Feedback
ella
Duitstalige Gemeenschap: nieuw doelgroepenbeleid vanaf 1 januari 2019 - uitvoeringsregels AktiF- en AktiF-PLUS
Uit het Belgisch Staatsblad van 30/11/2018
Gepubliceerd op 17/12/2018

Nieuw doelgroepenbeleid

Op 1 januari 2019 start voor de werkgevers van de Duitstalige Gemeenschap een nieuw doelgroepenbeleid  ter bevordering van opleiding, aanwerving en behoud van tewerkstelling. 

 

In onze nieuwsbrief van 27 augustus 2018 bespraken we al uitvoerig het basisdecreet dat de grote lijnen bepaalt.

 

Het pas gepubliceerde uitvoeringsbesluit vervolledigt de regels en modaliteiten voor de nieuwe subsidies. Het legt de procedures van attestering, aanvraag en betaling van de nieuwe AktiF-subsidies vast.

 

De doelgroepvermindering voor oudere werknemers wijzigt grondig vanaf 1 januari 2019:

  • de vermindering start vanaf 55 jaar in plaats van 54 jaar;
  • de vermindering eindigt het kwartaal volgend op het bereiken van de pensioenleeftijd;
  • de leeftijdsschijven en bijhorende verminderingsbedragen wijzigen. 

 

Deze nieuwsbrief geeft een gecoördineerd overzicht. 

Nieuwe elementen staan cursief! 

 

Voor wie ?

De nieuwe financiële incentives 'AktiF en AktiF-PLUS' zijn bestemd voor werkgevers die bepaalde werkzoekenden aanwerven, vanaf 1 januari 2019, met woonplaats in het Duitse taalgebied en ingeschreven bij de Dienst voor arbeidsbemiddeling (ADG).

De werkzoekende moet voldoen aan de voorwaarden van één van de typen gerechtigden. 

 

De nieuwe maatregelen beogen grofweg volgende doelgroepen:  

  • min-25-jarigen;
  • ouderen vanaf 50 jaar;
  • langdurig werklozen;
  • werknemers ontslagen naar aanleiding van een herstructurering. 

 

De vestigingsplaats van de werkgever speelt geen rol bij de toekenning van de nieuwe subsidies. De aanwerving moet gebeuren met een schriftelijke arbeidsovereenkomst.

 

Hoe verloopt de subsidiëring praktisch?

De dienst voor arbeidsbemiddeling (ADG) levert aan de werkzoekende een attest af waaruit blijkt dat hij/zij voldoet aan de subsidiëringsvoorwaarden. Het attest blijft vier maanden geldig. De indiensttreding moet zich in de regel situeren binnen de geldigheidsduur van het attest om in aanmerking te kunnen komen voor AktiF en AktiF-PLUS-subsidies.

Het attest moet uiterlijk op de 20e dag vanaf de datum van indiensttreding bij ADG aangevraagd worden.

 

De werkgever moet de subsidies elektronisch of op papier aanvragen bij het Departement Werkgelegenheid van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap uiterlijk op de 45e dag vanaf de dag van de indiensttreding. Binnen de 15 dagen na de aanvraag ontvangt de werkgever de beslissing van de Minister.

 

Het Ministerie betaalt de subsidie maandelijks als voorschot vanaf de indiensttreding.

 

  • Het eerste voorschot wordt betaald op basis van de aanvraaggegevens op voorwaarde dat de werkgever de arbeidsovereenkomst tijdig toestuurt.

 

  • Hetvolgende voorschot wordt betaald op basis van de loonfiche van de vorige maand. D e werkgever moet de loonfiche binnen de twee weken na het einde van de betrokken maand toesturen aan het Ministerie. Dit kan ook elektronisch. Na het verstrijken van die termijn wordt de subsidie niet meer als voorschot uitbetaald. Na verloop van drie maanden na de betrokken maand wordt de subsidie niet meer uitbetaald.

 

Wat verdwijnt?

De nieuwe incentives vervangen vanaf 1 januari 2019 de bestaande federale doelgroep- verminderingen voor langdurig werkzoekenden, voor jongeren en bij herstructurering, alsook de werkuitkeringen in het kader van het Activa-Plan en Activa-start. Er worden uitgebreide overgangsregels voorzien. De SINE-maatregel dooft uit. Er is geen nieuwe instroom meer mogelijk vanaf januari 2019.

 

In werking

De nieuwe maatregelen en wetgeving treden in werking vanaf 1 januari 2019. 

Bron:
Decreet van 28 mei 2018 betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, B.S. 10 juli 2018 p. 55235.
Besluit van 28 september 2018 van de Regering tot uitvoering van het decreet van 28 mei 2018 betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, B.S. 30 november 2018, p. 93276.

Juridische inhoud

1. Doelgroepvermindering oudere werknemers

De doelgroepvermindering voor oudere werknemers wijzigt vanaf 1 januari 2019 op volgende punten: 

 

  • de vermindering wordt pas toegekend vanaf 55 jaar in plaats van 54 jaar;

  • de vermindering eindigt het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de werknemer de pensioenleeftijd bereikt; 

  • de leeftijdsschijven en bijhorende verminderingsbedragen worden aangepast. 

 

DGV ouderen

vanaf 1 januari 2018

DGV ouderen

vanaf 1 januari 2019

 

54 - 57 jaar

 

400

54 jaar /     tenzij overgangsregel:300
55 jaar300
56 - 58 jaar400
58 - 61 jaar1.00059 - 61 jaar1.000
62 - 64 jaar1.50062 - 65 jaar1.500
65 jaar - …800na wettelijke pensioenleeftijd /

 

De andere voorwaarden blijven ongewijzigd.

  • Enkel werknemers uit categorie 1 voor de structurele vermindering komen in aanmerking voor de vermindering ouderen.

  • Elk kwartaal gaat men na of het refertekwartaalloon van de oudere lager ligt dan het loonplafond vastgelegd op 13.942,47 euro/kwartaal.

  • De verminderingsbedragen zijn maxima. Ingeval van onvolledige kwartaalprestaties moet je de vermindering prorateren. Er speelt ook een minimumprestatiegrens voor werknemers die contractueel minder dan halftijds werken.

  • je mag de doelgroepvermindering enkel toepassen als de oudere werknemer in het betrokken kwartaal ook effectieve arbeidsprestaties levert, behalve ingeval van wettelijke schorsingen of vrijstelling van prestaties tijdens een periode van opzegging.

 

Overgangsregels

 

  1. Om de overstap van 54 naar 55 jaar soepel te laten verlopen, roept men een specifieke overgangsregel in het leven.

 

De werknemer die op 31 december 2018 recht kan openen op de huidige doelgroepvermindering ouderen, en dus de leeftijd van 54 jaar bereikt op de laatste dag van het kwartaal, komt in aanmerking voor een vermindering van 300 euro/kwartaal (G3) tot het eind van het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin hij 55 jaar wordt. Vanaf dan komt de werknemer immers in aanmerking voor de aangepaste doelgroepvermindering ouderen.

 

  1. Om de overstap naar de nieuwe leeftijdsschijven en verminderingen te maken zonder potentieel verlies aan vermindering voor de werkgever, wordt een overgangsregel voorzien voor 58 jarigen op 31 december 2018. 

 

De werknemer van 58 jaar op 31 december 2018 die het recht kan openen op een doelgroepvermindering ouderen van 1.000 euro (G1), behoudt die vermindering tot de laatste dag van het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin hij 59 jaar wordt. Op dat moment komt hij immers in aanmerking voor de nieuwe leeftijdsschijf 59-61.

2. AktiF en AktiF-PLUS-subsidies: voor wie?

Voorwaarden

 

De werkgever kan in aanmerking komen voor AktiF of AktiF-PLUS-subsidies bij indienstneming van werkzoekenden die voldoen aan volgende voorwaarden:

 

  • ingeschreven als niet-werkende werkzoekende bij de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap (ADG);

  • officiële woonplaats in het Duitse taalgebied (uitgezonderd werkloze voormalige grensarbeiders); 

  • niet meer leerplichtig;

  • jonger dan de wettelijke pensioenleeftijd;

  • behoren tot één van de typen AktiF- of AktiF-PLUS-gerechtigden.

 

De aanwerving moet bovendien gebeuren:

  • via een schriftelijke arbeidsovereenkomst met de vermelding van een verkorte opzeggingstermijnvan 7 dagen voor de werknemer (verkorte termijn in het kader van wedertewerkstellingsprogramma's overeenkomstig artikel 37/5 van de wet van 3 juli 1978);
  • binnen de geldigheidsduur van het attest van de de Dienst voor arbeidsbemiddeling (of het begin van de integratie- of opleidingsmaatregel moet binnen de geldigheidsduur vallen);

 

De tewerkstelling moet gebeuren:

  • in overeenstemming met de openbare orde en de openbare veiligheid;
  • volgens de geldende loon- en arbeidsvoorwaarden;
  • met toekenning van dezelfde bezoldiging of extralegale voordelen als andere personeelsleden in dezelfde of in een vergelijkbare functie.

 

Typen AktiF-gerechtigden:

 

  • de jonge werkzoekende, hoogstens 25 jaar, maximum diploma hoger secundair onderwijs of getuigschrift eindeleertijd in de middenstand of een gelijkwaardig getuigschrift van een andere deelentiteit of andere Staat én minstens 6 maanden ingeschreven bij ADG (zie verder de periodes gelijkgesteld met inschrijving);

 

  • de jonge werkzoekende, hoogstens 25 jaar zonder diploma hoger secundair onderwijs;

 

  • de oudere werkzoekende, minstens 50 jaar die zijn laatste betrekking onvrijwillig verloren is (zie verder wat onvrijwillig verlies betekent);

 

  • de langdurig werkzoekende minstens 2 maanden ingeschreven bij ADG (zie verder de perioden gelijkgesteld met inschrijving);

 

  • de werkzoekende ontslagen in het kader van herstructurering, faillissement, sluiting of vereffening, in het bezit van een verminderingskaart herstructurering enmaximum een diploma hoger secundair onderwijs of getuigschrift eindeleertijd middenstand of een gelijkwaardig getuigschrift van een andere deelentiteit of andere Staat.

 

Typen AktiF-PLUS-gerechtigden

 

Werkzoekenden die minstens twee van volgende belemmeringen ondervinden bij het zoeken van werk:

  • een verminderde arbeidsgeschiktheid (zie verder wat dit concreet betekent);.

 

  • minstens 24 maanden ingeschreven als niet-werkend werkzoekende bij ADG (zie verder de periodes gelijkgesteld met inschrijving);

 

  • geen getuigschrift hoger secundair onderwijs hebben of geen eindeleertijdgetuigschrift of gelijkwaardig getuigschrift van een andere deelentiteit of andere Staat;

 

  • geen taalniveau B1, noch in Duits noch in Frans volgens het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Talen. De Dienst voor arbeidsbemiddeling zorgt voor een test om het taalniveau van de werkzoekende te bepalen als deze geen diploma of officieel attest heeft waaruit het taalniveau blijkt. De resultaten van de niveautests zijn 24 maanden geldig.

 

Uitsluitingen 

De AktiF en AktiF-PLUS subsidies zijn niet van toepassing op arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid of tewerkstellingen vrij van onderwerping aan sociale zekerheid voor werknemers.

 

Vestiging werkgever onbelangrijk

Het is irrelevant waar in België de werkgever gevestigd is. Elke werkgever die een aanwerving doet van een werkzoekende die aan de voorwaarden voldoet, komt in aanmerking. De arbeidsovereenkomst dient wel schriftelijk vastgelegd te worden. 

 

Gelijkgestelde periodes

Volgende periodes zijn gelijkgesteld met de duur van de inschrijving bij de Dienst voor arbeidsbemiddeling:

  1. de periode waarin de werkzoekende bij een andere deelstaat als niet-werkend werkzoekende is ingeschreven;
  2. de periode binnen een 'periode van inschrijving bij de Dienst voor arbeidsbemiddeling' waarin de werkzoekende aangeworven is in het kader van een arbeidsovereenkomst, zich in een statutaire rechtspositieregeling bevindt of een hoofdactiviteit als zelfstandige uitoefent, op voorwaarde dat de totale duur niet meer dan dertig dagen bedraagt;
  3. de periode gedekt door uitkeringen inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering of moederschapsverzekering die binnen de periode van de inschrijving bij de Dienst voor arbeidsbemiddeling ligt;
  4. de periode waarin het leefloon wordt betaald;
  5. de periode waarin 'financiële maatschappelijke hulp' wordt betaald aan personen die wegens hun nationaliteit geen recht hebben op het leefloon;
  6. de periode van hechtenis of gevangenisstraf die binnen de periode van de inschrijving bij de Dienst voor arbeidsbemiddeling ligt;
  7. de periode van tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7 van de OCMW-wet van 8 juli 1976;
  8. de periode gedurende welke de werkzoekende een PWA-arbeidsovereenkomst uitvoert;
  9. de periode van een beroepsopleiding georganiseerd of erkend door de Dienst voor arbeidsbemiddeling of de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven en waarvan de lijst door de Minister wordt vastgelegd (de gelijkgestelde periode kan voor bepaalde van deze beroepsopleidingen beperkt worden).
  10. een periode van hoogstens 12 maanden voor niet-werkende werkzoekenden die niet als werkzoekende ingeschreven waren wegens loopbaanonderbreking voor opvoeding van hun kinderen of zorg voor een afhankelijk en niet-zelfredzaam familielid, en die zich herinschakelen op de arbeidsmarkt;
  11. de periode van tewerkstelling in het kader van de sociale inschakelingseconomie mét doelgroepvermindering SINE;
  12. de periode gedurende welke de niet-werkende werkzoekende vrijgesteld is van de 'verplichting beschikbaar te zijn' (op basis van de artikelen 89 en 90 van het werkloosheidsbesluit).

 

Onvrijwillig verloren betrekking

Onder 'onvrijwillig verloren laatste betrekking' wordt verstaan:

  • het verliezen van de betrekking op grond van ontslag door de laatste werkgever;
  • de niet-verlenging van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur;
  • het verliezen van de betrekking om officieel vastgestelde gezondheidsredenen en/of psychologische redenen;
  • de stopzetting van zelfstandige activiteiten na een faillissement.

 

Bij de aanvraag van de AktiF-subsidie voor een oudere werkzoekende moet de werkgever een verklaring op eer voegen die het onvrijwillig verlies van de laatste betrekking bevestigt.

 

Uitzondering

Een verklaring op eer is onnodig als de oudere de dag vóór de afgifte van het attest of de dag vóór zijn indiensttreding ofwel uitkeringsgerechtigde werkloze was ofwel officieel vastgestelde gezondheidsredenen en/of psychologische redenen kan aantonen. Op verzoek van ADG of het Ministerie moeten de nodige bewijsstukken voorgelegd worden.

 

Verminderd arbeidsgeschikt

Een werkzoekende wordt aanzien als verminderd arbeidsgeschikt als hij/zij:

 

  • voldoet aan de medische voorwaarden om aanspraak te maken op een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming als persoon met een handicap;

 

  • heeft gewerkt als doelgroepwerknemer bij een beschutte werkplaats of sociale werkplaats;

 

  • aanspraak kan maken op hogere gezinsbijslagen op basis van een lichamelijke of verstandelijke beperking van minstens 66 %;

 

  • een attest bezit van de directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid voor de toekenning van sociale en fiscale voordelen;

 

  • een blijvende arbeidsongeschiktheid heeft van minstens 33 % vastgesteld door een arts erkend door RVA (procedure artikel 141 van het werkloosheidsbesluit van 25 november 1991);

 

  • behoort tot de personen die het verst van de arbeidsmarkt af staan (bepaald door ADG op basis van een combinatie van psycho-medisch-sociale factoren);

 

  • een blijvende arbeidsongeschiktheid heeft van minstens 33% vastgesteld door een arts erkend door ADG;

 

  • beschikt over een ondersteuningsplan van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven (decreet van 13 december 2016).

3. Algemene versus bijzondere subsidies

De AktiF en AktiF-PLUS-maatregel kunnen aanleiding geven tot twee soorten subsidies: algemene en bijzondere subsidies.

 

De algemene subsidies zijn bestemd voor elke werkgever - natuurlijke persoon of rechtspersoon - die een gerechtigde aanwerft en tewerkstelt. 

 

De bijzondere subsidies worden toegekend aan specifieke werkgevers voor de indienstneming van gerechtigden in het kader van goedgekeurde projekten of overeenkomsten. Het gaat om volgende werkgevers:

 

  • bepaalde plaatselijke overheidsinstanties of instellingen van de Duitstalige Gemeenschap,

  • verenigingen zonder winstoogmerk en instellingen van openbaar nut gevestigd in het Duitse taalgebied voor zover deze instellingen de bevoegdheden van de Duitstalige Gemeenschap uitoefenen, maar met uitzondering van ziekenhuizen. 

 

Het uitvoeringsbesluit legt onder meer de criteria vast voor de subsidiëring van 'projectgebonden betrekkingen'. Het zijn criteria die in acht genomen worden bij de beoordeling van projecten die in aanmerking kunnen komen voor bijzondere AktiF- en AktiF-PLUS-subsidies. 

 

Men voorziet ook specifieke regels en voorwaarden voor de aanvraag en toekenning van bijzondere AktiF- en AktiF-PLUS-subsidies in het kader van projecten of overeenkomsten.

 

We bespreken de bijzondere subsidies niet omdat de doelgroep erg beperkt is.

4. Hoeveel bedragen de algemene subsidies?

Algemene AktiF

De algemene AktiF-subsidie loopt 2 jaar, is niet verlengbaar en bedraagt:

  • de eerste 12 maanden: 500 euro/maand;

  • vanaf de 13e volledige maand volgend op de maand van indienst: 300 euro/maand.

Dit betekent in totaliteit maximum 9.600 euro voor een voltijdse tewerkstelling gedurende twee jaar.

 

Algemene AktiF-PLUS

De algemene AktiF-PLUS-subsidie loopt 3 jaar, is niet verlengbaar en bedraagt:

  • de eerste 12 maanden: 1.000 euro/maand;

  • vanaf de 13e volledige maand volgend op de maand van indienst: 600 euro/maand;

  • vanaf de 25e volledige maand volgend op de maand van indienst: 300 euro/maand.

Dit betekent in totaliteit maximum 22.800 euro voor een voltijdse tewerkstelling gedurende drie jaar.

 

Berekeningswijze

  • De subsidiebedragen zijn maximumbedragen per maand.

  • De werkelijk betaalde subsidies staan in verhouding tot de werkelijke en gelijkgestelde arbeidsdagen van de werknemer in de betrokken maand naargelang de toe te passen arbeidstijdregeling. De afwezigheidsdagen waarvoor de werkgever een loon betaalt zijn gelijkgesteld.

  • Bij een deeltijdse tewerkstelling verminderen de subsidies in functie van de arbeidsduur ten opzichte van een voltijder.

 

Verhoogde algemene subsidies na opleiding

De werkgever ontvangt meer subsidies als hij de gerechtigde aanwerft in aansluiting op een opleidingsmaatregel in de onderneming (bv. IBO, instapstage, leertijd middenstand of industrieel leerlingen). De gerechtigde moet de opleiding bij de betrokken werkgever wel tot het einde afwerken. De opleidingen die in aanmerking komen zijn opgelijst.

 

Verhoogde Aktif:

500 euro/maand gedurende 2 volledige jaren;

Dit betekent in totaal 12.000 euro voor een voltijdse tewerkstelling over 2 jaar.

 

Verhoogde AktiF-PLUS:

1.000 euro/maand tijdens eerste 2 jaar;

600 euro/maand tijdens 3e jaar.

Dit betekent in totaal 31.200 euro voor een voltijdse tewerkstelling gedurende 3 jaar.

 

De bovenvermelde berekeningsregels zijn ook van toepassing op de verhoogde subsidies na een opleidingsmaatregel.

 

Opleidingsmaatregelen

Een aanwerving in aansluiting bij één van volgende opleidingsmaatregelen kan aanleiding geven tot verhoogde AktiF en Aktif-PLUS-subsidies :

 

  • de individuele beroepsopleiding in een onderneming (hoofdstuk IV, besluit Executieve Duitstalige Gemeenschap van 12 juni 1985 inzake beroepsopleiding);

 

  • de instapstage (hoofdstuk IV.1, besluit Executieve Duitstalige Gemeenschap van 12 juni 1985 inzake beroepsopleiding);

 

  • de opleiding in een bedrijf in het kader van inschakeling van een mindervalide in het arbeidsproces (besluit Regering Duitstalige Gemeenschap van 10 september 1993);

 

  • de leertijd in het kader van de middenstandsopleiding (artikel 7, decreet Duitstalige Gemeenschap van 16 december 1991 inzake opleiding in de Middenstand en KMO's);

 

  • de industriële leertijd in het kader van een industriele leerovereenkomst (wet van 19 juli 1983).

 

Maatregelen van andere deelstaten die een gelijkwaardige doelstelling hebben of op een vergelijkbare wijze georganiseerd zijn als de hierboven opgesomde maatregelen worden ook beschouwd als opleidingsmaatregelen.

 

Lopende opleidingen komen in aanmerking!

De werkgever kan ook de verhoogde AktiF of AktiF-Plus-subsidie toegekend krijgen voor aanwerving van personen die op 1 januari 2019 reeds één van de opleidingsmaatregelen bij hen volgen en voldoen aan de voorwaarden van gerechtigde op de dag voor de opleiding.   

 

Beperkt jaarlijks subsidiebedrag

Het totale subsidiebedrag per jaar mag de som van volgende bedragen per gerechtigde niet overschrijden: de brutowedde van de gerechtigde + vakantiegeld + verplichte eindejaarspremie + voorgeschreven tegemoetkoming in de vervoerskosten + patronale SZ-bijdragen.

 

Verrekening eventuele tegemoetkomingen in de loonkost

Per AktiF-gerechtigde of AktiF PLUS-gerechtigde wordt de subsidie verminderd met het bedrag van andere tegemoetkomingen in de loonkosten, als het totaal van de tegemoetkomingen de totale loonkost overschrijdt.

 

Informatieplicht werkgever

De werkgever is verplicht het Ministerie onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke wijziging in de arbeidsbetrekking en elke toekenning van tegemoetkomingen in de loonkosten van de AktiF-gerechtigde of AktiF PLUS-gerechtigde.

 

Ten onrechte ontvangen subsidies

Ten onrechte ontvangen subsidies worden verrekend met de bedragen die de werkgever nog moet ontvangen.

 

Indexering subsidiebedragen

Elk jaar op 1 januari kan de Minister de subsidies aanpassen aan de evolutie van de index aan de hand van volgend systeem: geldend subsidiebedrag x indexcijfer van de maand maart van het vorige kalenderjaar gedeeld door indexcijfer van maart van het voorlaatste kalenderjaar. De vergelijking van de indexcijfers gebeurt op basis van het gezondheidsindexcijfer(ingevoerd door het KB van 24 december 1993).

5. Praktische zaken

Attest

ADG zal een attest (bepaald model) afleveren waaruit blijkt dat de niet-werkende werkzoekende voldoet aan de subsidiëringsvoorwaarden.

 

Het attest vermeldt een geldigheidsdatum die kan verschillen afhankelijk van de concrete omstandigheden:

  • het tijdstip van afgifte van het attest als de werkloze nog niet in dienst trad;
  • de dag vóór de indiensttreding als hij wel al in dienst is;
  • de dag vóór het begin van een socio-professionele integratie- of opleidingsmaatregel als dat aan de orde is.

 

Het attest blijft vier maanden geldig. Als men binnen de geldigheidsperiode een nieuw attest vraagt, dan wordt een duplicaat met dezelfde geldigheidsduur afgeleverd.

 

De indiensttreding of het begin van de maatregel moet zich situeren binnen de geldigheidsduur van het attest om in aanmerking te kunnen komen voor AktiF en AktiF-PLUS-subsidies.

 

Bijzondere situatie

Voor Aktif-PLUS-gerechtigden is er na het volgen van een maatregel van socio-professionele integratie of opleiding geen nieuw attest vereist als voldaan wordt aan twee voorwaarden:

  • binnen dertig dagen na begin van de maatregel is de gerechtigde in het bezit van het attest én
  • de werkgever neemt de AktiF PLUS-gerechtigde binnen zes maanden na deelneming aan de maatregel in dienst.

Er zal wel een minimumduur van deelname aan de maatregel voorzien worden en

de Minister bepaalt nog een lijst van de maatregelen die hiervoor in aanmerking komen.

 

Aanvraag attest

Het attest moet uiterlijk op de 20e dag vanaf de datum van indiensttreding of vanaf het begin van de maatregel bij de Dienst voor arbeidsbemiddeling aangevraagd worden.

 

Aanvraagprocedure subsidies

De werkgever vraagt de subsidies aan bij het Departement Werkgelegenheid van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap uiterlijk op de 45e dag vanaf de dag van de indiensttreding.

 

De aanvraag kan elektronisch of op papier gebeuren, minimaal aan de hand van:

  • de identificatiegegevens van de werkgever en de AktiF- of AktiF-PLUS-gerechtigde;

  • het attest dat aantoont dat de voorwaarden voldaan zijn.

 

Binnen de 15 dagen na de indiening van de aanvraag krijgt de werkgever de beslissing van de Minister.

 

Ingeval van toekenning moet de werkgever de arbeidsovereenkomst onmiddellijk toezenden aan het Ministerie Werkgelegenheid om betaling van het eerste voorschot te bekomen (zie betalingsprocedure).

 

In geval van weigering kan de werkgever een klacht indienen bij de Minister. De redenen en relevante stukken dient de werkgever aangetekend of tegen ontvangstbewijs toe te sturen binnen de maand na ontvangst van de weigering. Binnen de 45 dagen vanaf de ontvangst van de klacht, beslist de Minister over de toekenning van de subsidies.

 

Betalingsprocedure

Het Ministerie betaalt de subsidies maandelijks als voorschot en dit in principe vanaf de indiensttreding. 'In dienst' betekent dat de gerechtigde werkelijk in dienst genomen wordt met een schriftelijke arbeidsovereenkomst en dat een Dimona-aangifte is gebeurd.

 

  • Het eerste voorschot betaalt men op basis van de aanvraaggegevens op voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst tijdig werd ontvangen.

 

Indien de arbeidsovereenkomst niet ingediend is op de dag waarop het voorschot voor het eerst zou moeten worden betaald, wordt de subsidie niet meer als voorschot uitbetaald.

 

  • Het volgende voorschot betaalt men op basis van de loonfiche (het loonbewijs) van de vorige maand.

 

De werkgever moet daartoe de loondocumenten bij het Ministerie indienen uiterlijk binnende twee wekenna het einde van de maand waarop ze betrekking hebben. Dit kan ook elektronisch.

Na het verstrijken van die termijn wordt de subsidie niet meer als voorschot uitbetaald.

 

Na het verstrijken van een termijn van drie maanden na de maand waarop de loonbewijzen betrekking hebben, wordt de subsidie in kwestie niet meer uitbetaald.

6. Cumulatieregels

  1. AktiF- en AktiF-PLUS-subsidies kunnen op geen enkele manier met elkaar gecumuleerd worden in het kader van eenzelfde arbeidsovereenkomst. 
  2. Overstap van algemene naar bijzondere subsidies of omgekeerd is niet mogelijk. 
  3. De subsidies, verminderingen of uitkeringen toegekend in het kader van de overgangsregelingen kunnen niet gecumuleerd worden met AktiF- of AktiF-PLUS-subsidies.

 

AktiF- en AktiF-PLUS-subsidies kunnen ook niet gecumuleerd worden met:

  • toelagen in het kader van artikel 60, §7 van de OCMW-wet;
  • dienstencheques;
  • subsidies gesubsidieerde contractuelen voor de exploitatie van containerparken (besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995);
  • de tegemoetkoming in het kader van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector (KB nr. 25 van 24 maart 1982, artikelen 12bis tot 12septies).

 

Let op!

De maximale jaarsubsidie in het kader van AktiF en AktiF-Plus is per individuele gerechtigde beperkt tot het brutoloon + vakantiegeld + verplichte eindejaarspremie + verplichte vervoerskosten + patronale SZ-bijdragen.

Bovendien komen andere tegemoetkomingen in de loonkosten in mindering als het totaal van die tegemoetkomingen de totale loonkost overschrijdt.

7. Anti-misbruikregels

Hertewerkstelling bij dezelfde werkgever/verbonden instelling binnen het jaar

De werkgever ontvangt geen subsidies voor aanwerving van een AktiF- of AktiF-PLUS-gerechtigde die in het jaar vóór de tewerkstelling bij dezelfde werkgever of bij een verbonden instellling tewerkgesteld was, tenzij in het kader van een toegelaten tewerkstellingsmaatregel.

 

Toegelaten tewerkstellingsmaatregelen:

 

  • een tewerkstelling in het kader van artikel 60, § 7, van de OCMW-wet van 8 juli 1976;
  • tewerkstelling van mindervaliden (maatregel in het besluit van 26 april 1994);
  • de tewerkstelling in de sociale inschakelingseconomie met recht op doelgroepvermindering SINE (met uitzondering van welbepaalde categorieën: minimum 45 jaar en gerechtigd op werkloosheid, maatschappelijke integratie of financieel maatschappelijke hulp gedurende een bepaalde periode);
  • heel specifieke tewerkstellingen van werknemers in dienst getreden voor 1 januari 2019 waarvoor het decreet een overgangsregeling voorziet (gesco's bij sommige openbare besturen of gelijkgestelde werkgevers, gesco's bij plaatselijke besturen, tewerkstelling in het kader van een globaal project "hulp bij projecten in de sociale economie" en in het kader van een bilateraal akkoord over de tewerkstelling van jongeren in de social profitsector); 
  • de AktiF- of AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid (tenzij door werkonderbrekingen de vastgelegde duur van 2 of 3 jaar al verstreken is).

 

Voordeelperiode loopt door

Als een werknemer met recht op AktiF of AktiF-PLUS subsidies, na een onderbreking, binnen het jaar opnieuw in dienst komt bij dezelfde werkgever, dan worden die onderbrekingsperioden gelijkgesteld met tewerkingstellingsperioden voor de berekening van de subsidies. Overstap van AktiF naar AktiF-PLUS of omgekeerd is niet mogelijk, ook niet in dergelijke situaties van werkonderbreking en hervatting bij dezelfde werkgever.

8. Opgeheven maatregelen

Vanaf 1 januari 2019 verdwijnen volgende maatregelen voor de Duitstalige Gemeenschap:

 

  • stelsel van gesco's bij sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers vzw's met een sociaal, humanitair of cultureel doel  (programmawet van 30 december 1988); Voor werknemers aangeworven vóór 1 januari 2019 zijn wel een reeks overgangsmaatregelen voorzien.

 

  • de federale doelgroepvermindering en tussenkomsten in het nettoloon voor langdurig werkzoekenden (Activaplan);

 

Let op!

De doelgroepvermindering voor doorstromers en Activa voor stadswachten bij lokale overheden zijn sinds 1 januari 2018 reeds opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap.

 

  • de federale doelroepverminderingen jongeren; het gaat om de vermindering voor (erg) laaggeschoolde en middengeschoolde jongeren en leerlingen;

 

  • de federale doelgroepvermindering herstructurering voor werknemers onslagen in het kader van herstructurering, faillissement, sluiting of vereffening en de doelgroepvermindering voor opleiders of begeleiders;

 

  • de werkuitkering van 350 euro/maand in het kader van Activa-start;

 

  • de tussenkomst in het loon vanwege het OCMW voor gerechtigden op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp tewerkgesteld in een sociaal inschakelingsinitiatief (besluit van 11/07/2002 en 14/11/2002)

 

Er zijn wel overgangsregels voorzien, zodat reeds lopende rechten verder uitgeput kunnen worden. Zie de toelichting onder punt 9.

 

SINE blijft bestaan maar dooft uit

De doelgroepvermindering SINE voor zeer moeilijk te plaatsen werklozen blijft voor de Duitstalige Gemeenschap alleen nog bestaan voor werkgevers en werknemers die er al gebruik van maken. De werknemer moet uiterlijk 31 december 2018 in dienst getreden zijn. Er is geen nieuwe instroom mogelijk vanaf 1 januari 2019. 

Bovendien worden de bestaande verlengingsmogelijkheden voor de doelgroepvermindering SINE opgeheven voor de Duitqstalige Gemeenschap (de dienst voor arbeidsbemiddeling kan beslissen tot een nieuwe voordeelperiode van maximum 10 of 20 kwartalen naargelang het concrete geval). Dit betekent concreet dat ook de lopende SINE-voordelen geleidelijk uitdoven.  

 

Vanaf 1 april 2020 verdwijnt het programma ter bevordering van tewerkstelling van ouderenvan minimum 50 jaar in de private sector in de Duitstalige Gemeenschap (maximum toelage van 8.000 euro/jaar per oudere werknemer).

9. Overgangsregels

Doelgroepverminderingen

Voor werknemers in dienst getreden vóór 1 januari 2019 blijft de werkgever de federale doelgroepverminderingen in het kader van het Activa-Plan, voor jongeren en in het kader van herstructurering verder ontvangen zoals de reglementering voorziet op 31 december 2018.

 

Tussenkomsten in nettoloon

De werknemers in dienst getredenvóór 1 januari 2019 blijven ook verder de werkuitkeringen ontvangen in het kader van het Activa-plan en Activa-start zoals van kracht op 31 december 2018. Deze werknemers dienen wel uiterlijk 30 juni 2019 een werkkaart (of een wijziging van werkkaart) aan te vragen. Na 30 juni 2019 gaat het recht op de werkuitkeringen verloren.

 

Dezelfde overgangsregel geldt voor werknemers in dienst getreden voor 1 januari 2019 in het kader van het Activa-Plan met een financiële tussenkomst in het loon vanwege een OCMW of tussenkomst in het loon van een rechthebbende op financiële maatschappelijke hulp.

 

De herinschakelingsuitkeringen voor SINE-werknemers aangeworven uiterlijk 31 december 2018 blijven verder toegekend. Het attest dat betrokkene aan de voorwaarden voldoet kan uiterlijk 30 juni 2019 gevraagd worden bij RVA. Na die datum verliest de werknemer het recht op de activering.

 

Voor gerechtigden op maatschappelijke integratie of financiëel maatschappelijke hulp tewerkgesteld in een sociaal inschakelingsinitiatief in dienst getreden uiterlijk 31 december 2018 blijft het OCMW verder financiële tussenkomst verlenen aan de werkgever (besluiten van 11 juli 2002 en 14 november 2002).

 

Verhuis woonplaats naar Duitse taalgebied

Een werknemer die in een ander gewest een werkuitkering ontvangt, ingevolge een maatregel die voor de Duitse Gemeenschap wordt opgeheven vanaf 1 januari 2019 door dit decreet en verhuist naar het Duitse taalgebied, blijft de activering ontvangen zoals van kracht op 31 december 2018.

 

Overplaatsing naar vestigingseenheid in Duitse taalgebied

Een werknemer die in een ander gewest een vermindering van sociale zekerheidsbijdragen ontvangt, ingevolge een maatregel die na zijn indiensttreding of door dit decreet wordt opgeheven en die naar een vestigingseenheid in het Duitse taalgebied wordt overgeplaatst, blijft de vermindering verder ontvangen zoals van toepassing op 31 december 2018.

Dezelfde regel is van toepassing voor werkgevers zonder vestiging in België, voor een werknemer die hoofdzakelijk op het Duitse taalgebied tewerkgesteld wordt.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.