Bestaande regeling
In de horecasector waren tot nu toe alle bezoldigingen toegekend in het kader van een flexi-jobarbeidsovereenkomst vrijgesteld van belastingen. Voor de sociale zekerheid zijn enkel het flexiloon en het flexivakantiegeld vrijgesteld. Daar moet een werkgever dan wel een bijzondere sociale bijdrage van 25% op betalen. De ruime fiscale vrijstelling had o.a. tot gevolg dat het voordeel van een firmawagen voor een flexi-jobber niet belast werd.
Nieuwe regeling
Door een aanpassing van de wet loopt de sociale en fiscale vrijstelling van inkomsten uit een flexi-job vanaf nu parallel.
Voortaan zijn enkel de bezoldigingen in het kader van een flexi-jobarbeidsovereenkomst waarop de bijzondere sociale bijdrage van 25% verschuldigd is (flexiloon en flexivakantiegeld), niet belastbaar. Dit heeft o.m. tot gevolg dat het voordeel van een firmawagen ook voor wie tewerkgesteld is met een flexi-job belastbaar wordt. Op dit voordeel is de bijzondere bijdrage van 25% immers niet verschuldigd omdat dit geen flexiloon is. Flexiloon is namelijk enkel loon dat in principe aan sociale bijdragen onderworpen is. Het voordeel van een firmawagen is uitgesloten uit het loonbegrip voor de sociale zekerheid.
Inwerkingtreding
De aangepaste fiscale vrijstelling is van toepassing op de bezoldigingen die in het kader van een flexi-jobarbeidsovereenkomst worden betaald of toegekend vanaf 1 oktober 2016.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Bezoldigingen die een werkgever uit de horecasector aan werknemers tewerkgesteld met een flexi-job toekent of betaalt zijn vanaf 1 oktober 2016 op dezelfde manier sociaal en fiscaal vrijgesteld.