Feedback
ella
Vlaanderen vormt PWA-stelsel om tot Wijk-Werken
Losse berichten
Gepubliceerd op 13/03/2018

Situering

Sinds 1 juli 2014 zijn de gewesten bevoegd voor de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen.

 

Het gaat om de bevoegdheid voor de organisatie en controle van activiteiten die men niet aantreft in de reguliere arbeidsmarkt. Dit met het oog op de herinschakeling van bepaalde categorieën van werkzoekenden.

 

De federale overheid is en blijft evenwel exclusief bevoegd voor het arbeidsrecht (de PWA-arbeidsovereenkomst).

 

Vlaanderen heeft van deze nieuwe bevoegdheid gebruik gemaakt om het bestaande PWA-systeem naar een activerend werkgelegenheidsinstrument om te vormen: het wijk-werken.

Beperkt in tijd

De belangrijkste wijziging die de Vlaamse Regering aan het PWA-stelsel heeft aangebracht, is de beperking in de tijd.

 

Een wijk-werker kan maximaal twaalf maanden in het stelsel van wijk-werken activiteiten verrichten.

 

Deze maximumtermijn van twaalf maanden geldt evenwel niet voor personen die op 30 september 2017 verbonden zijn met een PWA-arbeidsovereenkomst of aan wie minstens 100 PWA-cheques zijn uitbetaald in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2017.

 

Werkzoekenden voor wie blijkt dat de drempel na 12 maanden alsnog te hoog is om de volgende stap te zetten, zullen terecht kunnen in het nieuwe werk-zorgtraject waar de ministers Muyters, Vandeurzen en Homans samen aan werken. In dat geïntegreerd traject zal de werk- en zorgproblematiek van de werkzoekende samen aangepakt worden.

 

Inwerkingtreding

 

Het nieuwe wijk-werken is op 1 januari 2018 van start gegaan.

Wat betekent dit voor de publieke sector?

OCMW's kunnen leefloongerechtigden naar wijk-werken toeleiden.

 

Daarnaast kunnen OCMW's ook, net als gemeenten, als gebruiker wijkwerk-activiteiten laten uitvoeren.

Bron:
Decreet (Vlaamse Gemeenschap) van 7 juli 2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming (Wijk-werkendecreet van 7 juli 2017)
Besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2017 betreffende wijk-werken

Juridische voorgeschiedenis

Sinds 1 juli 2014 zijn de gewesten bevoegd voor de plaatselijke werkgelegenheidsagenstchappen. Het gaat om de bevoegdheid voor de organisatie en de controle van activiteiten die men niet aantreft in de reguliere arbeidsmarkt. Dit met het oog op de herinschakeling van bepaalde categorieën van werkzoekenden in de reguliere arbeidsmarkt.

 

De federale overheid is en blijft evenwel exclusief bevoegd voor het arbeidsrecht (de PWA-arbeidsovereenkomst).

Juridische inhoud

1. Doelgroep

Wijk-werken heeft als doel werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring te laten opdoen.

 

De werkzoekende beantwoordt aan volgende criteria:

 

  • heeft een gebrek aan werkervaring of recente werkervaring;
  • verkeert niet in de mogelijkheid om minimaal een halftijdse professionele tijdsbesteding op te nemen, waardoor instroom in een andere maatregel niet haalbaar is in functie van een traject naar werk;
  • kan na wijk-werken doorstromen naar een volgende stap in het traject naar werk.

 

De werkzoekende moet zich als werkzoekende bij de VDAB inschrijven vóór het wijk-werken wordt gestart.

 

Tijdens het wijk-werken blijft de werkzoekende beschikbaar voor de arbeidsmarkt, tenzij hij zich op een vrijstelling van beschikbaarheid kan beroepen.

2. Gebruiker

De volgende 6 categorieën kunnen als gebruiker wijkwerk-activiteiten laten uitvoeren:

 

  • natuurlijke personen;
  • gemeenten;
  • ocmw's;
  • vzw's en andere niet-commerciële verenigingen, met inbegrip van feitelijke verenigingen;
  • onderwijsinstellingen;
  • land- of tuinbouwbedrijven.

 

De gebruiker koopt een wijk-werkcheque aan voor elk begonnen uur van wijk-werken. De aanschafprijs hiervan bedraagt minimaal 5,95 en ten hoogste 7,45 EUR (te bepalen door de gemeente of het samenwerkingsverband).

 

Daarnaast moet hij ook een jaarlijks inschrijvingsrecht van 7,5 EUR betalen dat toekomt aan de organisator van het gebied waar de activiteit zal plaatsvinden.

3. Organisator

Voor de organisatie van het wijk-werk kunnen de gemeenten kiezen of ze die overlaten aan de VDAB of zelf op zich nemen.

 

In principe kunnen enkel gemeenten met minstens 60.000 inwoners dat alleen doen. Kleinere gemeenten die zelf wijk-werk willen organiseren, moeten samenwerken om dezelfde schaalgrootte te bereiken.

4. Activiteiten

De activiteiten die een wijk-werker mag uitvoeren, worden bepaald door de VDAB: zie activiteitenlijst.

 

Elke gemeente kan beslissen welke activiteiten ze uit deze lijst toelaten en welke niet.

5. Wijk-werkovereenkomst

 

5.1. PWA-arbeidsovereenkomst

Binnen het wijk-werken wordt tussen de organisator en de wijk-werker een wijk-werkovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst is een PWA-arbeidsovereenkomst.

 

De gebruiker sluit met de organisator een gebruikersovereenkomst.

5.2. Maximaal 12 maanden

Een wijk-werker kan maximaal twaalf maanden in het stelsel van wijk-werken activiteiten verrichten. Deze maximumtermijn van twaalf maanden geldt evenwel niet voor personen die op 30 september 2017 verbonden zijn met een PWA-arbeidsovereenkomst of aan wie minstens 100 PWA-cheques zijn uitbetaald in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2017.

 

De wijk-werker mag per maand maximaal 60 uur wijk-werkprestaties verrichten en op jaarbasis maximaal 630 uur. Prestaties die boven dit maximum woren verricht, worden niet vergoed.

5.3. Vergoeding stage

Voor het wijk-werk ontvangt de wijk-werker een belastinvrije vergoeding van 4,10 EUR per begonnen uur. Bedraagt de afstand tussen de plaats van activiteit en de woonplaats van de wijk-werker meer  dan 5 kilometer, dan ontvangt hij eveneens verplaatsingskoten van 0,15 EUR per kilometer.

5.4. Schorsing

Ziekte, moederschapsverlof, ongeval of overmacht schorsen de uitvoering van de wijk-werkovereenkomst zonder recht op bijhorende vergoeding.

 

In geval van ziekte of ongeval moet de werkzoekende zijn ongeschiktheid met een medisch getuigschrift rechtvaardigen.

 

Een schorsing verlengt de duurtijd van de wijk-werkovereenkomst niet.

6. Overgangsregeling PWA-werknemers

PWA-werknemers die onder de overgangsregeling vallen (personen die op 30 september 2017 verbonden zijn met een PWA-arbeidsovereenkomst of aan wie minstens 100 PWA-cheques zijn uitbetaald in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2017) kunnen in het wijk-werksysteem blijven tot hun pensionering.

 

Ook zij zullen evenwel beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt en blijvend worden begeleid, tenzij ze beschikken over een vrijstelling.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.