Situering
Bij een tewerkstelling als student, zijn werkgever noch student onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdragen. Beide zijn enkel een solidariteitsbijdrage verschuldigd.
Om van dit gunsttarief te kunnen genieten, moeten wel een aantal voorwaarden vervuld zijn.
Zo mag een student op maximum 50 kalenderdagen (= het contingent), vrij te spreiden over een volledig kalenderjaar, werken.
Combinatie met andere tewerkstellingen
Een tewerkstelling als student kan gecombineerd worden met andere tewerkstellingen, zoals het gelegenheidswerk in horeca en land- en tuinbouw.
Tot 30 juni 2016 moesten werkgevers uit de horeca, land- en tuinbouwsector eerst het studentencontingent van 50 dagen uitputten vooraleer een tewerkstelling als gelegenheidswerknemer kon aanvangen.
Vrije keuze vanaf 1 juli 2016
Vanaf 1 juli 2016 wordt deze cumulmogelijkheid versoepeld.
Een werkgever kan voortaan vrij kiezen om de jongere als student dan wel als gelegenheidswerknemer aan te geven bij de RSZ.
Gevolgen voor de werkgever
Horecawerkgevers en werkgevers uit de land- en tuinbouw kunnen een jongere voortaan meteen aanmelden in de regeling van gelegenheidswerk zonder te moeten nagaan of het studentencontingent van 50 dagen al dan niet uitgeput is.
Juridische inhoud
1. Studentenarbeid
Bij een tewerkstelling als student zijn noch de werkgever noch de student onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdragen.
Wel zijn beide een solidariteitsbijdrage verschuldigd. Deze bedraagt 5,42% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de werknemer/student.
Daarnaast is de werkgever ook een bijzondere bijdrage van 0,01% verschuldigd ten voordele van het asbestfonds.
Om van dit gunstregime te kunnen genieten, moet de student werken:
- op basis van een arbeidsovereenkomst voor studenten;
- gedurende maximum 50 kalenderdagen, vrij te spreiden over het volledige kalenderjaar;
Deze periode van 50 kalenderdagen noemt men het contingent. - buiten de periodes van verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling.
Op basis van de ondertekende studentenovereenkomst geeft de werkgever via Dimona het aantal dagen aan waarop hij de student zal tewerkstellen.
De solidariteitsbijdrage is enkel van toepassing op de eerste 50 dagen die in Dimona worden aangegeven. Bij overschrijding van dit contingent zijn de student en zijn werkgever vanaf dag 51 onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdragen.
2. Combinatie met andere tewerkstellingen
2.1. Regeling tot 30 juni 2016
In geval van cumulatie van studentenarbeid met gelegenheidswerk, heeft het statuut van student voorrang.
Werkgevers uit de horeca-, landbouw- en tuinbouwsector zijn verplicht om eerst het studentencontingent van 50 dagen uit te putten, vooraleer de jongere een tewerkstelling als gelegenheidswerknemer kan aanvatten.
Voor de eerste 50 gewerkte dagen als student wordt de solidariteitsbijdrage berekend op het reële loon.
Voor deze 50 dagen moet de werkgever als type werknemer in de Dimona-aangifte ‘STU’ gebruiken.
Nadien kan de student als gelegenheidsarbeider werken in de horecasector gedurende maximaal 50 dagen en gedurende maximaal 65 dagen in de land- en tuinbouwsector.
Voor deze tewerkstellingen gelden de gewone RSZ-bijdragepercentages. Zij worden berekend op het (verminderd) dag- of uurforfait.
Voor deze dagen moet de werkgever in Dimona als type werknemer ‘EXT’ gebruiken.
2.2. Vrije keuze vanaf 1 juli 2016
Vanaf 1 juli 2016 wordt deze cumulmogelijkheid versoepeld.
Een werkgever kan vanaf dan vrij kiezen om een jongere als student (STU) dan wel als gelegenheidswerknemer (EXT) aan te geven bij de RSZ.
Omdat dit zowel gevolgen heeft voor de werkgever als voor de student, wordt deze keuze best op voorhand besproken en eventueel vastgelegd in de overeenkomst.
Gevolgen voor de werkgever
Horecawerkgevers en werkgevers uit de land- en tuinbouwsector kunnen jongeren vanaf 1 juli 2016 meteen aanmelden in de regeling van gelegenheidswerk zonder te moeten nagaan of het studentencontingent van 50 dagen al dan niet uitgeput is.