De Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK) sloten op de valreep in 2020 een akkoord dat hun handelsrelaties na de Brexit regelt. Ook de wegtransportsector had nood aan duidelijke regels om haar activiteiten verder te kunnen uitvoeren. Veel bepalingen uit het akkoord die gelden voor het vervoer over de weg zijn gebaseerd op de bestaande Europese wetgeving hierover. We focussen in deze nieuwbrief kort op een aantal regels voor het goederenvervoer op de weg.
Blijvende connectiviteit
Het VK en de EU spreken in het akkoord hun wens uit om de ‘blijvende connectiviteit’ tussen, door en binnen hun respectievelijke grondgebied te waarborgen. Toch bevat het akkoord onder andere een beschrijving van welke en hoeveel ritten vervoersondernemingen die zijn gevestigd in het VK mogen ondernemen op het grondgebied van de EU en omgekeerd.
Zo bepaalde men onder andere dat vervoerders gevestigd in een lidstaat van de EU na het lossen van een lading in het VK nog maximaal twee bijkomende ritten met lading in het VK mogen afleggen. Bovendien moeten deze twee bijkomende ritten gebeuren binnen de zeven dagen na het lossen na de eerste rit.
Ook vervoerders die gevestigd zijn in het VK moeten een soortgelijke regeling nakomen als ze laden en lossen op het grondgebied van de EU.
Vergunningen en vakbekwaamheid
Vervoersondernemingen moeten beschikken over een vergunning om transportactiviteiten uit te voeren op het grondgebied van de EU of dat van het VK. Vergunningsvereisten handelen onder andere over verplichtingen omtrent financiële draagkracht en betrouwbaarheid (afwezigheid van strafrechtelijke veroordelingen).
Er is voorzien in identieke (minimum)voorwaarden om een vergunning te verkrijgen. Dit ongeacht of de onderneming nu in het VK of in de EU is gevestigd. Deze regels zijn grotendeels gebaseerd op de vergunningsvereisten die nu al bestaan om vervoersactiviteiten te ontplooien binnen de EU.
Hetzelfde geldt voor het getuigschrift van vakbekwaamheid dat een bestuurder moet hebben. Ook hier gelden gelijke voorwaarden voor bestuurders die gevestigd zijn in het VK dan wel in de EU.
Rij- en rusttijden en tachograaf
Vrachtwagenchauffeurs die op het grondgebied van de EU rijden, moeten de EU-regelgeving over de rij- en rusttijden en de verplichte installatie van een tachograaf naleven. Een tachograaf registreert de rij- en rusttijden van een chauffeur.
De Brexit-deal voorziet ook regels over rij- en rusttijden en de installatie van een tachograaf voor transport door, tussen en op de grondgebieden van het VK en de EU. Ook deze regels zijn grotendeels gelijkaardig aan de reeds bestaande EU-regels.
Arbeidstijd voor mobiele werknemers en detachering
De arbeidstijd voor mobiele werknemers (waaronder vrachtwagenchauffeurs) is beschreven in EU-wetgeving. Dit omvat onder andere bepalingen over arbeidstijd en beschikbaarheidstijd en geldt dus voor alle lidstaten van de EU.
Ook deze regelgeving neemt men over in de Brexit-deal en blijft dus van toepassing op vrachtwagenchauffeurs die rijden van en naar het VK.
Hetzelfde geldt voor de specifieke detacheringsregels die betrekking hebben op goederenvervoer over de weg in de EU. Ook deze regels neemt men over in de Brexit-deal.
Wat betekent dit voor de werkgever?
De Brexit heeft uiteraard grote gevolgen voor ondernemingen die actief zijn in het goederenvervoer over de weg (douaneformaliteiten, wachttijden, btw,…). De Brexit-deal zet voor de uitoefening van een transportactiviteit en de tewerkstelling van vrachtwagenchauffeurs echter ook in op continuïteit. De partijen nemen heel wat regels over die ook vóór de Brexit al golden voor transport tussen de het grondgebied van het VK en de EU. Op dat vlak zijn de wijzigingen dus minder ingrijpend.