ella
Net als de andere Gewesten wil het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de systemen van alternerend leren/werken fors promoten.
Vanaf 1 juli 2018 kent de Brusselse overheid nieuwe premies toe aan werkgevers en jongeren die voor dergelijke alternerende systemen kiezen.
De premies komen in de plaats van de start- en stagebonussen. De patronale RSZ-vermindering voor mentors wordt ook vanaf 1 juli 2018 opgeheven.
1. Mentorpremie
De werkgever die een mentor in dienst heeft voor de begeleiding van leerlingen, kan een jaarlijkse premie van 1.750 EUR krijgen.
De premie wordt voor elke mentor toegekend die gedurende minstens 6 maanden, 1 en maximum 4 leerlingen tegelijk begeleidt.
De begeleiding moet in de Brusselse exploitatiezetel van de onderneming plaatsvinden.
2. Premie voor jongere in alternerende opleiding
De Brusselse jongere in alternerende opleiding kan ook een premie krijgen, indien hij minimum 4 maanden bij dezelfde werkgever blijft in uitvoering van één of meerdere opleidingsovereenkomsten.
De mogelijke opleidingsovereenkomsten in dit kader zijn:
- een industriële leerovereenkomst;
- een overeenkomst alternerend leren volgens de regels van het Franstalige landsgedeelte;
- een overeenkomst alternerend leren volgens de regels van de Vlaamse Gemeenschap;
- een beroepsinlevingsovereenkomst (maar alleen in zeer specifieke gevallen).
De jongere kan maximaal drie keer recht hebben op de jongerenpremie gedurende dezelfde opleidingscyclus en voor zover hij succesvol een jaar opleiding heeft beëindigd.
De jongerenpremie bedraagt:
- 500 EUR bij de eerste en tweede aanvraag;
- 750 EUR bij de derde aanvraag.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanaf 1 juli 2018 zijn er dus twee nieuwe premies:
- een premie voor Brusselse werkgevers die een mentor tewerkstellen voor de begeleiding van leerlingen in alternerend leren/werken; en
- een premie voor Brusselse jongeren die met succes in dergelijke leersystemen instappen.
Hou er wel rekening mee dat de patronale RSZ-vermindering voor mentors vanaf 1 juli 2018 voor Brusselse werkgevers wegvalt.
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Zowel privé als overheidswerkgevers komen in aanmerking voor de mentorpremie.
Intro
De alternerende opleiding is een leermethode waarbij theorie en praktijk in elkaar overvloeien. Het betreft een soort opleiding waarbij competenties, theoretische kennis en beroepservaring in een onderneming met elkaar gecombineerd kunnen worden.
De alternerende opleiding heeft soms wel een slecht imago. Het wordt te vaak beschouwd als een dumprichting voor slecht presterende leerlingen.
De Brusselse regering wil daarom het blazoen van de alternerende opleiding oppoetsen en de naamsbekendheid verhogen. De overheid wil dit doen door nieuwe premies aan Brusselse werkgevers en jongeren te geven.
Het blijkt ook dat 82% van de jongeren die een alternerende opleiding afronden, daarna werk vinden of een zelfstandige activiteit opstarten.
Juridische inhoud
1. Mentorpremie
De werkgever die een mentor in dienst heeft voor de begeleiding van leerlingen, kan een jaarlijkse premie van 1.750 EUR krijgen.
De premie wordt voor elke mentor toegekend die gedurende minstens 6 maanden 1 en maximum 4 leerlingen tegelijk begeleidt.
De begeleiding moet in de Brusselse exploitatiezetel van de onderneming plaatsvinden.
1.1. Voor welke werkgevers?
Zowel privé als overheidswerkgevers komen in aanmerking voor de mentorpremie.
De werkgever moet erkend zijn volgens één van de volgende regelingen:
artikel 2bis van het kadersamenwerkingsakkoord van 24/10/2008 betreffende de alternerende opleiding, afgesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;
artikel 7 van het Vlaamse decreet van 10/07/2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen.
1.2. Voor welke leerlingen?
De leerlingen moeten:
- ingeschreven zijn bij één van de erkende operatoren voor alternerende opleiding;
- minder dan 25 jaar oud zijn;
- een overeenkomst alternerend leren afsluiten.
De overeenkomst wordt gesloten volgens één van volgende regelgevingen:
- het kadersamenwerkingsakkoord van 24/10/2008 betreffende de alternerende opleiding, afgesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;
- het samenwerkingsakkoord van 20/02/1995 betreffende de permanente vorming van de middenstand voor de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest;
- het Vlaamse decreet van 10/06/2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen;
- het Vlaamse decreet van 07/05/2004 tot oprichting van Syntra Vlaanderen;
- de wet van 19/07/1983 over de industriële leerlingen;
- hoofdstuk X van titel IV van de programmawet van 02/08/2002 (bio-banen);
- de wet van 03/07/1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
1.3. Modaliteiten voor de aanvraag
De werkgever vraagt de mentorpremie bij Actiris aan met het hiervoor opgestelde formulier.
Bij de aanvraag deelt de werkgever volgende gegevens mee:
de identificatiegegevens van de werkgever en zijn handtekening,
het rekeningnummer waarop de premie moet worden betaald,
de identificatiegegevens van de leerling,
de identiteit van de mentor en zijn handtekening,
de benaming, finaliteit en begin- en einddatum van de opleiding.
De werkgever moet ook een getuigschrift geven van de opleidingsoperator dat bewijst dat de opleiding in de onderneming plaatsvond over een periode van minstens 6 maanden.
1.4. Wanneer aanvragen en betalen?
De werkgever vraagt de premie bij Actiris aan tussen de 6 en 9 maanden die volgen op het begin van de alternerende opleidingsperiode.
De premie wordt uitbetaald binnen de 2 maanden na het indienen van het volledig aanvraagdossier.
2. Premie jongere in alternerende opleiding
De jongere in alternerende opleiding kan ook een premie krijgen indien hij minimum 4 maanden bij dezelfde werkgever blijft in uitvoering van 1 of meerdere opleidingsovereenkomsten.
2.1. Voor welke jongeren?
De jongeren moeten:
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedomicilieerd zijn, en
in deeltijdse leerplicht zijn (dus minstens 15 jaar oud zijn).
2.2. Voor welke werkgevers?
2.3. Met welke overeenkomst?
De jongere moet een overeenkomst alternerend leren afsluiten.
De mogelijke opleidingsovereenkomsten in dit kader zijn:
een industriële leerovereenkomst;
een overeenkomst alternerend leren volgens de regels van het Franstalige landsgedeelte;
een overeenkomst alternerend leren volgens de regels van de Vlaamse Gemeenschap;
een beroepsinlevingsovereenkomst (BIO-baan).
PS. Ons inziens is de BIO-baan hier alleen mogelijk voor deeltijds beroepssecundair onderwijs in Vlaanderen en de 'Master en alternance' in de Franse Gemeenschap.
2.3. Modaliteiten voor de aanvraag
De jongere vraagt de mentorpremie bij Actiris aan met het hiervoor opgestelde formulier.
Hij deelt volgende gegevens mee:
de identificatiegegevens van de werkgever en zijn handtekening,
het rekeningnummer waarop de premie moet worden betaald,
de identificatiegegevens van de jongere,
de benaming, finaliteit en begin- en einddatum van de opleiding,
een getuigschrift van de onderwijs- of opleidingsinstelling dat bewijst dat de jongere het opleidingsjaar succesvol heeft beëindigd.
De jongere moet ook een getuigschrift van de opleidingsoperator bijvoegen dat bewijst dat de opleiding in de onderneming plaatsvond over een periode van minstens 4 maanden.
2.4. Wanneer aanvragen en betalen?
De jongere vraagt de premie bij Actiris aan binnen de 3 maanden volgend op het einde van het opleidingsjaar.
De jongere krijgt de premie uitbetaald binnen de 2 maanden volgend op de indiening van het volledige aanvraagdossier.
2.5. Bedrag van de premie
De jongere kan maximaal drie keer recht hebben op de jongerenpremie gedurende dezelfde opleidingscyclus en voor zover hij succesvol een jaar opleiding heeft beëindigd.
De jongerenpremie bedraagt:
500 EUR bij de eerste en tweede aanvraag;
750 EUR bij de derde aanvraag.
