Op zondag 14 oktober 2018 is het weer zo ver. We moeten met z’n allen onze stem uitbrengen voor de gemeentelijke en provinciale verkiezingen.
We lijsten de rechten en de plichten van de werknemer naar aanleiding van de verkiezingen nog eens op.
De werknemer kan verschillende rollen opnemen naar aanleiding van deze verkiezingen:
- hij treedt op als voorzitter of bijzitter van een stembureau: recht op afwezigheid of op klein verlet;
- hij treedt op als kiezer: stemplicht, maar mogelijkheid om te stemmen bij volmacht;
- hij treedt op als kandidaat of verkozene met politiek mandaat: recht op (betaalde) afwezigheid en ontslagbescherming.
Hierna gaan we dieper in op de rechten en plichten in elk van deze rollen.
Juridische inhoud
1. Werknemer als lid van een stembureau
De werknemer die lid is van een stembureau tijdens de verkiezingen, heeft het recht om afwezig te zijn van het werk om zijn burgerplicht te vervullen.
Bijzitters
Werknemers die optreden als bijzitter hebben een recht op klein verlet. Binnen bepaalde perken mogen zij afwezig zijn met behoud van hun normaal loon. De regeling voor de gemeentelijke en provinciale verkiezingen ziet er als volgt uit:
Recht op afwezigheid met behoud van loon (klein verlet) | Duur |
Bijzitters in een hoofdstembureau of een enige stembureau | De nodige tijd |
Bijzitters in een hoofdbureau voor stemopneming | De nodige tijd, maar max. 5 dagen |
Toch even vermelden dat dit uiteraard enkel geldt voor zover de werknemer op het moment dat hij als bijzitter moet fungeren, normaal aan het werk moest zijn. Wat voor de meesten, gezien de verkiezingen op een zondag plaatsvinden en de telling vaak elektronisch en dus vrij vlot verloopt, niet het geval is.
Voorzitters
Ook de voorzitters hebben een recht op afwezigheid. De werkgever moet hen de nodige tijd geven om hun burgerlijke plichten, die uit de wet voortvloeien, te kunnen uitvoeren. Voor hen is nochtans geen recht op behoud van loon voorzien.
Opmerking
Op dit ogenblik worden vormingssessies over het gebruik van de verkiezingssoftware voor leden in de hoofdbureaus georganiseerd (periode 13/06 tot 22/06). Bijzitters kunnen hiervoor klein verlet met loonbehoud opnemen. Voorzitters hebben recht op afwezigheid maar zonder loonbehoud.
2. Werknemer als kiezer
In ons land geldt de stemplicht. Voor de werknemers die op zondag 14 oktober 2018 moeten werken, kan dit praktische problemen geven.
Die werknemers beschikken over verschillende mogelijkheden:
a) Zelf gaan stemmen.
De stemplicht vervullen is ontegensprekelijk een burgerplicht.
In principe heeft de werknemer recht op de nodige tijd om zijn burgerplichten te vervullen. De werknemer kan dus steeds beslissen om te gaan stemmen. Hij overlegt zijn afwezigheid best vooraf met zijn werkgever. Er is immers geen wettelijk recht op afwezigheid voorzien. Werkgever en werknemer kunnen dan in onderling akkoord een pragmatische regeling treffen.
b) Stemmen bij volmacht.
De werknemer kan er ook voor kiezen om te stemmen bij volmacht. Zijn werkgever moet wel via een attest bevestigen dat de aanwezigheid van de werknemer op het werk vereist is. De werknemer kan dan een volmacht geven aan elke kiesgerechtigde. Bloed- of aanverwantschap is niet nodig.
Het volmacht formulier kan de werknemer gratis bij het gemeentebestuur bekomen of downloaden op de website van de regio waar hij gedomicilieerd is:
- http://Vlaanderenkiest.be/
- http://electionslocales.wallonie.be/electeur/comment-voter
- https://elections2018.brussels/electeur/le-vote/le-vote-par-procuration#content-documents
- http://www.gemeindewahlen.be/
Opmerking:
De werknemer heeft in principe geen recht op loon voor de tijd die hij nodig heeft om zijn stem uit te brengen. Als het volkomen onmogelijk is om bij volmacht te gaan stemmen, zou hij in theorie wel recht hebben op behoud van loon voor de tijd waarin hij gaat stemmen. Maar aangezien een volmacht aan elke kiesgerechtigde kan worden gegeven, is deze situatie in de praktijk onbestaande.
3. Werknemer als kandidaat en als verkozene met een politiek mandaat
3.1. Politiek verlof
Werknemers uit de privésector die zich verkiesbaar stellen voor de gemeentelijke en provinciale verkiezingen op 14 oktober 2018 en verkozen geraken, kunnen naar aanleiding hiervan een politiek mandaat opnemen.
Voor de uitoefening van hun mandaat hebben zij, onder bepaalde voorwaarden, recht op afwezigheid.
a) Welke politieke mandaten in kader van de provinciale en gemeentelijke
verkiezingen geven een recht op politiek verlof voor de werknemer?
Lid, voorzitter of ondervoorzitter van de provincieraad. Bestendig afgevaardigden hebben geen recht op politiek verlof;
Lid van de gemeenteraad, de districtsraad (in Antwerpen) of de raad voor maatschappelijk welzijn;
Voorzitter of lid van het bureau van de districtsraad of van een OCMW;
Burgemeester of schepen.
b) Duur van de afwezigheid
Mandaat | Duur politiek verlof | |||||||||||||
|
|
2. Volledige schorsing
| ||||||||||||
|
| |||||||||||||
|
|
c) Loonbehoud en terugvordering
Wanneer het politiek verlof gepaard gaat met behoud van het normaal loon, wordt dit loon berekend zoals het feestdagenloon, geplafonneerd op de loongrens volgens de wetgeving ziekte en invaliditeit.
Deze grens ligt momenteel op 3.633,21 EUR per maand (op 01.01.2018).
De werkgever kan dat loon en de werkgeversbijdragen terugvorderen van de betrokken gemeente, OCMW of provincie.
Hij doet dit elk kwartaal aan de hand van een aangifte van schuldvordering. U vindt een model op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (meta.fgov.be).
3.2. Bescherming tegen ontslag
Een werknemer die een politiek mandaat uitoefent - en ook degene die zich hiervoor kandidaat stelt - is beschermd tegen ontslag.
De beschermingsperiode vangt aan vanaf de kennisgeving van de werknemer dat hij kandidaat is bij de volgende verkiezingen. De werknemer verwittigt zijn werkgever hiervan per aangetekend schrijven binnen de zes maanden vóór de verkiezingen.
De periode duurt voor een niet-verkozen kandidaat tot drie maanden na de verkiezing. De verkozenen zijn beschermd gedurende de volledige duur van hun mandaat, tot en met zes maanden erna.
Tijdens de beschermingsperiode mag de werkgever enkel ontslaan om redenen die geen verband houden met het politiek mandaat. Hij moet hiervan het bewijs leveren. Ontslaat hij toch omwille van het politiek mandaat, dan moet hij een forfaitaire schadevergoeding van 6 maanden loon betalen, bovenop de opzeggingsvergoeding.