Vanaf 29 april 2019 bevat onze wetgeving een nieuwe outplacementverplichting voor de werkgever.
De nieuwe regeling is terug te vinden in de wet betreffende de sociale bepalingen van de jobsdeal en werd op 19 april in het Staatsblad gepubliceerd. Ze kwam bij de twee al bestaande outplacementverplichtingen – die bij ontslag van een oudere werknemer (45 jaar of ouder), en die bij ontslag in het eenheidsstatuut (minstens 30 weken opzegtermijn of verbrekingsvergoeding).
De verplichting tot outplacement geldt enkel wanneer de werkgever medische overmacht inroept na afloop van een re-integratietraject. Het moet met andere woorden duidelijk zijn dat de betrokken werknemer niet meer in de onderneming kan terugkeren. Alle stappen van het traject moeten doorlopen zijn.
In onze eerdere informatie over deze nieuwe outplacementverplichting sloop een foutje. We vermelden ten onrechte dat de verplichting van een aanbod tot outplacement niet geldt wanneer de werknemer beschikt over een medisch attest waaruit blijkt dat hij niet meer in staat is om het werk te hervatten op de arbeidsmarkt. Dit zou logisch zijn, aangezien de werknemer dan geen enkel nut heeft bij het outplacement.
Deze situatie was weliswaar in een ontwerpversie terug te vinden, maar is niet goedgekeurd en gepubliceerd in het Staatsblad. De werkgever zal met andere woorden toch een outplacementaanbod moeten doen, zelfs indien de werknemer beschikt over een medisch attest dat stelt dat hij nooit meer actief zal kunnen zijn op de arbeidsmarkt. In dergelijke situatie is de kans dan weer groot dat de werknemer niet ingaat op het aanbod tot outplacement. Als hij het aanbod niet binnen de 4 weken schriftelijk aanvaardt, vervalt het recht op outplacement sowieso.
We passen de informatie in onze nieuwsbrief van 1 april 2019 aan.