ella
De wijzigingen van de vrijstelling doorstorting BV steunzones zijn verschenen in het Staatsblad. We hebben deze wijziging reeds besproken in deze nieuwsbrief. We herhalen hieronder de tekst. De bespreking is niet gewijzigd, op 2 punten na, die we hierna toelichten.
1.Cumulverbod met andere vrijstellingen doorstorting BV
Het cumulverbod blijft behouden met volgende BV-vrijstellingen:
- wetenschappelijk onderzoek;
- zeevissers en zeevervoer;
- bezoldigde sportbeoefenaars;
- koopvaardij-, de bagger- en de sleepvaartsector.
Voor de vrijstelling doorstorting BV overuren voor de werkgever komt er een wijziging. Cumul wordt toegelaten, maar de vrijstelling steunzones mag niet toegepast worden op het deel van de bezoldigingen dat betrekking heeft op de overuren. De werknemer behoudt, zoals vroeger, de belastingvermindering voor overuren.
Cumulatie met de BV-vrijstelling voor nacht- en ploegenarbeid en met de IPA-korting (of Structurele interprofessionele looncorrectie) blijft wel toegelaten.
Bijkomende vrijstelling van doorstorting BV voor de werkgever is toe te juichen, maar in de praktijk is de uitwerking hiervan niet evident. Het loon voor overuren wordt samen met het normale, periodiek loon onderworpen aan de normale bedrijfsvoorheffing berekend volgens de schalen I, II of III zodat de afzondering van de bedrijfsvoorheffing die betrekking heeft op de overuren niet correct te berekenen is.
2. Overdracht investering waarvoor de vrijstelling steunzones wordt toegepast bij herstructurering
In het kader van een fusie, splitsing of soortgelijke verrichting wordt de overnemende vennootschap gelijkgesteld met de werkgever die een formulier heeft ingediend. De nieuwe werkgever kan op deze wijze verder van de maatregel blijven genieten. Voorwaarde is wel dat de overnemende vennootschap hiervoor uitdrukkelijk heeft geopteerd via een specifieke procedure. Deze laatste procedure moet nog uitgewerkt worden door de Koning. Zonder deze gelijkstelling zou men verplicht worden om de toegekende steun terug te betalen.
Inwerkingtreding
De aanpassingen treden in werking op 1 september 2018 voor investeringen waarvan het formulier is gediend na deze datum.
De gelijkstelling of verderzetting in het kader van herstructurering geldt op voorwaarde dat een aanvraag tot gelijkstelling, wordt gedaan vanaf 1 september 2018.
De voorafgaande meldingsplicht voor uitzendkantoren treedt in werking op een later bij KB nog te bepalen datum.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Deze maatregel is enkel mogelijk bij werkgevers die onder de cao-wet vallen. De meeste werkgevers uit de publieke sector zijn dus uitgesloten.
Let wel: er zijn publiekrechtelijke werkgevers die toch onder het toepassingsgebied van de cao-wet vallen, zoals de openbare vervoersmaatschappijen, de openbare kredietinstellingen, huisvestingsmaatschappijen, VITO, …
Intro
Werkgevers die in steunzones investeringen doen met het oog op jobcreatie, kunnen mits voldaan is aan bepaalde voorwaarden vrijgesteld worden om 25% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing (BV) door te storten aan de schatkist. De BV heeft betrekking op de bezoldiging van elke nieuw gecreëerde arbeidsplaats gekoppeld aan de investering. En dit gedurende 2 jaar na creatie van de nieuwe arbeidsplaats.
De extra tewerkstelling moet wel gedurende 3 jaar (KMO’s) of 5 jaar (andere ondernemingen) behouden blijven. Deze arbeidsplaats moet ingevuld worden vóór het verstrijken van de 36ste maand, die volgt op de dag waarop de investering werd voltooid
De regeling maakt een onderscheid tussen KMO’s en andere ondernemingen. Dit onderscheid wijzigt niet.
Momenteel bestaan er
- 4 steunzones in Wallonië rond de steden Seraing, Sambreville, Charlerloi en Frameries (binnen een straal van 40 kilometer rond de sites van Arcelor Mittal, Saint Goban Sekurit, Caterpillar en Doosan); en
- 2 steunzones in Vlaanderen rond Genk en Turnhout.
Een nieuwe steunzone rond Vilvoorde-Zaventem zit in de pijplijn.
Juridische inhoud
1. Afbakening steunzones
De steunzones worden vastgelegd op voorstel van de Gewesten mits voldaan is aan bepaalde voorwaarden.
De zones bevinden zich in een straal rond de door collectieve ontslagen getroffen vestigingen. Het begrip collectief ontslag breidt uit. Niet enkel collectief ontslagen werknemers van een herstucturering komen in aanmerking, maar nu ook als het gevolg van een faillissement. Hiermee wordt een ongelijkheid opgeheven.
Minstens 500 werknemers moeten in een periode van drie jaar zijn getroffen in één of meerdere vestigingen van één of meerdere ondernemingen gelegen in een ononderbroken zone van 20 km2 en binnen een cirkel met een straal van maximaal 5 km..
De drempel van 500 ontslagen werknemers wordt teruggebracht tot 250 indien de totale steunzone die het gewest voorstelt een graad van jeugdwerkloosheid kent die hoger is dan 125 % van het nationale gemiddelde. Naar analogie met de verlaagde drempel bij hoge jeugdwerkloosheid verlaagt de drempel nu eveneens voor een hoge werkloosheidsgraad bij werknemers ouder dan 50 jaar.
De gewesten kunnen ofwel een steunzone afbakenen met een straal van 40 kilometer rond getroffen zone ofwel kleinere steunzones met een straal van maximum 20 kilometer. Dit laatste is nieuw. In dit geval kan zij voor elke grote steunzone 2 kleinere steunzones afbakenen. Het maximum van 4 steunzones verdubbelt op deze wijze tot 8 steunzones.
2. Investering door andere groepsvennootschap
De vennootschap-werkgever die de vrijstelling doorstorting BV toepast op de nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd in het kader van de investering moet niet meer dezelfde werkgever zijn dan de vennootschap die de investering heeft gedaan. Een andere vennootschap binnen de groep kan de investering verrichten. Deze versoepeling komt tegemoet aan vennootschapsgroepen. In sommige groepen zijn gebouwen of andere (im)materiële vaste activa ondergebracht in een afzonderlijke vennootschap van de groep. De vennootschap die de investering doet, moet eveneens beantwoorden aan de KMO voorwaarden indien men de KMO regeling wil toepassen.
De werkgever die de vrijstelling toepast en het formulier indient, blijft gehouden het bewijs te leveren alsof de werkgever de investering zelf heeft verricht, ook al wordt de investering verricht door een andere groepsvennootschap.
De andere voorwaarden blijven behouden (bijv. bewijs oorzakelijk verband investering en nieuwe arbeidsplaats). Het aanmeldingsformulier wordt aangepast aan deze wijziging.
3. Toetredingsvoorwaarden
3.1. Formaliteiten
Vóór de aanvang van de investering moet de werkgever zich via een standaardformulier aan het bevoegde Documentatiecentrum - Bedrijfsvoorheffing aanmelden.
Voor nieuwe investeringen wordt het mogelijk om het formulier op een later tijdstip te bezorgen. Volgens de memorie wil men de gunstregeling toegankelijker maken voor werkgevers die een investering plannen met een lange doorlooptijd. Men kan het formulier indienen tot het einde van de 3e maand na voltooiing van de werkzaamheden.
3.2 Startpunt toepassing vrijstelling
De maand van indiening van het formulier bepaalt voortaan ook het startpunt van de toepassing van de vrijstelling.
Enkel een nieuwe arbeidsplaats gekoppeld aan de investering die voor het eerst wordt ingevuld tussen de eerste dag waarop het formulier wordt ingediend en de eerste dag van de 36ste maand volgend op de maand van voltooiing van de investering, komt in aanmerking.
Een arbeidsplaats is slechts 'nieuw' indien ze in de betrokken inrichting het totaal aantal werknemers en uitzendkrachten, uitgedrukt in voltijdse equivalenten (VTE) doet verhogen ten opzichte van het gemiddelde aantal werknemers en uitzendkrachten, uitgedrukt in VTE over de 12 maanden die voorafgaan aan de voltooiing van de investering, vermeerderd met de andere door de investering reeds gecreëerde nieuwe arbeidsplaatsen, uitgedrukt in VTE.
Het eindpunt of ijkpunt van de referteperiode van 12 maanden voor de beoordeling van een nieuwe arbeidsplaats is ook aangepast. Voortaan is dit de 12 maanden voorafgaand aan de maand waarin het formulier wordt ingediend.
Het tijdstip van indiening van het formulier wordt in de praktijk dus zeer cruciaal !
3.3 Definitie voltooiing
Het begrip voltooiing was niet gedefinieerd in de wet. Daar komt nu verandering in.
'Met de voltooiing van de investering wordt het tijdstip bedoeld waarop deze investering effectief door de werkgever in gebruik wordt genomen.'
De ingebruikname van een investering is een feitenkwestie en wordt geval per geval beoordeeld. In principe zal een investering geacht worden in gebruik te zijn genomen vanaf het ogenblik dat de werkgever de investering aanwendt in het kader van de uitoefening van zijn economische activiteit.
Voorbeeld 1
Een productielijn in opbouw waarvan de installatie nog niet is voltooid, is geen voltooide investering.
Een opgebouwde productielijn die in afwachting van het aanwerven van nieuwe personeelsleden niet wordt gebruikt of die wordt getest door technici die geen deel uitmaken van het productieproces, wordt ook niet beschouwd als een voltooide investering.
Een opgebouwde productielijn die in afwachting van de aanwerving van nieuwe personeelsleden nog niet op volle capaciteit wordt ingezet, is wel een voltooide investering.
Het tijdstip van de voltooiing van de investering valt dus samen met het tijdstip waarop de werkgever de investering inzet in de uitoefening van zijn economische activiteit en valt dus niet noodzakelijk samen met het tijdstip waarop de capaciteit van de investering volledig wordt benut, of met het tijdstip dat de investering economisch rendabel wordt.
Voorbeeld 2
Bij een overname is de investering voltooid op het tijdstip dat de overnemer effectief controle krijgt over de overgenomen activa.
De effectieve voltooiing van de investering moet plaatsvinden voor het verstrijken van de 6e maand die volgt op ingevulde, verwachte datum op het formulier. Dit is strenger dan de huidige regeling : geen BV-vrijstelling indien de periode tussen de datum van de indiening van het 'investeringsformulier' en de datum van effectieve voltooiing van de investering meer dan twee keer langer is dan de periode tussen de datum van het indienen van het "investeringsformulier" en de datum van de verwachte voltooiing van de investering.
4. Definitieve verkrijging van het voordeel
4.1 Bewijs
De bekomen BV-vrijstelling is pas definitief verworven indien de werkgever bewijst dat de door de investering gecreëerde nieuwe arbeidsplaats is behouden gedurende een bepaalde minimumperiode. De werkgever moet ook aantonen dat de arbeidsplaats gedurende deze periode aan de voorwaarde van 'nieuw' is blijven voldoen.
De werkgever levert dit bewijs door een bijlage toe te voegen bij zijn aangifte in de inkomstenbelasting. Dit document vindt men op de website van de fiscus of bij de modelcontracten.
Indien de werkgever deze formaliteiten niet vervult of wanneer blijkt dat de voorwaarden niet waren vervuld, dan wordt de vrijgestelde BV teruggevorderd. De vrijgestelde BV wordt aangemerkt als verschuldigde BV van de maand binnen dewelke de minimale behoudstermijn (3 jaar voor kmo's, 5 jaar voor andere ondernemingen) is verstreken.
4.2 Controle niet alleen meer a posteriori
De controle gebeurt a posteriori. En enkele jaren na de toepassing van de vrijstelling. Om te vermijden dat men 'per vergissing' de maatregel geniet, zal de fiscus de maatregel enkel nog toegankelijk maken voor de werkgevers die een formulier hebben ingediend. Geen formulier, geen vrijstelling. De BV aangifte wordt op korte termijn automatisch gecorrigeerd. Deze regel geldt ook voor uitzendkantoren. Uitzendkantoren zullen ook een melding moeten verrichten voordat ze de vrijstelling kunnen toepassen. De meldingsplicht voor uitzendkantoren treedt echter pas in werking na uitwerking van de meldingsplicht bij KB.
Door een vervroegde controle wenst men het aantal regularisaties achteraf te vermijden.
