aantal dagen in verhouding tot de contractuele arbeidsduur van de werknemer.

 

De werkgever kan het opleidingsaanbod ruim invullen met diverse opleidingen in de professionele sfeer.  Alle bemerkingen hierrond bij de evenementensector, zijn ook hier relevant.

 

  • de werkgever mag in 2021 geen dividenden uitkeren aan aandeelhouders en ook geen bonussen betalen aan leden van de Raad van Bestuur of leidinggevenden van de onderneming;
     
  • de werkgever mag in 2021 geen eigen aandeleninkopen;

 

  • informeren van en overleggen met de ondernemingsraad, of bij afwezigheid daarvan de vakbondsafvaardiging, of bij afwezigheid daarvan de werknemers, over de toepassing van de maatregel in de onderneming en de voorwaarden, in het bijzonder over het opleidingsaanbod. 

 

De RSZ zal a posteriori controles uitvoeren op het naleven van deze voorwaarden.

2.2. Doelgroepvermindering hotelsector

G7 voor maximum 5 werknemers 'per vestiging' in 2e kwartaal 2021

 

De werkgevers in de hotelsector die vallen in het toepassingsgebied én de bijkomende voorwaarden naleven, kunnen een doelgroepvermindering G7 voor maximum 5 werknemers per vestiging toepassen in het 2e kwartaal 2021. 

 

Deze doelgroepvermindering is een volledige vrijstelling (van het saldo) van de basiswerkgeversbijdragen.  

 

In dit geval mag de vermindering slechts één kwartaal gebeuren, maar wel voor maximum 5 werknemers ‘per vestigingseenheid’ van de onderneming. 

 

De werknemers voor wie de werkgever de vermindering toepast, moeten behoren tot het PC voor het hotelbedrijf. 

 

Geen voorafgaande aanvraag

 

De werkgever past de doelgroepvermindering onmiddellijk toe in de DMFA-aangifte van het 2e kwartaal 2021. Er dient geen voorafgaande aanvraag of check te gebeuren bij de RSZ.

 

Er is een specifieke verminderingscode voor deze doelgroepvermindering in het leven geroepen.

 

Controle achteraf

 

De toekenning van de vermindering gebeurt onder voorbehoud van de controles achteraf door de RSZ. 

 

De RSZ annuleert de verminderingen als bij controle blijkt dat de werkgever:

  • niet in het toepassingsgebied valt;
  • de toekenningsvoorwaarden niet heeft nageleefd.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.