ella
1. Nieuwe opportuniteiten voor Waalse werkgevers
Het Waalse Gewest updatet haar wetgeving over de buitenlandse werknemers (niet-EER/Zwitserland).
Zij hebben in principe nog altijd een 'toelating tot arbeid' nodig om bij een Waalse werkgever te werken. Indien de tewerkstelling korter is dan 90 dagen, krijgt de buitenlander een arbeidskaart B. Bij langere tewerkstelling krijgt hij een single permit.
De nieuwe wetgeving biedt twee nieuwe opportuniteiten voor Waalse werkgevers:
- ze kunnen nu meteen een single permit voor 3 jaar aanvragen voor buitenlandse hooggeschoolden en leidinggevenden. Vroeger kon de permit maar voor 1 jaar aangevraagd worden en moest dit elk jaar verlengd worden;
- ze kunnen nu ook makkelijker een single permit voor knelpuntberoepen aanvragen.
2. Vooral focus op hoogopgeleide profielen
In de praktijk is het niet evident om een toelating tot arbeid voor een buitenlandse werknemer te krijgen. De werkgever moet immers kunnen aantonen dat hij geen kandidaat vindt op onze arbeidsmarkt, zelfs na een gepaste beroepsopleiding.
Het marktonderzoek hoeft echter niet te gebeuren voor buitenlanders met hoge profielen, zoals bijvoorbeeld hooggeschoolden en leidinggevenden die een voldoende hoog loon verdienen. Single permits worden makkelijker aan dergelijke profielen toegekend en kunnen dus nu zelfs voor 3 jaar uitgereikt worden.
Deze profielen kunnen ook een toelating voor onbepaalde duur krijgen, indien ze hier minstens 4 jaar legaal gewerkt hebben in de 10 laatste jaren voorafgaand aan de aanvraag. De werknemers moeten de toelating zelf aanvragen.
Bepaalde buitenlanders blijven vrijgesteld, indien ze naar hier komen voor opdrachten van zeer korte duur. Bijvoorbeeld om een opleiding te volgen bij de Belgische firma van een internationale groep.
3. Oplossing voor knelpuntberoepen
Het Waalse Gewest blijft ook een oplossing bieden aan werkgevers die geen kandidaten vinden voor bepaalde knelpuntberoepen. De overheid zal haar lijst van knelpuntberoepen elk jaar actualiseren.
4. Inwerkingtreding
Het Waalse besluit trad in werking op 1 juni 2019, behalve voor bepaalde profielen van buitenlanders zoals onderzoekers of stagiairs. Voor die laatsten is de nieuwe wetgeving nog niet van kracht.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Net als zijn Vlaamse en Brusselse tegenhangers kan een Waalse werkgever nu een single permit voor 3 jaar aanvragen, voor buitenlandse hooggeschoolden en leidinggevenden.
De werkgever kan ook langdurige EU-ingezetenen blijven aanwerven voor knelpuntberoepen.
Voor meer informatie hieromtrent of voor concrete internationale vragen kan u steeds terecht bij onze consultants van Legal Internationaal via TaxConsultancy@sdworx.com.
Context
Zoals aangekondigd in een vorige nieuwsbrief, past het Waals Gewest haar wetgeving over de buitenlandse werknemers (niet-EER/Zwitserland) aan. Vlaanderen en Brussel hebben dit voordien al gedaan.
Net als in Vlaanderen is de wetgeving volledig herschreven om de leesbaarheid te bevorderen. Brussel heeft niet dezelfde weg gekozen en heeft alleen het 'oude' koninklijk besluit van 1999 aangepast.
De nieuwe Vlaamse wetgeving trad al begin dit jaar in werking, terwijl de Brusselse en Waalse wetgeving op 1 juni 2019 in werking treedt.
Net als bij de andere Gewesten ligt de Waalse focus vooral op het aantrekken van hooggeschoolde buitenlandse profielen.
Juridische inhoud
1. EER en Zwitserland
Onderdanen van een EER-land (EU + Liechtenstein, Noorwegen en Ijsland) en Zwitsers zijn hier vrijgesteld van arbeidskaart/single permit. Binnen Europa geldt immers het principe van 'vrij verkeer van werknemers'.
Deze Europeanen kunnen dus makkelijk bij ons komen werken, zonder administratieve rompslomp.
2. Eerst op eigen arbeidsmarkt blijven kijken
Het basisprincipe blijft. Een werkgever kan slechts een buitenlandse werknemer (niet-EER/Zwitserland) aanwerven, indien hij geen geschikte kandidaat vindt op onze arbeidsmarkt. Zelfs na een gepaste beroepsopleiding.
De werkgever moet dus eerst naar de Waalse arbeidsmarkt kijken en vervolgens naar beschikbaarheden op de Brusselse, Vlaamse en Europese arbeidsmarkten. Pas daarna kan hij buiten Europa zoeken.
4. In principe toelating tot arbeid nodig
In principe moet een buitenlandse werknemer nog steeds een toelating tot arbeid (een arbeidskaart of een single permit) hebben.
De oude procedure (aflevering van een arbeidsvergunning aan de werkgever en een arbeidskaart aan de werknemer) blijft behouden voor:
tewerkstellingen korter dan 90 dagen;
buitenlandse werknemers die hun hoofdverblijfplaats in het buitenland hebben;
au-pairs.
Voor een tewerkstelling langer dan 90 dagen moet de werkgever de nieuwe gecombineerde procedure (single permit) volgen.
5. Vrijstellingen voor bepaalde buitenlanders
Bepaalde buitenlanders hebben geen 'toelating tot arbeid' nodig om bij ons aan de slag te kunnen. De meeste categorieën komen overeen met de huidige vrijstellingen. Het gaat meestal om opdrachten van zeer korte duur in ons land. Om de vrijstelling te bekomen, moet de werkgever wel een Limosa-aangifte doen.
Zijn bijvoorbeeld vrijgesteld, de werknemers van een buitenlandse werkgever die maximum 3 maanden een opleiding in België komen volgen. De opleiding moet plaatsvinden bij de Belgische zetel van een bedrijf behorende tot een internationaal groep.
Gedetacheerde werknemers die niet onderworpen zijn aan de Limosa-aangifte zijn ook vrijgesteld, indien ze hier minder dan 3 maanden verblijven.
6. Toelatingen tot arbeid voor bepaalde duur
Bepaalde buitenlanders kunnen makkelijker een toelating tot arbeid voor bepaalde duur krijgen. Voor deze profielen moet de werkgever niet aantonen dat hij geen kandidaten vindt op de arbeidsmarkt.
Het gaat vooral om buitenlandse hooggeschoolden (afgestudeerden na minstens 3 jaar hoger onderwijs) en leidinggevenden met wie we vaak te maken krijgen in de praktijk. Ze mogen hier werken, indien hun loon een bepaalde jaarloongrens overschrijdt.
Hieronder de loongrenzen voor 2019:
hooggeschoolde : 41.739 EUR bruto per jaar;
leidinggevende : 69.637 EUR bruto per jaar.
Dergelijke profielen kunnen nu een single permit voor 3 jaar krijgen. Vroeger kregen ze hun toelating maar voor 1 jaar. Indien de werkgever hen langer in dienst wou houden, moest hij telkens een verlenging voor 1 jaar aanvragen. Elk jaar moet de werkgever wel de loondocumenten aan de Waalse overheid bezorgen, om te kunnen aantonen dat de hoogopgeleide buitenlander aan de loonvoorwaarden voldoet.
Er zijn nog andere profielen die makkelijker een toelating tot arbeid kunnen krijgen. Zoals bijvoorbeeld :
stagiairs;
intra-company transfers (ICT);
onderzoekers;
Europese blauwe kaart;
seizoenarbeiders.
Hier gaan we voorlopig niet op in. De nieuwe bepalingen voor deze profielen zijn namelijk nog niet van kracht.
7. Toelatingen tot arbeid voor onbepaalde duur
De buitenlander krijgt ook de mogelijkheid om een toelating voor onbepaalde duur te verkrijgen. In de twee volgende gevallen:
wanneer hij bewijst dat hij al 4 jaar legaal bij ons gewerkt heeft in de laatste 10 jaar dat hij hier legaal en ononderbroken verbleef. Dit geldt ook voor de hooggeschoolde profielen;
wanneer hij het statuut van langdurig ingezetene in een ander EU-Lidstaat verkregen heeft en hij bewijst dat hij hier al 12 maanden legaal gewerkt heeft.
Hier moet de werknemer zelf de aanvraag doen bij de bevoegde migratiedienst van zijn woonplaats. Met deze toelating kan de werknemer bij het om het even welke werkgever werken.
8. Oplossing voor knelpuntberoepen
Het Waalse Gewest blijft ook een oplossing bieden aan werkgevers die geen kandidaten vinden voor bepaalde knelpuntberoepen.
Voor deze functies kunnen buitenlanders vrij makkelijk toegang tot de arbeidsmarkt krijgen, zonder dat een voorafgaandelijk arbeidsmarktonderzoek moet gebeuren.
Die mogelijkheid blijft echter alleen toegankelijk voor de langdurige EU-ingezetenen die dit statuut in een ander EU-land verkregen hebben.
Het is de bedoeling dat de Waalse overheid elk jaar de lijst van knelpuntberoepen actualiseert in functie van de noden op de arbeidsmarkt. De nieuwe versie van de lijst is ons echter nog niet bekend.
9. Reeds afgeleverde arbeidskaarten blijven geldig
Afgeleverde arbeidskaarten vóór 1 juni 2019 blijven gelden tot het ogenblik dat ze verstrijken.
De aanvragen die alsnog werden ingediend vóór 1 juni 2019 worden eveneens onderzocht en behandeld volgens de oude regels, tenzij ze minder voordelig zijn voor de buitenlander.
