Werkgevers kunnen een werknemer voortaan elk jaar 120 vrijwillige overuren laten presteren. De sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad (NAR) besloten in een cao om het huidige contingent van 100 overuren op te trekken.
Vrijwillige overuren kort samengevat
Volgende elementen kenmerken de vrijwillige overuren:
- het zijn overuren;
- met overloontoeslag;
- zonder inhaalrust;
- onmiddellijk uitbetaald (of op loopbaanspaarrekening gezet);
- met schriftelijk akkoord van de werknemer;
- zonder formaliteiten naar derden toe;
- gepresteerd buiten de uurroosters;
- met invloed op interne overurengrens, behalve eerste 25 vrijwillige overuren.
Een akkoord van de werknemer is dus voldoende om deze overuren te laten presteren. Ze zijn daarom ideaal om een voorzienbare vermeerdering van werk op te vangen.
Van 100 naar 120 uren
Een werknemer kan maximaal 100 vrijwillige overuren per kalenderjaar presteren. Maar een algemeen verbindend verklaarde cao kan dit aantal optrekken naar maximaal 360 uren. Werkgevers en vakbonden besloten in een NAR-cao om de grens alvast op te trekken naar 120 uren. Werkgevers beschikken nu automatisch over de mogelijkheid om werknemers (die ermee akkoord gaan) 120 vrijwillige overuren per jaar te laten presteren.
Van 120 naar 360 uren
De mogelijkheid om dit aantal op te trekken naar maximaal 360 uren blijft bestaan. Dit kan via een (sectorale) cao die algemeen verbindend wordt verklaard. Voor de sectoren die deze grens al hadden opgetrokken, blijft de hogere grens van toepassing (vb. PC 302 (horeca) en PC 320 (begrafenisondernemingen)).
Wat betekent dit voor de werkgever?
Werkgevers kunnen vanaf nu tot 120 vrijwillige overuren per kalenderjaar laten presteren. Sectoren hebben nog steeds de mogelijkheid om deze grens te verhogen tot maximaal 360 overuren.