Feedback
ella
SWT of brugpensioen minder voordelig voor wettelijk pensioen
Uit het Belgisch Staatsblad van 29/12/2017
Gepubliceerd op 02/02/2018

SWT gelijkgesteld voor pensioen aan een beperkt fictief loon (het minimumjaarrecht)

 

De regering huldigt een beleid waarin 'werken meer loont dan niet werken, ook voor het pensioen'.  Een recent koninklijk besluit wijzigt daarom de pensioengelijkstelling voor een periode van SWT.  

 

Concreet zal een periode van SWT gelegen na 31 december 2016, indien het pensioen ten vroegste op 1 januari 2019 ingaat, slechts gelijkgesteld zijn voor het wettelijk pensioen aan een beperkt fictief jaarloon van maximaal 24.247,04 EUR.

 

SWT is met andere woorden vanaf 1 januari 2017 minder interessant geworden voor de opbouw van het wettelijk pensioen, indien dat pensioen vanaf 1 januari 2019 aanvangt.

 

Tot nu werd een periode van SWT na de 59ste verjaardag van de betrokkene immers gelijkgesteld aan het laatst verdiende loon (het 'normaal fictief loon').  Hetzelfde gold voor SWT na een zeer lange loopbaan (40 jaar loopbaan). Beide uitzonderingen vallen nu weg.

 

Soms toch nog gelijkgesteld aan het laatst verdiende loon ('normaal fictief loon') 

 

Bij SWT in het stelsel voor ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering, SWT in de twee stelsels voor een 'zwaar beroep' en SWT in het stelsel van de mindervalide werknemers wijzigt er niets.  Daar blijft de gelijkstelling voor het pensioen aan het 'normaal fictief loon' behouden. 

 

Er zijn ook overgangsmaatregelen voorzien indien het SWT gestart is vóór 2017, of indien een werknemer vóór 20 oktober 2016 ontslagen werd met het oog op SWT.

 

Ook SWAV en werkloosheid

 

De pensioengelijkstelling voor een periode van SWAV (werkloosheid met aanvullende vergoeding, 'Canada Dry') en voor de tweede periode van uitkeringsgerechte werkloosheid wordt op gelijkaardige wijze ingeperkt.  Bij werkloosheid zien we een uitzondering voor 50-plussers.

 

Geen gelijkstelling voor SWT, SWAV en werkloosheid na een loopbaan van 45 volle jaren

 

Blijven werken na een volle loopbaan van 45 jaar of 14.040 dagen, zal voor pensioenen die ingaan vanaf 2019 tot een hoger pensioen leiden.  Dat is de afschaffing van de eenheid van loopbaan voor daadwerkelijke arbeidsprestaties.  Die afschaffing is er enkel voor werkelijke arbeidsprestaties.

 

Volledige werkloosheid, brugpensioen of SWT en SWAV zijn geen werkelijke arbeidsprestaties.  Ze worden daarom slechts gelijkgesteld wordt tot en met de 14.040ste volle dag van de globale beroepsloopbaan.  Een werknemer met een loopbaan van 45 volle jaren die nadien in SWT, SWAV of volledige werkloosheid terecht komt, bouwt dus geen extra pensioenrechten op.  Ook niet als zijn wettelijk pensioen pas in 2019 of later ingaat.

 

Anderzijds zal een SWT'er vanaf 2019, indien hij voldoet aan de nodige leeftijd- en loopbaanvoorwaarden, in vervroegd pensioen kunnen gaan.

Bron:
Koninklijk besluit van 19 december 2017 tot wijziging van artikel 24bis en artikel 34 van het koninklijk besluit van 21 december 1967

Context

Periodes waarin iemand niet werkt en geen loon krijgt, tellen normaal niet mee voor de opbouw van  het wettelijk pensioen.  Pensioen wordt immers in principe berekend op basis van de effectieve perioden van arbeid waarvoor loon en socialezekerheidsbijdragen betaald zijn.  Toch zijn bepaalde inactiviteitsperioden zonder loon wel gelijkgesteld met een periode van tewerkstelling.  Voorbeelden zijn ziektedagen, een periode van moederschapsrust, een periode van uitkeringsgerechtigde werkloosheid, enz.

 

Voor dergelijke gelijkgestelde dagen geniet de werknemer geen reëel loon.  De federale pensioendienst kent dan een fictief loon toe, waarop de pensioenrechten berekend worden.  

 

Samengevat kennen we twee soorten fictief loon:

 

  • het laatst verdiende loon van de werknemer, of het zogenaamd ‘normaal fictief loon’.  Heel precies gaat het om het daggemiddelde van de werkelijke, forfaitaire en fictieve lonen van het voorgaande kalenderjaar.  Let wel dat voor het pensioen altijd een loonplafond geldt.  In 2017 bedroeg dat plafond voor een volledig voltijds jaar 55.657,47 euro.

 

Bijvoorbeeld: de periode van arbeidsongeschiktheid waarvoor de werknemer uitkeringen ontvangt van het ziekenfonds is gelijkgesteld aan het normaal fictief loon, zonder beperking in de tijd.

 

  • het ‘beperkt fictief loon’ of het minimumrecht per loopbaanjaar.  Dit is een laag referentieloon van 24.247,04 EUR voor een volledig jaar (bedrag vanaf 1 januari 2018).  Het is een plafond dat van toepassing is, tenzij het normaal fictief loon van de werknemer nog lager zou zijn. In de praktijk is dat zeer zelden het geval.

 

Zo wordt bijvoorbeeld sinds 2012 de ‘3de periode van werkloosheid’ gelijkgesteld voor het pensioen aan het beperkt fictief loon (tenzij voor 55-plussers, voor hen geldt het normaal fictief loon).

Juridische inhoud

1. SWT of brugpensioen

Vroeger: laatst verdiende loon

 

Vóór 2012 bouwde een bruggepensioneerde verder wettelijke pensioenrechten op alsof hij nog aan zijn laatst verdiende loon aan het werken was.   Een periode van brugpensioen werd altijd aan het normaal fictief loon gelijkgesteld voor het wettelijk pensioen.  

 

Sinds 2012: minimumjaarrecht, maar (veel) uitzonderingen

 

Onder de regering Di Rupo werd dit bijgestuurd.  Om brugpensioen wat minder aantrekkelijk te maken, is vanaf 2012 een periode van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) weliswaar nog gelijkgesteld voor het pensioen, maar aan het minimumjaarrecht – dus aan een laag fictief loon.  

 

Althans, in principe.  Want vanaf de maand die volgt op de maand waarin de SWT'er 59 jaar wordt, geldt toch een gelijkstelling aan het normaal fictief loon (het laatst verdiende loon).  

 

Andere uitzonderingen, waarvoor het normaal fictief loon wordt toegekend zijn er:

  • voor werknemers die op 28 november 2011 al in brugpensioen of SWT zaten ;
  • voor werknemers die vóór 28 november 2011 werden ontslagen om onder het SWT te vallen;
  • voor SWT’ers in een bedrijf in moeilijkheden of herstructurering;
  • voor SWT’ers in het stelsel van de mindervalide werknemers;
  • voor personen die in SWT gaan in toepassing van de bepalingen met betrekking tot een zwaar beroep (33 of 35 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid, 5 of 7 jaar zwaar beroep of arbeidsongeschikte bouwvakker) of na een zeer lange loopbaan van minstens 40 jaar.

 

Concreet betekent dit dat vandaag de meeste SWT’ers nog steeds wettelijke pensioenrechten opbouwen op basis van hun laatst verdiende loon.

 

SWT vanaf 2017, pensioen vanaf 2019: een stap verder

 

De huidige regering huldigt het motto ‘werken moet meer lonen dan niet werken, ook voor het pensioen’.  Een recent koninklijk besluit wijzigt daarom de pensioengelijkstelling voor de perioden van SWT.  Let op: het kan al gaan om perioden van SWT vanaf 1 januari 2017!

 

Concreet zullen volgende regels gelden:

 

Perioden van SWT gelegen na 31 december 2016 zijn voor het pensioen gelijkgesteld aan het beperkt fictief loon, indien het pensioen ten vroegste op 1 januari 2019 ingaat. SWT is met andere woorden vanaf 1 januari 2017 minder interessant voor de opbouw van het wettelijk pensioen dat vanaf 1 januari 2019 aanvangt.

 

In een aantal situaties geldt de beperking tot het minimumjaarrecht niet, en is er nog een gelijkstelling aan het normaal fictief loon:

  • indien het SWT of brugpensioen al is aangevangen vóór 1 januari 2017;
  • voor werknemers die vóór 20 oktober 2016 ontslagen zijn met het oog op SWT;
  • voor SWT’ers of bruggepensioneerden in een bedrijf in moeilijkheden of herstructurering;
  • voor SWT’ers in de stelsels met betrekking tot een zwaar beroep (33 of 35 jaar loopbaan, 20 jaar nachtarbeid, 5 of 7 jaar zwaar beroep of arbeidsongeschikte bouwvakkers);
  • voor SWT’ers in het stelsel van de mindervalide werknemers.

 

In vergelijking met de eerdere wetgeving wijzigen dus twee situaties.  Tot nu werd een periode van SWT na de 59ste verjaardag van de betrokkene gelijkgesteld aan het normaal fictief loon.  Hetzelfde gold voor SWT na een zeer lange loopbaan (leeftijd 59 jaar in 2018, 40 jaar loopbaan).

  

Beide uitzonderingen vallen weg.  Telkens zal er slechts gelijkstelling zijn aan het beperkt fictief loon of het minimumjaarrecht.

2. SWAV

Ook een werkloosheidsperiode ‘Canada Dry’, officieel het stelsel van werkloosheid met aanvullende vergoeding (SWAV), zal minder pensioenrechten opleveren.

 

Voor perioden van SWAV vanaf 1 januari 2017,  als het pensioen ten vroegste op 1 januari 2019 ingaat, zal altijd een gelijkstelling op basis van het minimumjaarrecht gelden.  Tot nu was er vanaf de maand na de 59ste verjaardag van de SWAV’er een gelijkstelling op basis van het normaal fictief loon.

3. Werkloosheid

Ook werklozen zullen voortaan minder pensioenrechten opbouwen.  Net als nu al het geval is voor de derde periode van werkloosheid, zal voortaan voor de tweede periode van werkloosheid de gelijkstelling beperkt worden tot het minimumjaarrecht.  Ook hier geldt de nieuwe beperking voor perioden van werkloosheid vanaf 1 januari 2017, als het pensioen ten vroegste op 1 januari 2019 ingaat.

 

Er blijft een uitzondering voor oudere werklozen bestaan.  Indien de eerste vergoedingsperiode ten vroegste in het jaar van de 50ste verjaardag begint, wordt de gelijkstelling voor het pensioen tijdens de tweede werkloosheidsperiode aan het normaal fictief loon berekend.

4. Impact afschaffing eenheid van loopbaan

Afschaffing eenheid van loopbaan voor 'daadwerkelijke arbeidsprestaties'

 

In een eerdere nieuwsbrief spraken we u al over de afschaffing van de eenheid van loopbaan voor daadwerkelijke arbeidsprestaties.  De eenheid van loopbaan is de beperking van de arbeidsprestaties die voor het pensioen in aanmerking komen tot 45 volledige jaren (14.040 voltijdse dagen of VTE).  

 

Effectief blijven werken na een volle loopbaan van 45 jaar of 14.040 dagen, zal voor pensioenen die ingaan vanaf 2019 tot een hoger pensioen leiden.  Werknemers zullen pensioen kunnen blijven opbouwen als ze na 45 jaar aan de slag blijven.  Vandaag is dat nog niet het geval.  Voor meer info, zie onze nieuwsbrief van 19 december 2017.

 

SWT, SWAV en werkloosheid na volle loopbaan: geen gelijkstelling

 

Deze wetgeving wordt nu verder aangevuld.  Het koninklijk besluit bepaalt expliciet dat een periode van volledige werkloosheid, brugpensioen of SWT en SWAV slechts gelijkgesteld wordt tot en met de 14.040ste volle dag van de globale beroepsloopbaan.

 

Concreet: een werknemer die 45 volle jaren loopbaan heeft en nadien in SWT, SWAV of volledige werkloosheid terecht komt, bouwt geen extra pensioenrechten op.  Niet aan het normaal fictief loon, en evenmin aan het beperkt fictief loon.  Ook niet als zijn wettelijk pensioen pas in 2019 of later ingaat.  Voor hem geldt met andere woorden de afschaffing van de eenheid van loopbaan niet.  Want die afschaffing geldt enkel voor daadwerkelijke arbeidsprestaties.

 

Voor deze bepaling gelden twee overgangsmaatregelen.  In deze gevallen zal een pensioengelijkstelling voor dagen SWT, SWAV en volledige werkloosheid nog mogelijk zijn, ook indien deze dagen zich situeren na een loopbaan van 45 volle jaren (14.040 VTE).  Dit zal mogelijk zijn:

  • voor werknemers die al vóór 1 september 2017 een loopbaan van 45 volle jaren of 14.040 dagen VTE bereikt hebben;
  • voor werknemers die, wanneer ze een loopbaan van 45 volle jaren of 14.040 VTE bereiken, nog niet in vervroegd rustpensioen kunnen gaan, omdat ze niet voldoen aan de leeftijd- en loopbaanvereisten van dat vervroegd pensioen.  Deze uitzondering geldt slechts tot de persoon wel de leeftijd en loopbaan heeft om in vervroegd pensioen te gaan.

 

Voor beide uitzonderingen zal dan wel de 'traditionele' beperking van de loopbaan tot de eenheid van loopbaan (14.040 VTE) gelden.  Ze zullen met andere woorden de minst voordelige dagen verliezen voor hun pensioenopbouw.  Dat kunnen bijvoorbeeld de begindagen van de loopbaan zijn, waarin het loon vaak lager lag dan op het eind van de loopbaan.

 

SWT'er kan vanaf 2019 in vervroegd pensioen gaan

 

Merk op dat de nieuwe mogelijkheid voor SWT’ers om vanaf 2019 in vervroegd pensioen te gaan (een mogelijkheid die momenteel nog niet bestaat), hier logischerwijze op aansluit.  Iemand die na een volle loopbaan van 45 jaar in SWT terecht komt, zal tijdens dat SWT in principe geen gelijkstelling voor het pensioen meer genieten.  Hij kan dan opteren om in vervroegd rustpensioen te gaan.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.