Gezien de cruciale rol van zorgverleners in het bestrijden van COVID-19 en de noodzaak patiënten maximaal te beschermen, heeft het Overlegcomité de ministers van Sociale Zaken en Werk gevraagd te onderzoeken onder welke modaliteiten de verplichting tot volledige vaccinatie kan worden ingevoerd voor alle zorgverleners.
In het kader van deze vraag werd aan de sociale partners advies gevraagd over:
- een juridisch kader voor een verplichte vaccinatie voor het zorgpersoneel (personeel dat rechtstreeks zorgcontacten heeft of ruimer);
- de opportuniteit en de wettelijke/reglementaire mogelijkheden van een dergelijke verplichting;
- de vraag of een verdere omkadering van die verplichting nodig of nuttig is.
Op 15 oktober 2021 bracht de Nationale Arbeidsraad (NAR) zijn – duidelijk verdeeld - advies uit.
Een aantal twistpunten zijn:
- Wie moet er gevaccineerd worden? Enkel het personeel dat rechtstreeks betrokken is bij de zorg of zo veel mogelijk personeelsleden?
- De gevolgen bij weigering of de onmogelijkheid om zich te laten vaccineren. Kan dit leiden tot een sanctie of niet?
- Vanaf wanneer treedt de verplichte vaccinatie in werking? Zo snel mogelijk of pas vanaf juli 2022?
Daarnaast zijn de sociale partners het over een aantal punten ook eens.
Het belang van blijvende aanmoediging voor vaccinatie.
Ook sensibilisering rond de geldende preventiemaatregelen blijft nodig. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de generieke gids, de sectorprotocollen en andere maatregelen die de werkgever genomen heeft in samenwerking met arbeidsartsen en andere preventieadviseurs.