Feedback
ella
Meer gematigde herziening van de vangnetbepaling voor niet-inwoners
Losse berichten
Gepubliceerd op 05/12/2016

1. De oorspronkelijke vangnetbepaling

Tot aanslagjaar 2013 waren voor de niet-inwoners van België de belastbare inkomsten limitatief opgesomd in het Wetboek Inkomstenbelasting (WIB).

België kon hierdoor bepaalde toegewezen inkomsten niet belasten door gebrek aan wettelijke basis in de belastingwetgeving van niet-inwoners. 

In 2013 werd de grondslag van de belasting niet-inwoners (BNI) verruimd via de vangnetbepaling door de toevoeging van een extra paragraaf in het WIB. Het doel van deze vangnetbepaling, ook catch-all bepaling genoemd, was om te vermijden dat niet-inwoners van België, bij gebreke aan een wettelijke bepaling, niet belast werden op bepaalde inkomsten die ze van een Belgische onderneming ontvangen voor het leveren van diensten.  

 

Wat stelt de oorspronkelijke vangnetbepaling?

Door de ‘vangnetbepaling’ kon België effectief gebruik maken van haar heffingsbevoegdheid om bepaalde inkomsten van niet-inwoners ten laste van een Belgisch Rijksinwoner of een Belgische inrichting van een niet-inwoner te belasten in de BNI.

 

2. De vernieuwde vangnetbepaling

De bestaande vangnetbepaling werd echter te ruim bevonden en de toepassing in de praktijk bleek zeer moeilijk. Als gevolg hiervan voorziet het huidige wetsontwerp in een meer beperkte draagwijdte van de oorspronkelijke vangnetbepaling.


Opgelet!

Deze bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten. Amendementen zijn dus nog steeds mogelijk waardoor de regeling zoals hier beschreven nog kan wijzigen. Deze bespreking geldt tevens onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Voor ondernemers die internationaal actief zijn, kan er een verplichting zijn tot inhouding en storting van bedrijfsvoorheffing wanneer zij dergelijke inkomsten betalen aan hun internationale leveranciers van diensten.

De regeling is niet nieuw, maar werd grondig gewijzigd. Een belangrijke nieuwigheid is wel dat voortaan enkel betalingen aan dienstverleners die zich rechtstreeks of onrechtstreeks in enigerlei band van wederzijdse afhankelijkheid bevinden t.o.v. de Belgische ondernemer worden geviseerd.

Wat betekent dit voor de publieke sector?

Deze reglementering is eveneens van toepassing voor de publieke sector.

Bron:
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen Doc 2072/001

Juridische inhoud

1. De oorspronkelijke vangnetbepaling van 2013

Tot aanslagjaar 2013 waren voor de niet-inwoners de belastbare inkomsten limitatief opgesomd in artikel 228, §1 en 2 WIB 1992. Het gaat daarbij over specifiek opgesomde onroerende inkomsten, roerende inkomsten, winsten en baten, bezoldigingen, pensioenen en renten, inkomsten van podiumkunstenaars en sportbeoefenaars en een reeks van diverse inkomsten.

België kon hierdoor bepaalde toegewezen inkomsten niet belasten door gebrek aan wettelijke basis in de belastingwetgeving van niet-inwoners.

In 2013 werd de grondslag van de belasting niet-inwoners (BNI) verruimd via de vangnetbepaling door de toevoeging van een extra paragraaf in het WIB. Zo kon men vermijden dat niet-inwoners van België, bij gebreke aan een wettelijke bepaling, niet belast werden op bepaalde inkomsten die ze van een Belgische onderneming ontvangen voor het leveren van diensten.

Wat stelt de oorspronkelijke vangnetbepaling?

Door de ‘vangnetbepaling’ kon België effectief gebruik maken van haar heffingsbevoegdheid om bepaalde inkomsten van niet-inwoners ten laste van een Belgisch Rijksinwoner of een Belgische inrichting van een niet-inwoners te belasten in de BNI.

Een Belgisch Rijksinwoner kan zijn: een natuurlijke persoon Rijksinwoner, een binnenlandse vennootschap, een vereniging, een instelling of lichaam met voornaamste inrichting in België, een Belgische inrichting van een niet-inwoner, de Belgische Staat, Gemeenschappen, Gewesten, provincies, een agglomeratie, federaties van gemeenten en gemeenten.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen landen waarmee België al dan niet een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten tot het vermijden van dubbele belasting:

  • 1ste categorie inkomsten: het dubbelbelastingverdrag wijst de heffingsbevoegdheid toe aan België. De inkomsten zijn obv dit dubbelbelastingverdrag belastbaar in België in de BNI.
  • 2de categorie inkomsten: geen dubbelbelastingverdrag voorhanden. België kan belasting heffen wanneer er voldoende aanknopingspunten zijn in België. Bijkomende voorwaarde om in België te belasten is dat de niet-Rijksinwoner niet kan bewijzen dat deze inkomsten daadwerkelijk belast zijn in de staat waar hij inwoner is. Indien hij een verklaring kan voorleggen vanwege de buitenlandse fiscus van effectieve belasting, kan België niet belasten. Indien het bewijs niet wordt geleverd, dan is het inkomen belastbaar in België in de BNI.

Levering van diensten

De vangnetbepaling is enkel van toepassing op winsten of baten die voortkomen uit de levering van diensten. Inkomsten uit de levering van goederen zijn dus uitgesloten.

Invoer “de-minimis’-regeling

In 2013 werd de 'de-minimis'-regeling ingevoerd voor de toepassing van de bedrijfsvoorheffing. Die bestaat erin dat de vangnetbepaling maar van toepassing is op het deel van de  inkomsten van de begunstigde die de grens van 38.000 EUR per jaar overschrijdt. Het tarief bedraagt 33% na toepassing van een kostenforfait van 50% en wordt ingehouden aan de bron door de schuldenaar via een bevrijdende bedrijfsvoorheffing.

In de praktijk gaat het dus om een tarief van 16,5%, dat in een aantal gevallen beperkt wordt tot het maximumtarief voorzien in het dubbelbelastingverdrag. De voorheffing is bevrijdend en wordt dus niet geregulariseerd in de aangifte BNI hoewel de niet-inwoner ervoor kan opteren om dit wel te doen. In dat laatste geval worden inkomsten belast volgens het stelsel van globalisatie maar dan geldt de ‘de-minimis’-regeling niet. Alle inkomsten moeten dan worden aangegeven met inbegrip van de eerste schijf van 38.000 EUR waarover geen bedrijfsvoorheffing werd ingehouden. In dat geval gelden de normale belasting niet-inwoners tarieven. De ingehouden bedrijfsvoorheffing kan dan wel verrekend worden met de verschuldigde BNI. Dergelijke keuze is dan wel definitief, onherroepelijk en bindend.

Fiche 281.30

De inkomsten worden opgenomen op een fiscale fiche 281.30

2. De vernieuwde vangnetbepaling

De bestaande vangnetbepaling werd echter te ruim bevonden en de toepassing in de praktijk bleek zeer moeilijk. Ook de concurrentiepositie van Belgische bedrijven kon in het gedrang komen.

 

Als gevolg hiervan voorziet het huidige wetsontwerp in een meer beperkte draagwijdte.

 

  • De nieuwe vangnetbepaling geldt enkel voor inkomsten die:
    • in hoofde van de genieter de aard hebben van winsten of baten;
    • de tegenprestatie vormen van geleverde diensten door een niet-Rijksinwoner.

           Levering van goederen of verkoop van activa werden in de praktijk al uitgesloten.  

           De plaats waar de diensten worden geleverd, is van geen belang. Ook diensten die

           in het buitenland worden verricht maar “op afstand” in België worden

           geleverd, vallen binnen het toepassingsgebied.

 

  • Deze diensten worden geleverd aan:
    • een inwoner van België die handelt in het kader van zijn beroepsactiviteit, of 
    • een aan de vennootschapsbelasting onderworpen belastingplichtige, of
    • een aan de rechtspersonenbelasting onderworpen rechtspersoon, of
    • een buitenlandse onderneming die de uitgaven doet voor een doelstelling die door een Belgische inrichting nagestreefd wordt.

          Diensten die worden geleverd aan natuurlijke personen die handelen als

          privépersoon of in het kader van een beroepsactiviteit die geen winst of baten

          oplevert, komen niet in aanmerking.

 

  • De niet-Rijksinwoner (dienstverrichter) moet zich rechtstreeks of onrechtstreeks in een band van wederzijdse afhankelijkheid bevinden ten opzichte van de Belgische klant. De beoordeling van de band van wederzijdse afhankelijkheid is een feitenkwestie. Het verlenen van diensten tussen niet verbonden partijen worden hier uitgesloten.

 

  • De vangnetbepaling is enkel van toepassing als de inkomsten op grond van een dubbelbelastingverdrag belastbaar zijn of, indien er geen dubbelbelastingverdrag is, wanneer de niet-inwoner niet kan aantonen dat de inkomsten daadwerkelijk belast worden in de woonstaat. Deze bepaling is aldus niet gewijzigd.

 

  • De hierboven vermelde “de-minimis” regel, waarbij de inkomsten slechts belastbaar worden boven de grens van 38.000 EUR, wordt afgeschaft vanaf 1 juli 2016.

 

De wijzigingen traden retroactief in werking vanaf 1 juli 2016.

 

De Memorie van Toelichting bij de invoering van de regeling in 2012 geeft een aantal toepassingsgevallen met dubbelbelastingverdragen met Roemenië, India, Marokko, Argentinië, Brazilië, Tunesië, Ghana en Rwanda. Het gaat voornamelijk over commissielonen of vergoedingen voor het geven van technische bijstand.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.