Het nieuwe jaar is in aantocht. Tijd voor een overzicht van de belangrijkste wijzigingen die in werking treden begin 2018. 

 

We bespreken eerst de regelgeving die reeds gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad en dus definitief is. 

Vervolgens lijsten we de belangrijkste nieuwigheden op die we nog verwachten. Deze besprekingen zijn gebaseerd op ontwerpteksten. Wijzigingen zijn dus nog steeds mogelijk. 

 

1. Wat reeds verscheen in het Belgisch Staatsblad

 

Fiscaal voordeel alle aard IT-apparaten

Vanaf 1 januari 2018 krijgen we nieuwe forfaitaire waarderingen indien de werkgever een apparaat of abonnement gratis voor privaat gebruik aan zijn werknemer ter beschikking stelt (zie de nieuwsbrief van 13 november 2017). De sociale regels, die gelijk zullen zijn aan de fiscale, volgen nog.

 

CO2-solidariteitsbijdrage bedrijfswagens 2018 bekend

Voor het jaar 2017 bedroeg de indexatiecoëfficiënt 1,2488. Vanaf 1 januari 2018 zal deze 1,2708 bedragen (zie de nieuwsbrief van 13 oktober 2017).

 

Impact taxshift voor werkgevers in 2018

De taxshift voor de privésector (categorie 1 voor structurele vermindering) betekent een verregaande hervorming van het bijdragesysteem voor de werkgevers.  Het proces verloopt in stappen en startte vanaf 1 april 2016.

• Het basistarief aan werkgeversbijdragen daalt van 30% naar 25% vanaf 1 januari 2018.
• Sinds april 2016 wordt de structurele vermindering stapsgewijs hervormd en afgebouwd voor werknemers in categorie 1 (de private profitsector). 1 januari 2018 is een belangrijk moment. De parameters voor de berekening van het (basis)verminderingsbedrag wijzigen grondig vanaf 2018.
• Vanaf 2018 ontvangt de werkgever enkel nog een beperkte structurele vermindering van bijdragen voor werknemers met een laag loon, dit wil zeggen met een voltijds  brutokwartaalloon kleiner dan 8.850 euro;
• De groep van werknemers met een 'laag loon' is wel uitgebreid vanaf 2018;
• Voor alle werknemers die meer verdienen, geniet de werkgever geen structurele vermindering meer (zie de nieuwsbrief van 11 september 2017).

 

Voor werknemers van de social profit (sociale maribel sectoren of categorie 2) is er geen verlaging van de werkgeversbijdragen, maar wel een versterking van de structurele vermindering vanaf 2018.  Zowel het forfait als de loongrenzen voor de structurele vermindering voor werknemers van categorie 2 verhogen vanaf het eerste kwartaal 2018 (zie de nieuwsbrief van 20 oktober 2017).

 

Voor werknemers in beschutte werkplaatsen (categorie 3 voor structurele vermindering) bracht de taxshift eveneens een grote hervorming mee. Het basistarief van de werkgeversbijdragen daalt voor alle werknemers (voor valide werknemers tot 25% en voor mindervalide werknemers tot 19,88%). De structurele vermindering wordt afgebouwd voor valide werknemers, maar wordt versterkt voor mindervalide werknemers (zie de nieuwsbrief van 11 september 2017).

 

Stijging netto loon

In het kader van de tweede stap in de taxshift stijgt het netto loon van de werknemers op 1 januari 2018. Een eerste bescheiden stijging van de netto lonen in dit kader ontvingen we reeds in 2016.

 

Vanaf 1 januari 2018 wordt een volgende stap gezet  door volgende maatregelen:

• de forfaitaire beroepskosten voor werknemers bedragen uniform 30% met een maximum van 2.950 EUR (niet-geïndexeerd);

• het belastingtarief 30% verdwijnt  en de schijf van het belastingtarief 40% verbreedt;

• de inkomensgrens om de verhoogde belastingvrije som te genieten, verhoogt waardoor meer personen recht hebben op een verhoogde belastingvrije som.

 

De fiscale administratie gaf de sleutelformule vrij zodat wij de stijging van het netto loon kunnen berekenen.

bruto maandloon	netto maand loon  2017	netto maandloon 2018	netto stijging
2.000	1.522,51	1.567,78	+45,27	+2,9734%
2.500	1.649,87	1.695,68	+45,81	+2,7766%
3.000	1.873,47	1.919,67	+46,20	+2,4660%
3.500	2.097,95	2.139,37	+41,42	1,9743%
4.000	2.317,65	2.359,06	+41,41	+1,7867%
4.500	2.521,12	2.567,97	+46,85	+1,8583%
5.000	2.717,54	2.757,39	+39,85	+1,4664%

Deze berekening geldt voor een gehuwde werknemer zonder personen ten laste waarvan de partner eigen beroepsinkomsten heeft. In de berekening werd ook rekening gehouden met de jaarlijkse indexatie van de tarieven (zie de nieuwsbrief van 11 december 2017).

 

De schalen van bedrijfsvoorheffing (de zogenaamde bijlage III) werd vorige vrijdag ook in het Staatsblad gepubliceerd (zie de nieuwsbrief van 15 december 2017).

 

Verhoging loonplafond voor vergoeding arbeidsongevallen

Het loonplafond voor de berekening van de vergoeding arbeidsongevallen wordt verhoogd met 0,8%. Deze verhoging geldt ook voor de vergoedingen in de sector beroepsziekten (zie de nieuwsbrieven van 25 juli 2017 en van  17 oktober 2017).

 

Brussel gaat strijd aan tegen discriminatie op de werkvloer

Vanaf 1 januari 2018 kunnen werkgevers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gecontroleerd worden of ze niet discrimineren. Dit door middel van praktijktesten en mystery calls. Dit kan evenwel alleen na klachten waarbij er sterke aanwijzingen zijn dat er binnen het bedrijf discriminerende activiteiten plaatsvinden (zie de nieuwsbrief van 27 november 2017).

 

Tewerkstellingsmaatregelen Duitstalige Gemeenschap

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap werkt aan een eigen tewerkstellingsbeleid. Enkele aanpassingen aan bepaalde tewerkstellingsmaatregelen treden in werking op 1 januari 2018. Zo zal de Regering van de Duitstalige Gemeenschap een eigen doelgroepvermindering toekennen aan werkgevers bij aanwerving van oudere werknemers  van minstens 54 jaar uit de private profitsector (zie de nieuwsbrief van 27 november 2017).

 

Elektronische mededeling tijdelijke werkloosheid staking of lock-out

Vanaf 1 januari 2018 moet de werkgever er aan denken om een elektronische mededeling aan de RVA te doen ingeval van staking of lock-out wanneer zijn werknemer erom vraagt. De mededeling gebeurt via de portaalsite van de sociale zekerheid (zie de nieuwsbrief van 30 oktober 2017).

 

Detachering naar Frankrijk: SIPSI betalend

Vanaf 1 januari 2018 zal elke werkgever die een werknemer naar Frankrijk detacheert in principe een administratieve kost van 40 euro moeten betalen per gedetacheerde werknemer. 

Deze extra kost wordt door Frankrijk aangerekend om het elektronische aanmeldingsplatform SIPSI te gebruiken voor de voorafgaandelijke aanmelding van detachering.

Vooraleer deze bijkomende kost voor SIPSI effectief vanaf 1 januari 2018 in werking zal treden, is nog een publicatie nodig van het decreet dat deze nieuwe bijdrage instelde. Het blijft voorlopig nog wachten op deze publicatie (zie de nieuwsbrief van 8 november 2017).

 

2. Wat we nog verwachten

 

We verwachten nog heel wat belangrijke nieuwigheden die in werking zullen treden begin 2018. Hieronder een bespreking van de voor ons relevante topics op basis van de ontwerpteksten.

 

Mobiliteitsvergoeding in ruil voor bedrijfswagen  

Werknemers die nu beschikken over een bedrijfswagen die ze ook privé mogen gebruiken, kunnen deze vanaf 1 januari 2018 inleveren in ruil voor een extra bedrag in cash, dat sociaal en fiscaal gunstig behandeld wordt. Weliswaar enkel op voorwaarde dat de werkgever hen daartoe de mogelijkheid biedt (zie de nieuwsbrieven van 3 oktober 2017, 17 november 2017 en van 12 december 2017).

 

Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing wetenschappelijk onderzoek ook voor bachelors vanaf 2018

Bepaalde werkgevers kunnen een fiscale gunstmaatregel genieten voor activiteiten van onderzoek en ontwikkeling. Ze moeten een aanzienlijk deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op het loon van onderzoekers met een wetenschappelijk diploma niet aan de fiscus doorstorten. Vandaag is de maatregel beperkt tot werknemers met minstens een masterdiploma. Vanaf 1 januari 2018 wordt de maatregel uitgebreid naar werknemers met bepaalde wetenschappelijke bachelordiploma’s (zie de nieuwsbrief van 30 november 2017).

 

Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing ploegen, nachtarbeid en werken in onroerende staat

Het ontwerp van relancewet dat momenteel in de Kamer behandeld wordt, wijzigt de bestaande vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid.  Bovendien zal de maatregel in principe ook gelden voor bouwactiviteiten.

 

Ploegen- en nachtarbeid: de loonkost voor werknemers die prestaties verrichten in ploegen of nachtarbeid, is onder bepaalde voorwaarden lager door een vrijstelling van doorstorting van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing.  Het ontwerp van relancewet bepaalt dat vanaf 1 januari 2018 deze vrijstelling niet meer wordt berekend op het niveau van de individuele werknemer, maar wel op het niveau van de groep van werknemers die in aanmerking komen.

 

Werken in onroerende staat: eveneens vanaf 1 januari 2018 zal de vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing ook gelden voor werknemers die activiteiten in onroerende staat uitvoeren.  Concreet zijn dat  alle werken die betrekking hebben op het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed alsmede elke handeling die zowel erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt.

 

We bespreken de komende dagen deze maatregelen meer in detail.

 

Nieuwe maatregelen om burn-out te voorkomen

De wetgever wil een aantal nieuwe maatregelen invoeren begin 2018 die het risico 

op burn-out moeten voorkomen of verminderen. De eerste maatregel kent financiering toe aan  

projecten ter preventie van burn-out op collectief niveau. De tweede maatregel sensibiliseert  

de werkgevers en werknemers omtrent het gebruik van digitale communicatie (zie de nieuwsbrief van 10 november 2017).

 

Aanpassing opzeggingstermijn WES in de eerste 6 maanden van arbeidsrelatie

De WES voerde geharmoniseerde opzeggingstermijnen in voor alle werknemers, ongeacht hun

statuut. 

 

Tijdens de eerste 6 maanden van de arbeidsrelatie heeft de werknemer recht op een

opzeggingstermijn van:

0 < 3 maanden	2 weken
3 < 6 maanden	4 weken

 

Het ontwerp wil tijdens die periode van 6 maanden een meer geleidelijke opbouw van de

opzeggingstermijn invoeren:

0 < 3 maanden	1 week
3 < 4 maanden	3 weken
4 < 5 maanden	4 weken
5 < 6 maanden	5 weken

 

Deze aanpassing zal gelden voor opzeggingen betekend vanaf de eerste dag van de tweede

maand die volgt op de maand waarin de wettekst verschijnt in het Staatsblad (zie de nieuwsbrief van 10 november 2017).

 

Afwijkende opzeggingstermijnen in bouw en diamant lopen op hun einde

De Wet Eenheidsstatuut voerde geharmoniseerde opzeggingstermijnen in met ingang van 1 januari 2014. Er bestaat wel nog een uitzonderingsregeling met kortere opzeggingstermijnen voor bepaalde arbeiders. In de praktijk zijn het in hoofdzaak de arbeiders uit de bouwsector (PC 124) en de diamantsector (PC 324) die onder dit regime vallen. Vanaf 1 januari 2018 komt hier een einde aan. Ontslagen betekend vanaf 1 januari 2018 kunnen niet meer gebeuren op basis van het uitzonderingsregime. De werkgever zal de normale opzeggingstermijn moeten betekenen (zie de nieuwsbrief van 10 november 2017).

 

Een nieuw statuut binnen het onbelast bijklussen: het verenigingswerk

Binnenkort wordt het statuut van de verenigingswerker in het leven geroepen. Dit statuut maakt deel uit van een groter juridisch kader waarbinnen particulieren onbelast zullen kunnen bijklussen. Je zal voor een organisatie kunnen werken en men spreekt dan van 'verenigingswerk'. Maar je kan ook activiteiten voor andere particulieren verrichten ('peer to peer' activiteiten) of binnen het kader van een erkend elektronisch platform ('deeleconomie'). De in dit kader betaalde vergoedingen mogen bepaalde grenzen niet overschrijden, namelijk 1.000 EUR per maand en 6.000 EUR per jaar. De maandgrens wordt nu tot 500 EUR gereduceerd.

Het was de bedoeling om het nieuw juridisch kader op 1 januari 2018 in werking te laten treden. Echter gezien de vele negatieve reacties geeft de Regering zich meer tijd om de nodige contacten met de betrokken stakeholders te leggen vooraleer de nieuwe regelgeving van kracht wordt. De inwerkingtreding wordt dus naar 20 februari 2018verschoven (zie de nieuwbrieven van 1 december 2017 en van 13 december 2017). 

 

Wijninckx-bijdrage aanvullende pensioenen stijgt naar 3%

De bijzondere socialezekerheidsbijdrage voor de aanvullende pensioenen verhoogt van 1,5% naar 3% vanaf 1 januari 2018 (zie de nieuwsbrief van 9 oktober 2017).

 

Uitbreiding toepassingsgebied flexi-jobs

Vanaf 1 januari 2018 breidt men het toepassingsgebied uit:

• naar andere sectoren dan de horeca (bijvoorbeeld naar de sectoren voedingswaren en kappers);
• niet enkel personen die al een tewerkstelling hebben van minimaal 4/5^e bij een andere werkgever maar ook gepensioneerden komen in aanmerking (zie de nieuwbrief van 9 oktober 2017).

 

Mogelijk om een winstpremie uit te keren

Vanaf 1 januari 2018 kunnen werkgevers een winstpremie uitkeren aan hun werknemers. Het gaat om een nieuwe sociaal en fiscaal aantrekkelijke mogelijkheid voor ondernemingen om een deel van de winst toe te kennen aan de werknemers (zie de nieuwsbrief van 10 oktober 2017).

 

E-commerce versoepeling invoering arbeidsregeling met nacht- of zondagarbeid

De ondernemingen actief in de elektronische handel van roerende goederen (E-commerce) zullen vanaf 2018 gemakkelijker een doorlopende dienstverlening kunnen organiseren. De procedure om ook personeel tijdens het weekend en 's nachts tewerk te stellen, wordt tijdelijk vereenvoudigd (zie de nieuwsbrief van 10 oktober 2017).

 

Niet-naleven voorrangsregels deeltijders wordt bestraft

Werkgevers riskeren een straf indien zij een deeltijdse werknemer met een inkomensgarantie-uitkering niet bij voorrang een openstaande job geven. De regel is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten die worden afgesloten vanaf 1 januari 2018 (zie de nieuwsbrief van 11 oktober 2017).

 

Volledige vrijstelling prestaties met loonbehoud duurder

Vanaf 1 januari 2018 stijgt de kost voor de werkgever als hij een werknemer volledig vrijstelt van prestaties met volledig of gedeeltelijk behoud van loon. Er wordt een nieuwe bijzondere activeringsbijdrage in het leven geroepen. De bijdrage is groter naarmate de werknemer jonger is bij instap in het systeem van vrijstelling van prestaties. Bepaalde situaties blijven uitgesloten van de bijdrage, bv. vrijstelling van prestaties in het kader van een opzeggingsperiode en wettelijke schorsingen van de arbeidsovereenkomst. Een regeling van vrijstelling van prestaties gestart vóór 28 september 2017 of in toepassing van een cao neergelegd voor die datum blijven ook vrij van de nieuwe bijdrage (zie de nieuwsbrief van12 oktober 2017).

 

De Vlaamse doelgroepvermindering voor ouderen wordt vanaf 2018 slechts toegekend als de werknemer in het betrokken kwartaal effectieve arbeidsprestaties heeft geleverd (zie de nieuwsbrief van 15 december 2017).

 

Gelegenheidsarbeid: binnenkort ook in de uitvaartsector

De uitvaartsector wordt gekenmerkt door zeer korte en onvoorspelbare opdrachten. Daarom doet men in de sector veel beroep op occasionele werknemers die vaak slechts een paar uur per dag of zelfs per week werken. Om enerzijds de administratieve verplichtingen die hiermee gepaard gaan te vereenvoudigen en anderzijds gerichte controles mogelijk te maken, wil staatssecretaris De Backer een statuut van gelegenheidswerknemer in de uitvaartsector invoeren.

Men streeft naar de datum van 1 januari 2018 voor het invoeren van dit nieuwe statuut van gelegenheidswerknemer (zie de nieuwsbrief van 25 juli 2017).

 

Outplacement: geen inkorting van opzeggingsvergoeding voor wie medisch ongeschikt is  

Een werknemer die medisch ongeschikt is verklaard, heeft geen recht op outplacementbegeleiding. De werkgever mag dan ook de opzeggingsvergoeding niet inkorten met 4 weken. Deze wijziging treedt in werking 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad (zie de nieuwsbrief van 6 november 2017).

 

Zachte landingsbanen voor oudere werknemers die hun werklast verlichten

De federale Regering wil vanaf 1 januari 2018 zogenaamde 'zachte landingsbanen' mogelijk maken voor private werkgevers en hun werknemers van minstens 58 jaar. De werkgever kan, onder bepaalde voorwaarden, een compenserende vergoeding  vrij van sociale bijdragen toekennen aan zijn oudere werknemer die loonverlies lijdt als gevolg van een maatregel tot verlichting van zijn werklast (zie de nieuwsbrief van 15 december 2017).