Feedback
ella
Nieuwe detacheringswet gepubliceerd
Uit het Belgisch Staatsblad van 11/12/2016
Gepubliceerd op 21/12/2016

Situering

In 2014 werd de Europese handhavingsrichtlijn van kracht die moest zorgen voor een betere handhaving van de EU-voorschriften inzake detachering. De lidstaten moesten deze richtlijn vervolgens omzetten in hun nationale wetgeving vóór 18 juni 2016.

 

Belgische omzetting

Met enige laattijdigheid komt België tegemoet aan deze vereiste van omzetting in het nationale rechtsstelsel.

 

In een vorige nieuwsbrief werden reeds alle belangrijke wijzigingen besproken. Gisteren werd de nieuwe Belgische detacheringswet in het Belgisch Staatblad gepubliceerd. Er werden geen wijzigingen doorgevoerd in vergelijking met de ontwerpteksten.

 

Volgende bepalingen vinden we terug in de wet:

 

  • bescherming van de werknemer die vanuit België wordt gedetacheerd naar een andere staat van de Europese Economische Ruimte (=EER) of naar Zwitserland;
  • verplichting voor een werkgever die werknemers naar België detacheert om voorafgaandelijk aan de detachering een verbindingspersoon aan te duiden;
  • invoering van een specifiek regime van hoofdelijke loonaansprakelijkheid voor de directe medecontractant voor bouwactiviteiten;
  • invoering in het Sociaal Strafwetboek van specifieke administratieve sancties en geldboetes bij niet nakoming van de bepalingen omtrent detachering.

 

Inwerkingtreding

Deze bepalingen treden in werking op 30 december 2016.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Een werkgever die werknemers naar België wil detacheren moet er rekening mee houden dat hij voorafgaand aan deze detachering niet enkel voorafgaand een Limosa-aangifte moet doen maar daarnaast ook een verbindingspersoon moet aanduiden. Deze verbindingspersoon zal werken voor rekening van de detacherende werkgever en moet bepaalde documenten kunnen voorleggen indien de Belgische inspectiediensten hierom verzoeken.

 

Let op: er worden strafsancties ingevoerd indien niet voldaan wordt aan bovenstaande verplichtingen.

Wat betekent dit voor de publieke sector?

Deze bepalingen zijn eveneens van belang voor werkgevers uit de publieke sector.

Bron:
Wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers, B.S. 20 december 2016, 87449.

Juridische voorgeschiedenis

De spelregels voor detacheringen werden in 1996 vastgelegd in de Europese detacheringsrichtlijn (Richtlijn 96/71/EG).

Wanneer een bedrijf zijn werknemers tijdelijk uitzendt (detacheert) naar een ander EU-land, dan hebben deze gedetacheerde werknemers recht op de zgn. harde kern van de loon- en arbeidsvoorwaarden van het gastland. De minimumlonen van het gastland moeten bijvoorbeeld gerespecteerd worden.

 

Deze Europese regels gelden dus voor Belgische bedrijven die hun werknemers naar een ander land sturen maar ook voor buitenlandse bedrijven die hun werknemers tijdelijk naar België detacheren.

 

Omdat het niet evident bleek om de naleving van deze regels te controleren en af te dwingen, kwam er in 2014 een aangepaste Europese richtlijn die moest zorgen voor een betere handhaving van de EU-voorschriften inzake detachering (de zgn. handhavingsrichtlijn 2014/67/EU). De lidstaten stonden in voor de omzetting van deze richtlijn in hun nationale wetgeving.

 

Deze handhavingsrichtlijn moest ertoe bijdragen dat de voorschriften inzake naleving van de loon- en arbeidsvoorwaarden in de praktijk beter zouden worden toegepast. 

 

In verscheidene lidstaten werd er reeds door nationale wetgeving (al dan niet gedeeltelijk) uitvoering gegeven aan deze handhavingsrichtlijn.

 

Met de wet van 11 december 2016 komt nu ook België tegemoet aan de vereiste van omzetting van de handhavingsrichtlijn in het nationale rechtsstelsel.

Hieronder een overzicht van de belangrijkste bepalingen.

Juridische inhoud

1. Bescherming werknemer bij detachering vanuit België

De wet voert enkele bepalingen in die betrekking hebben op de bescherming van de werknemers die vanuit België gedetacheerd worden naar een andere lidstaat van de EER of naar Zwitserland.

 

Werknemers die vanuit België gedetacheerd worden en die in het kader van deze detachering hun rechten willen afdwingen via een gerechtelijke of administratieve procedure mogen als gevolg van zulke procedure geen nadelige behandeling ondervinden in België.  

2. Detachering en controle op arbeidsvoorwaarden

De wet bepaalt in twee niet-exhaustieve lijsten feitelijke elementen die moeten toelaten om te identificeren of het om detachering gaat.

 

  • De eerste lijst van feitelijke elementen heeft betrekking op de beoordeling van het begrip gedetacheerde werknemer. Hieronder vallen werknemers die, hetzij gewoonlijk werken op het grondgebied van één of meer andere landen dan België, hetzij zijn aangeworven in een ander land dan België. Om te bepalen of deze werknemers effectief tijdelijke arbeidsprestaties verrichten in België, moet men kijken naar de feitelijke elementen.

 

  • De tweede lijst van feitelijke elementen heeft betrekking op de beoordeling van de effectieve vestiging in het oorsprongland. Deze elementen moeten toelaten om te bepalen of de onderneming wel daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht in het land van oorsprong (en het dus niet gaat om een loutere postbusfirma).

 

Door een opsomming te geven van een aantal feitelijke elementen hoopt men te komen tot een betere aanpak van situaties die in werkelijkheid geen detacheringen zijn.

3. Voorafgaandelijke aanduiding verbindingspersoon

De handhavingsrichtlijn voerde een verplichting in voor detacherende ondernemingen om voorafgaand aan de detachering een contactpersoon aan te wijzen. Deze contactpersoon staat in voor contacten met bevoegde instanties en moet een aantal basisdocumenten kunnen voorleggen.

 

Als één van de Europese voorlopers, voerde België wel een voorafgaande meldingsplicht (=de zogenaamde Limosa) van detachering in sinds 1 april 2007.

 

Er was echter in België nog geen verplichting om ook voorafgaandelijk een contactpersoon aan te duiden. Om conform met de handhavingsrichtlijn te zijn, moet de detacherende werkgever een verbindingspersoon aanduiden voorafgaand aan de detachering.

3.1 Begrip 'verbindingspersoon'

De wet definieert verbindingspersoon als volgt: 'een natuurlijk persoon die wordt aangewezen door de werkgever om, voor rekening van deze laatste, het contact te verzekeren met de ambetenaren door de Koning aangewezen. Verder kan er met de verbindingspersoon contact worden opgenomen door deze ambtenaren om elk document of advies te bezorgen of in ontvangst te nemen dat betrekking heeft op de tewerkstelling van gedetacheerde werknemers in België.'

 

De memorie van toelichting bepaalt verder dat deze natuurlijke persoon om het even welke persoon kan zijn. Het kan de werkgever zelf zijn in eigen persoon (op voorwaarde dat deze een natuurlijk persoon is), het kan een werknemer zijn van de onderneming of het kan ook een derde zijn ten opzichte van de onderneming.

 

Er bestaat geen enkele verplichting dat deze verbindingspersoon een domicilie heeft in België. Een domicilie in het land van vestiging van de werkgever die detacheert is ook toegestaan.

 

De verbindingspersoon handelt steeds 'voor rekening van de werkgever die detacheert'. Het is dus de detacherende werkgever die alleen juridisch aansprakelijk blijft voor het bezorgen van de documenten die betrekking hebben op de tewerkstelling van in België gedetacheerde werknemers en die opgevraagd worden door de inspectiediensten. 

 

De manier waarop de aanwijzing van de verbindingspersoon moet worden meegedeeld, zal door de Koning nog bepaald worden.

3.2 Taak verbindingspersoon

De verbindingspersoon, die aangewezen werd door de detacherende werkgever, kan door de inspectiediensten gevraagd worden om de sociale documenten voor te leggen.

 

We onderscheiden vier types van documenten die de inspectiediensten kunnen opvragen aan de werkgever die werknemers naar België detacheert. In casu is het de verbindingspersoon die effectief deze documenten moet voorleggen.

 

Het gaat om volgende documenten:

  • een kopie van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde werknemer of elk ander gelijkwaardig document;
  • diverse inlichtingen met betrekking tot de voorwaarden van de detachering (o.a. voordelen in geld of natura verbonden aan de detachering, voorwaarden van de repatriëring van de gedetacheerde werknemer,…);
  • een overzicht van de werkuren (zijnde begin, einde en duur van de dagelijkse arbeidstijd van de gedetacheerde werknemer);
  • de bewijzen van loonbetaling.

 

Deze documenten mogen op papier of in elektronische vorm voorgelegd worden aan de inspectiediensten.

 

Bovendien kunnen de inspectiediensten vragen om een vertaling van deze documenten, hetzij in één van de landstalen, hetzij in het Engels.

 

Na het  einde van de detachering moet de detacherende werkgever op verzoek van de inspectiediensten nog gedurende één jaar de met de individuele rekening vergelijkbare documenten en/of een vertaling daarvan kunnen voorleggen.

De werkgever mag deze documenten naar keuze voorleggen op papier of in elektronische vorm.

4. Specifieke hoofdelijke aansprakelijkheid bouwsector

De wet voert een specifiek regime van hoofdelijke loonaansprakelijkheid voor de directe medecontractant voor bouwactiviteiten in.

 

Deze hoofdelijke loonaansprakelijkheid geldt voor het loon dat aan alle in België tewerkgestelde werknemers in de bouwsector verschuldigd is. Ze geldt dus zowel voor eigen werknemers als voor gedetacheerden.

 

Bovendien zal het nieuwe aansprakelijkheidsregime enkel gelden voor toekomstige loonschulden, behalve in bepaalde gevallen waarin blijkt dat de hoofdelijk aansprakelijke niet de nodige voorzichtigheid aan de dag gelegd heeft.

 

Een opdrachtgever (natuurlijk persoon) die activiteiten in de bouwsector laat uitvoeren uitsluitend voor privédoeleinden is uitgesloten van deze nieuwe hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling.

 

In een andere nieuwsbrief wordt dieper ingegaan op deze hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling in de bouwsector.

5. Invoering administratieve sancties en geldboetes bij schending detacheringsregels

De wet voegt een nieuwe afdeling in in het Sociaal Strafwetboek. Hiermee draagt België zijn steentje bij aan de oprichting van een Europees systeem van grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve sancties en boetes.

 

Enerzijds wordt vastgelegd wie er in België bevoegd is voor de kennisgeving en invordering van administratieve sancties en/of boetes wegens schending van de Belgische regels met betrekking tot detachering.

 

Anderzijds worden er nieuwe specifieke sancties met betrekking tot detachering ingevoerd. Zo zal een sanctie van niveau 2 worden opgelegd aan:

  • de hoofdelijk aansprakelijke rechtstreekse contractant in de bouwsector die nalaat om het nog verschuldigde loon aan de werknemer te betalen;
  • de detacherende werkgever van werknemers in België die nalaat om aan de Belgische inspectiediensten de aanduiding van de verbindingspersoon mee te delen;
  • de werkgever die werknemers in België detacheert of gedetacheerd heeft en die geen gevolg geeft aan de vraag van de inspectiediensten om hen de benodigde documenten te bezorgen. In dit geval zal de boete daarenboven vermenigvuldigd worden met het aantal betrokken werknemers.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.