Juridische inhoud

1. Bevoegdheid deelstaten inzake doelgroepenbeleid sinds 6e staatshervorming

De deelstaten zijn ingevolge de 6e Staatshervorming vanaf 1 juli 2014 bevoegd voor:

• de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid eigen aan de kenmerken van de werknemer: 
• vermindering voor oudere werknemers,
• vermindering voor jongere werknemers,
• vermindering voor langdurige werkzoekenden
• vermindering voor werknemers getroffen door herstructurering;
• de activering van werkloosheidsuitkeringen voor
• jonge werknemers,
• personen met een handicap,
• langdurige werkzoekenden.

De federale overheid blijft bevoegd voor volgende maatregelen inzake loonkost:

• de algemene lastenverlagingen die gelden voor alle werkgevers, zoals op dit moment de structurele vermindering van de patronale SZ-bijdragen;
• de verminderingen van de werknemersbijdragen, bv. de werkbonus;
• de vermindering van de werkgeversbijdragen voor de SZ die vastgesteld worden in functie van de kenmerken van de werkgever of een activiteitensector (= sectorale verminderingen); het gaat concreet om:
• verminderingen voor eerste aanwervingen;
• verminderingen voor collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek;
• vermindering voor de aanwerving van wetenschappelijk personeel en loonmatiging universiteiten

• verminderingen voor de horeca;

• verminderingen voor de luchtvaartsector.

• de verminderingen voor werknemers met lage lonen bv. de werkbonus;

• de vrijstellingen van het doorstorten van de bedrijfsvoorheffing;

In uitzondering op voormeld principe wordt de bevoegdheid voor de volgende sectorale verminderingen van de werkgeversbijdragen wel overgedragen aan de gewesten:

• de verminderingen voor de bagger- en sleepvaartsector en voor de koopvaardij (met uitzondering van de vermindering van de RSZ-werknemersbijdrage voor de bagger- en sleepvaartsector);
• de verminderingen voor onthaalouders;
• de verminderingen voor huispersoneel;
• de verminderingen voor kunstenaars;
• de verminderingen voor de sector van de sociale economie (met uitzondering van de structurele vermindering voor de beschutte werkplaatsen).

De sector van de sociale economie omvat de werkgevers waarvan de activiteiten als doel hebben personen tewerk te stellen die moeilijk een plaats vinden in het reguliere arbeidscircuit en winst maken niet het belangrijkste doel is, ongeacht hun juridische vorm.

2. In een notendop het doelgroepenlandschap in Vlaanderen

Nieuwe maatregelen

Vanaf 1 juli 2016 start het Vlaams Gewest met een eigen doelgroepenbeleid met bijzondere aandacht voor:

• ouderen +55 jaar en
• jongeren -25 jaar.

De Vlaamse Regering ontwikkelde voor deze prioritaire groepen een eigen steunmaatregel. Men hanteert andere verminderingsbedragen, leeftijdscategorieën en voorwaarden.  Voor de vermindering bij aanwerving van jongeren is een overgangsregeling voorzien.

Voor personen met een arbeidshandicap wordt de bestaande VOP maatregel hergebruikt mits enkele kleinere aanpassingen.

Maatregelen die geleidelijk verdwijnen

Vanaf 1 januari 2017 stopt in het Vlaams gewest de nieuwe instroom van de overgedragen steunmaatregelen voor:

• langdurig werkzoekenden (Activa en doorstromers);
• werknemers getroffen door herstructurering.

Deze voordelen verdwijnen volledig in het Vlaams Gewest vanaf 1 januari 2019.

Dit betekent dat voor aanwervingen tot en met 31 december 2016 de werkgever tot uiterlijk 31 december 2018 de bestaande steunmaatregelen nog kan toepassen. Als er nog een saldo overblijft eind 2018, gaan dat verloren.

De Vlaamse Regering wil inzetten op ruimere begeleiding van werkzoekenden. 

Er wordt overlegd over de mogelijkheid van een aangepaste stimulans voor aanwerving en volgehouden tewerkstelling van langdurig werkzoekenden.

Maatregelen die blijven bestaan

Het Vlaams Gewest behoudt de bestaande steunmaatregelen ongewijzigd voor:

• kunstenaars,
• onthaalouders,
• huispersoneel
• baggersector.

Volgende maatregelen blijven voorlopig bestaan in het Vlaams Gewest, maar worden later aangepast:

• mentors (opleiding en duaal leren);
• SINE (sociale economie). 

Maatregelen binnen de federale bevoegdheden blijven bestaan

De werkgever in het Vlaams Gewest kan de federale maatregelen ongewijzigd blijven toepassen.  De voornaamste maatregelen:

• de structurele vermindering;
• eerste aanwervingen;
• collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek;
• werkbonus;
• vrijstellingen van doorstorting bedrijfsvoorheffing.

3. Nieuwe vermindering AANWERVING ouderen 55+ vanaf 1/7/2016 in Vlaams Gewest

Bij aanwerving van een 55-plusser vanaf 1 juli 2016 kan de werkgever gevestigd in het Vlaams Gewest gedurende 2 jaar een hogere doelgroepvermindering genieten.  Het verminderingsbedrag hangt af van de concrete leeftijd in het kwartaal van aanwerving.

Voorwaarden oudere

• minstens 55 jaar (of 60) en wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt op laatste dag van het aanwervingskwartaal (VDAB checkt voorwaarde);

• als niet-werkende werkzoekende ingeschreven bij VDAB;

(bij indiensttreding kan werkgever een attest van inschrijving vragen aan kandidaat-werknemer; hij kan dit afprinten uit zijn dossier; VDAB informeert RSZ over deze voorwaarde)

• gedurende de vier kwartalen voor het kwartaal van indiensttreding niet tewerkgesteld bij de werkgever die de vermindering vraagt (a posteriori controle door RSZ). 

Voorwaarden toepassing vermindering

• indiensttreding vanaf 1 juli 2016 (ook herindiensttreding vanaf juli 2016);

• behoren tot categorie 1 structurele vermindering (socialprofitsectoren uitgesloten);

• refertekwartaalloon van de oudere < 13.400 EUR(elk kwartaal van toepassing);

• oudere werknemer tewerkgesteld(of gekoppeld) aan vestiging in Vlaams Gewest;

• een heraanwerving binnen de 4 kwartalen na einde contract wordt beschouwd als één tewerkstellingsperiode (geopend recht loopt door).

Let op!

De verminderingsbedragen zijn maximumbedragen per kwartaal of per jaar. Proratisering is mogelijk bij deeltijdse tewerkstelling of onvolledige prestaties in het kwartaal.

De 55-plusser die de werkgever aanwerft mag in de loop van de 4 kwartalen voordien niet door de werkgever tewerkgesteld zijn om in aanmerking te komen voor de nieuwe aanwervingsvermindering.

Voor aanwervingen vanaf 1 juli 2016 kan de federale doelgroepvermindering oudere en de Vlaamse tewerkstellingspremies 50+ (voor aanwerving voor langdurig werkzoekende ouderen) niet meer opgestart worden.

3. Nieuwe vermindering TEWERKSTELLING ouderen 55+ vanaf 1/7/2016 in Vlaams Gewest

Bij tewerkstelling van 55-plussers vanaf 1 juli 2016 geniet de werkgever gevestigd in het Vlaams Gewest volgende verminderingsbedragen:

Voorwaarden oudere

• tewerkstelling vanaf 55 jaar op laatste dag van het kwartaal;

• geen beperking qua leeftijd;.  

Voorwaarden toepassing

• toepassing vanaf 3e kwartaal 2016;

• voor werknemer in vestiging gelegen in Vlaams Gewest;

• die behoort tot categorie 1 voor structurele vermindering (socialprofitsectoren uitgesloten);

• refertekwartaalloon werknemer elk kwartaal < 13.400 EUR (4.466 euro/maand);

• zonder beperking in de tijd

Let op!

De verminderingsbedragen zijn maximumbedragen per kwartaal of jaar.

Deze doelgroepvermindering volgt automatisch op de vermindering bij aanwerving van een 55-plusser vanaf 1 juli 2016.

Deze vermindering wordt in principe automatisch toegepast voor ouderen tewerkgesteld in het Vlaams Gewest vanaf 1 juli 2016, tenzij de hogere vermindering voor aanwerving van een oudere werkzoekende van toepassing is.

Wat verdwijnt op 1/7/2016 ?

De bestaande doelgroepvermindering voor ouderen tewerkgesteld in een vestiging in het Vlaams Gewest verdwijnt op 1 juli 2016.  De nieuwe vermindering bij tewerkstelling komt in de plaats.

De Vlaamse tewerkstellingspremies voor aanwerving van 50+ (langdurig) werkzoekende ouderen kunnen nog opgestart worden voor aanwervingen tot uiterlijk 30 juni 2016 volgens de huidige voorwaarden. De premies 50+ stoppen definitief op 1 januari 2019.

De Vlaamse premies 50+ verlenen de werkgever een tussenkomst tot maximum 50% van de loonkost gedurende 1 à 2 jaar naargelang de leeftijd en de werkloosheidsduur van de langdurig werkzoekende oudere (< 1jaar, 1à 2 jaar of langer dan 2 jaar werkzoekend). 

4. Vragen en antwoorden over verminderingen voor ouderen in het Vlaams Gewest

1. Is er verlies aan bijdrageverminderingen voor 'tewerkstelling' van ouderen vanaf juli 2016 ?

In een aantal leeftijdscategorieën is er een kleinere doelgroepvermindering dan de in de bestaande regeling voor ouderen. Voor andere leeftijden is er net een groter voordeel.

Voor 54 jarigen is er geen vermindering meer vanaf juli in vestigingen gelegen in het Vlaams Gewest.  De concrete impact zal dus afhangen van de leeftijdsspreiding van het personeel.

Onderstaande tabel vergelijkt de maximale verminderingsbedragen per kwartaal in functie van de leeftijd van de werknemer.

De laatste kolom geeft de verhoogde bedragen gedurende de eerste 2 jaar bij aanwerving van een werkzoekende oudere .

2. Wat kost de tewerkstelling van een oudere werknemer vanaf het 3e kwartaal 2016?

We vergelijken voor het 3e kwartaal 2016 de kost (loon + werkgeversbijdragen - bijdrageverminderingen) voor de tewerkstelling van oudere werknemers van verschillende leeftijd in het Vlaamse Gewest ten opzichte van de kost uitgaande van de huidige vermindering voor ouderen. 

De berekening houdt rekening met de gereduceerde werkgeversbijdragen ingevolge de taxshift en de hervorming van de structurele vermindering vanaf 1/4/2016.

De cijfervoorbeelden blijven bruikbaar tot eind 2017 (vanaf 2018 vermindert de basisbijdrage en wijzigt de structurele vermindering sterk).

Bediende uit PC 200

privésector categorie 1

onderneming steltminimum 20 werknemers  tewerk

bijdragen 2016/3 = 32,38% (30% basisbijdrage + 2,15%(bijzondere bijdragen) + 0,23%(Fonds bestaanszekerheid PC 200)

bediende 1 met voltijds brutoloon 2500 euro/maand (of 7500 euro/kwartaal)

verschuldigde kwartaalbijdragen 2016/3: 2428,5 euro/kwartaal

verminderd met structurele vermindering (-438 euro): 1990,5 euro/kwartaal

Volgende tabel geeft in functie van de leeftijd de kost per kwartaal (3e kwartaal 2016)

bediende 2 met voltijds brutoloon 3500 euro/maand (of 10500 euro/kwartaal)

verschuldigde kwartaalbijdragen 2016/3: 3399,9 euro/kwartaal

verminderd met structurele vermindering (-438 euro): 2961,9 euro/kwartaal

Volgende tabel geeft in functie van de leeftijd de kost per kwartaal (3e kwartaal 2016)

3. Is het interessant om een oudere 'aan te werven' in het Vlaams Gewest?

Ja, een nieuwe aanwerving van een werkzoekende van minstens 55 jaar vanaf 1 juli geeft 2 jaar recht op een verhoogde bijdragevermindering (check voorwaarden): 

• 1150 EUR/kwartaal (4600 EUR/jaar) voor werkzoekende vanaf 55 jaar,

• 1500 EUR/kwartaal (6000 EUR/jaar) voor werkzoekende vanaf 60 jaar.

Merk op:

• één dag inschrijving als werkzoekende bij VDAB volstaat, maar is vereist;

• de verhoogde RSZ-vermindering duurt sowieso 8 kwartalen (de bestaande tewerkstellingspremies voor 50+ voorziet het voordeel gedurende 8 kwartalen op voorwaarde van minstens 2 jaar werkloosheid);

• maximale loongrens vormt mogelijke beperking van het voordeel;

• na de periode van verhoogde vermindering geniet de werkgever in principe de gewone vermindering oudere.

Voorbeeld 'aanwerving' 55-jarige op 1/7/2016 in Vlaams Gewest

werknemer is 55 jaar sinds 01/01/2016

bij indiensttreding 1 dag ingeschreven werkzoekend bij VDAB

Volgende tabel geeft de evolutie van de doelgroepvermindering in de tijd

4. Kan een werkgever met vestiging in het Vlaams Gewest de vermindering bij 'aanwerving oudere' genieten voor een werkzoekende die niet in het Vlaams gewest woont ?

Ja, als de oudere uit Brussel of Wallonië zich inschrijft bij VDAB als werkzoekende, en de werkgever de oudere aanwerft en tewerkstelt in een vestiging gelegen in het Vlaams Gewest, wordt het recht geopend op de Vlaamse aanwervingsvermindering gedurende 8 kwartalen.  De werkgever kan de vermindering toepassen zolang de werknemer verbonden blijft aan de Vlaamse vestiging.

Als de betrokken werkzoekende aanvankelijk (maar ten vroegste vanaf juli 2016) werd aangeworven en tewerkgesteld in een vestiging van de werkgever gelegen in het Brussels of Waals Gewest en pas later in een Vlaamse vestiging van de werkgever werkt, kan de werkgever het eventuele saldo van de Vlaamse aanwervingsvermindering toepassen.

5. Wat gebeurt er met de Vlaamse vermindering oudere als de werkgever zijn werknemer overplaatst naar een andere vestiging gelegen in het Brussels of Waals gewest?

De Vlaamse vermindering stopt als de werknemer overgeplaatst wordt naar een vestiging in een ander gewest.  De werkgever kan voor de betrokken oudere werknemer vanaf zijn overplaatsing eventueel wel een doelgroepvermindering in het ander gewest ontvangen (volgens de voorwaarden in het betrokken gewest). 

Als de oudere werknemer na enkele kwartalen terugkeert naar een vestiging gelegen in het Vlaams Gewest, kan het eventuele saldo van de verhoogde aanwervingsvermindering voor ouderen genoten worden.  De periode van 8 kwartalen start bij de aanvankelijke aanwerving door de werkgever en blijft geopend tijdens het kwartaal van indiensttreding + de 7 volgende kwartalen.  De teller loopt wel door vanaf de aanvankelijke aanwerving bij de werkgever.

6. Wat gebeurt er met de Vlaamse RSZ-vermindering 'aanwerving oudere' of 'tewerkstelling oudere' als de werknemer zijn hoofdverblijfplaats verhuist naar een ander gewest?

De werkgever kan de Vlaamse vermindering oudere verder blijven toepassen. De woonplaats van de werknemer is irrelevant voor de RSZ-vermindering van de werkgever.

7.Wat gebeurt er met de Vlaamse doelgroepverminderingen als de werkgever een vestiging verhuist naar een ander gewest ?

Zolang de vestiging gelegen in het Vlaamse Gewest, kan de werkgever Vlaamse verminderingen toepassen; zodra een vestiging verhuist naar een ander gewest, zijn de doelgroepverminderingen van het betrokken gewest mogelijk volgens de voorwaarden die daar gesteld worden.  Bv. de Vlaamse verhoogde aanwervingsvermindering voor een oudere werkzoekende verdwijnt vanaf de verhuis van de vestiging waaraan de werknemer verbonden is.

8. Is er nog een extra premie voor aanwerving van langdurig werkloze ouderen vanaf juli 2016?

Neen, door het Vlaamse decreet wordt geen aanwervingspremie voor langdurig werkzoekenden voorzien.    Maar de bestaande tewerkstellingspremies 50+voor langdurig werkzoekende ouderen blijven wel nog mogelijk voor aanwervingen tot uiterlijk 30 juni 2016. Deze premies verdwijnen pas definitief eind 2018.

Het is mogelijk dat er in de toekomst toch nog een extra aanwervingspremie komt voor werkgevers die een langdurig werkzoekende aanwerven in Vlaanderen.  De precieze vorm en aard van die aanwervingsstimulans ligt nog niet vast en wordt nog volop besproken.  De bedoeling zou zijn met die steunmaatregel te starten vanaf 1 januari 2017 .   

9. De hogere aanwervingspremie vanaf 1/7/2016 stelt dat de oudere werknemer in de 4 voorgaande kwartalen niet tewerkgesteld werd door de werkgever.  Kan de werkgever voor dergelijke aanwerving vanaf 1/7/2016 dan geen vermindering toepassen? 

Het opnieuw in dienst nemen na 30/6/2016 van een 55-plusser ingeschreven bij de VDAB die in de loop van de 4 kwartalen voordien nog door de werkgever tewerkgesteld werd, komt niet in aanmerking voor de nieuw aanwervingsvermindering, eventueel wel voor de lagere tewerkstellingsvermindering (voorwaarden inzake leeftijd, voldaan).

5. Nieuwe doelgroepvermindering jongeren -25 jaar vanaf 1 juli 2016 in Vlaams Gewest

Bij aanwerving van een jonge werknemer beneden 25 jaar vanaf 1 juli 2016 geniet de werkgever gevestigd in het Vlaams Gewest gedurende 2 jaar een vermindering van werkgeversbijdragen (bovenop de structurele vermindering) als het loon van de werknemer een loongrens niet overschrijdt.  De loongrens is hoger vanaf het tweede jaar.

Voor leerlingen en jongeren in alternerende opleiding is vanaf 1 juli 2016 een specifieke doelgroepvermindering van 1000 euro/kwartaal voorzien tijdens de opleiding in de onderneming.  Hierdoor worden de werkgeversbijdragen in principe tot nul herleid.

De werkgever kan na afloop van de periode als leerling voor dezelfde jongere die hij tewerkstelt als werknemer ook beroep doen op de vermindering jonge werknemer voor 2 jaar(alle voorwaarden voldaan).

voorwaarden jongere

• < 25 jaar op de laatste dag van het kwartaal;
• bij indiensttreding laaggeschoold (geen diploma SO) of middengeschoold (max. diploma SO);
• niet meer leerplichtig en binnen het kwartaal na aanwerving wordt geen diploma behaald waardoor de jongere niet langer laag- of middengeschoold is;
• refertekwartaalloon lager dan maximum loongrens;
• in 1e jaar: 7.500 EUR (< 2.500 EUR/maand)
• in 2e jaar: 8.100 EUR (< 2.700 EUR/maand
• verplicht elektronisch dossier aangemaakt bij VDAB uiterlijk op de laatste dag van het verminderingskwartaal

VDAB attesteert de scholingsgraad elektronisch aan RSZ en kan geraadpleegd worden via Ecaro door de werkgever..

voorwaarden toepassing

• indiensttreding vanaf 1/7/2016

• voordeelperiode: kwartaal in dienst + 7 daaropvolgende kwartalen

• behoud van de vermindering als de jongere tijdens de voordeelperiode een bijkomende kwalificatie behaalt;
• werkgever moet niet voldoen aan de startbaanverplichting om de vermindering jongere te genieten;
• toekenning per kwartaal vanaf de eerste indienstneming van de jonge werknemer die plaatsvindt vanaf 1 juli 2016; 
• bij heraanwerving van een jonge werknemer binnen de 4 kwartalen na einde vorige contract worden beide tewerkstellingen voor de vermindering (bedragen en periode) als één periode beschouwd en de periode tussen de contracten verlengt de voordeelperiode niet (geopend recht loopt door).

Merk op!

De korting voor jongeren is van toepassing bij elke indienstneming (na 30/6/2016), dus meerdere werkgevers kunnen profiteren van de vermindering als de jongere wijzigt van werkgever.

Zowel de werkgevers uit de openbare als uit de hele private sector(ook de socialprofitsectoren) komen voor de doelgroepvermindering in aanmerking, ongeacht het aantal werknemers dat zij tewerkstellen.

Een werkgever kan de korting voor één bepaalde jongere in principe niet meer dan 2 jaar genieten, tenzij de jongere aanvankelijk leerling was in de onderneming. De vermindering jongere wordt toegekend vanaf de eerste indienstneming (na 30/6/2016) van de jongere.

Het elektronisch dossier bij VDAB (loopbaan-cv of loopbaanportfolio) vormt de basis voor de toekenning van de nieuwe doelgroepvermindering voor jonge werknemers in het Vlaams Gewest. Laattijdige aanmaak door de jongere leidt tot inkorting van het voordeel voor de werkgever.  Uiterlijk op de laatste dag van het aanwervingskwartaal moet de jongere zijn  dossier aangemaakt zijn bij VDAB.  Retro-actieve aanmaak is niet mogelijk.

In het loopbaanportfolio vult de jongere zijn opleidingsgegevens in. Die gegevens worden vanaf juli aangevuld met gegevens uit de LED-databank (Leer- en Ervaringsbewijzen Databank met alle bewijzen uitgereikt door Vlaamse instellingen).

Diploma's of getuigschriften behaald 'buiten' de Vlaamse Gemeenschap zal de jongere zelf ter beschikking moeten stellen in zijn portfolio.

Ook jongeren die niet in het Vlaams Gewest wonen kunnen zich bij de VDAB inschrijven.  

Aan kandidaat-werknemers kan de werkgever een kopie van het loopbaanportfolio vragen.

De werkgever kan de gegevens van zijn werknemers controleren via de webtoepassing Ecaro; RSZ ontvangt via VDAB deze gegevens om controles uit te voeren. 

Wat verdwijnt?

De federale vermindering voor erg laag-, laag- en middengeschoolde jongeren (op basis van de werkkaart) en de (automatische) vermindering voor -19 jarigen verdwijnen  voor nieuwe aanwervingen vanaf 1 juli 2016.

Bij aanwerving in een Vlaamse vestiging vanaf 1 juli 2016 moeten jonge werknemers voldoen aan de nieuwe voorwaarden ongeacht waar ze wonen.

Voor jonge werknemers uiterlijk op 30 juni 2016 in dienst getreden, behoudt de werkgever de doelgroepvermindering en de tussenkomst in het nettoloon van de werknemer volgens de bestaande federale vermindering tot uiterlijk 31 december 2018.

Deze overgangsregeling is ook van toepassing als de werknemer voor 1 juli 2016 in een andere regio wordt aangeworven en nadien in een Vlaamse vestiging wordt tewerkgesteld.

6. Vragen en antwoorden over vermindering jongeren in Vlaams gewest vanaf 1 juli 2016

Opvallende verschillen tussen de vermindering jongere in het Vlaams Gewest en de bestaande vermindering voor jongeren

• De maximumleeftijd verlaagt.  De vermindering jongere in het Vlaams Gewest is niet meer mogelijk als de jongere 25 jaar bereikt, terwijl de bestaande vermindering voor een jongere toegepast kan worden tot het kwartaal waarin de leeftijd van 26 jaar wordt bereikt. 

• Er is geen minimumleeftijd bepaald voor de toepassing van de vermindering voor jongeren. De jongere moet wel met een arbeidsovereenkomst als 'werknemer' tewerkgesteld worden. 

Een student tewerkgesteld met normale RSZ-onderwerping (na uitputting van de periode met solidariteitstarief) komt voor de nieuwe vermindering jongere in aanmerking. 

Voor aanwervingen tot uiterlijk 30 juni 2016 is de bestaande vermindering voor -19 jarigen nog wel mogelijk tot eind 2018 (vermindering van 1000 euro/kwartaal tot uiterlijk 31/12 van het jaar waarin de jongere 18 jaar wordt).

• Voor leerlingen en jongeren in een alternerende opleiding(combinatie leren en werken) is er een specifieke vermindering van 1000 euro/kwartaal voorzien in het Vlaams Gewest zolang de tewerkstelling (in het kader van de opleiding) duurt.  

Nadien bij tewerkstelling als werknemer bij dezelfde werkgever, kan in principe opnieuw voor 2 jaar de vermindering jonge werknemer toegepast worden. De jongere moet op dat moment wel aan alle voorwaarden voldoen (loopbaanportfolio, scholingsgraad, loongrens, leeftijd). 

De Vlaamse Regering stimuleert met dit beleid zowel de creatie van leerwerkplekken als de effectieve tewerkstelling van jongeren na hun opleiding.

• De maximum loongrens (voor een voltijdse tewerkstelling) verlaagt tot 7500 euro/kwartaal in het eerste jaar, 8100 euro/kwartaal in het 2e jaar.  Momenteel ligt de loongrens op 9000 euro/kwartaal.  Het risico is heel reëel dat de werkgever de vermindering in bepaalde kwartalen niet ontvangt wegens overschrijding van die lagere loongrens. 

voorbeeld

Bij een voltijds brutoloon van 2400 euro/maand (7200 euro/kwartaal) gaat het voordeel in het eerste jaar verloren in het kwartaal dat de eindejaarspremie wordt betaald (7200+2400 of een pro rata bedrag van het maandloon).

• Erg-laaggeschoolden uit de bestaande vermindering zitten vervat in de categorie 'laaggeschoold' in het Vlaams Gewest.  Er is geen extra stimulans voorzien voor erg-laaggeschoolden, jongeren van buitenlandse afkomst of mindervalide jongeren.

De categorie 'middengeschoold' voor de vermindering in het Vlaamse Gewest verruimt omdat er geen werkloosheidsduur vereist is om recht te openen op een vermindering middengeschoolde jongere. 

• De voorwaarde dat de jongere een elektronisch dossier bij de VDAB  moet hebben op de laatste dag van het aanwervingskwartaal is een absolute voorwaarde voor de vermindering jongere in het Vlaams Gewest.  Het is aangewezen dat de werkgever reeds bij de aanwerving controleert of de kandidaat over een elektronisch dossier beschikt.  Het elektronisch dossier kan heel makkelijk online aangemaakt worden door de jongere op de site van de VDAB(www.vdab.be/inschrijven). De werkgever kan een bewijs vragen aan de kandidaat-werknemer bv. een kopie van zijn loopbaanportfolio.  Op die manier heeft de werkgever ook meer zicht op het scholingsniveau van de kandidaat.  De kandidaat-werknemer die een attest toont van inschrijving als werkzoekende bij VDAB, bewijst ook het bestaan van zijn elektronisch dossier.

Het ontbreken van een werkkaart of en vergelijkbaar papieren attest kan soms onduidelijkheid meebrengen voor de werkgever. In uitzonderlijke situaties zou een gevolg kunnen zijn dat een toegepaste vermindering voor een jongere later door RSZ wordt geweigerd. De RSZ zal steeds online controleren op basis van de gegevens die voor het betrokken kwartaal vanuit de VDAB beschikbaar zijn gesteld (Ecaro).

• Het scholingsniveau (laag of middengeschoold) van jongere, bepaalt de grootte van de nieuwe vermindering. De vermindering voor middengeschoolden is iets groter; de bestaande vermindering voor middengeschoolden bedraagt 4 kwartalen 1000 euro gevolgd door 8 kwartalen 400 euro.

Is het goedkoper om een jongere aan te werven vóór 1 juli 2016 (gebruik maken van de overgangsregeling) dan vanaf 1 juli 2016?

Als een jongere in aanmerking komt voor de bestaande vermindering jongere én de aanwerving kan plaatsvinden vóór 1 juli 2016 is het meestal interessant om nog gebruik te maken van de overgangsregeling tot eind 2018.  

De voordeelperiode is meestal langer (12 of 16 kwartalen naargelang de scholingsgraad) en verminderingsbedragen zijn vaak groter.  De voordeelperiode zal wel afgebroken worden op 31/12/2018. Het kwartaal van indiensttreding is erg beperkt en rendeert dus niet optimaal. 

Voor middengeschoolde jongeren kan de nieuwe Vlaamse doelgroepvermindering vanaf 1/7/2016 voordeliger zijn. De lagere kwartaalloongrens kan evenwel meebrengen dat de vermindering wegvalt in bepaalde kwartalen. 

Als de jongere recht heeft op een werkuitkering moet ook daarmee rekening gehouden worden: Activa Start is nog mogelijk voor aanwervingen vóór 1 juli 2016, terwijl werkuitkeringen Activa nog mogelijk zijn voor aanwervingen tot 31/12/2016. 

voorbeeld 1

Voltijdse aanwerving op 15/6/2016 van een laaggeschoolde 19-jarige in bezit van een geldige werkkaart (niet-mindervalide en niet van buitenlandse afkomst) met recht op een werkuitkering Activa Start (350 euro/maand tussenkomst in het loon gedurende 6 maanden= totaal 2100 euro).

Volgende tabel geeft de maximale doelgroepvermindering voor de werkgever tot 31/12/2018 op basis van de overgangsregeling. 

Deze vermindering komt bovenop de structurele vermindering (als de werkgever daar recht op heeft).  De werkgever heeft ook het voordeel van de tussenkomst in het nettoloon.

Een voltijdse aanwerving vanaf 1/7/2016 met de Vlaamse jongerenvermindering geeft recht op in totaal maximaal 9200 euro doelgroepvermindering voor de werkgever bij volledige benutting van de voordeelperiode en een bezoldiging beneden de loongrenzen(2500/maand of 2700/maand). De tussenkomst in het nettoloon Activa Start is voor een aanwerving vanaf 1/7/2016 niet meer mogelijk in het Vlaams Gewest. 

In dit voorbeeld is een aanwerving in juni 2016 duidelijk voordeliger dan vanaf 1 juli 2016.

voorbeeld 2

Voltijdse aanwerving op 15/6/2016 van een middengeschoolde 22-jarige in bezit van een geldige werkkaart. De jonge werknemer heeft recht op een werkuitkering Activa (max. 500 euro/maand gedurende 16 maanden = totaal 8000 euro).

Volgende tabel geeft de maximale doelgroepvermindering voor de werkgever tot 31/12/2018 op basis van de overgangsregeling.

Deze vermindering komt bovenop de structurele vermindering (als de werkgever daar recht op heeft).  De werkgever kan tot september 2017 genieten van de tussenkomst in het nettoloon van de werknemer.

Een aanwerving vanaf 1/7/2016 van een middengeschoolde met toepassing van de Vlaamse jongerenvermindering geeft recht op in totaal maximaal 8000 euro doelgroepvermindering bij volledige benutting van de voordeelperiode en een bezoldiging beneden de loongrenzen(2500/maand of 2700/maand).  De werkuitkeringen Activa kunnen nog opgestart worden voor deze aanwerving.

Let wel op!

Als de bezoldiging van de jongere de kwartaalloongrens overstijgt, dan verdwijnt de doelgroepvermindering voor de werkgever. 

In dit voorbeeld is een aanwerving vanaf juli 2016 voordeliger.