Werkgevers in de bouwsector kunnen de arbeidstijd van hun arbeiders voortaan beter en flexibeler moduleren.
Huidige regeling
In de bouwsector (paritair comité 124) bedragen de wettelijke grenzen van de arbeidsduur voor de arbeiders 8 uur per dag en 40 uur per week.
Deze grenzen mag men op basis van het regime, voorzien in KB nr. 213, met maximaal 1 uur per dag en 180 uur per jaar overschrijden.
Dit betekent dat arbeiders er gedurende maximaal 26 weken, 9 uur per dag en 45 uur per week kunnen werken. Deze bijkomende uren kunnen ook in aanmerking komen voor het fiscaal gunstig regime voor gewone overuren. Daartoe moet men wel enkele voorwaarden naleven.
Met dit regime kan men ook afwijken van het verbod op zaterdagwerk.
De versoepeling van het regime komt er op vraag van de sociale partners van de bouwsector. Zij willen hiermee de arbeidsduur beter moduleren.
Versoepeling
Het regime versoepelt op volgende punten:
- de overschrijding mag voortaan gebeuren a rato van maximaal 1,5 uur per dag (in plaats van 1 uur);
- de periode tot toekenning inhaalrust breidt uit tot 12 maanden (in plaats van 6 maanden).
Vanaf wanneer?
De versoepeling treedt in werking op 20 januari 2022.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Werkgevers in de bouwsector (PC 124) kunnen de arbeidstijd op basis van dit regime flexibeler moduleren en extra uren laten presteren. De versoepeling die nu voorligt, laat nog meer flexibiliteit toe.
Het uurrooster met de bijkomende uren wordt opgenomen in het arbeidsreglement. Het gebruik van de nieuwe, verhoogde grenzen vergt een wijziging van het arbeidsreglement volgens de gewone procedure tot wijziging van het arbeidsreglement.
Indien u hiervan gebruik wil maken, kan u zich hierbij laten begeleiden door onze consultants. Zij zijn te bereiken via KMOconsultancy@sdworx.com en Consulting@sdworx.com .
Juridische inhoud
1. Meer flexibel werken op basis van KB nr. 213
1.1 Afwijking van dag- en weekgrens
Huidige regeling
De wettelijke grenzen van de arbeidsduur voor de arbeiders in de bouwsector (PC 124) bedragen 8 uur per dag en 40 uur per week. Deze mag men op basis van het regime voorzien in KB nr. 213 met maximaal 1 uur per dag en 180 uur per jaar overschrijden.
Versoepeling
De overschrijding mag voortaan gebeuren a rato van maximaal 1,5 uur per dag (in plaats van 1 uur). De grens van 180 uur per jaar blijft behouden.
Periode van intense activiteit
Dit stelsel kan men enkel toepassen in de zomerperiode en in periodes van intense activiteit.
Inhaalrust
De arbeiders hebben de keuze om de bijkomende uren:
- zonder inhaalrust te laten uitbetalen.
De bijkomende uren worden betaald aan 120% van het uurloon. De arbeiders ontvangen dit samen met het normale loon voor de periode waarin zij de bijkomende uren presteren;
OF
te recupereren via dagen inhaalrust. De bijkomende uren worden aan 100% van het uurloon uitbetaald op het ogenblik dat de arbeiders de inhaalrust opnemen.
Tot op heden moeten zij die inhaalrust binnen de 6 maanden volgend op het presteren van de meeruren opnemen.
De termijn voor opname van de inhaalrust breidt uit naar 12 maanden (in plaats van 6 maanden) die volgen op de periode waarin elke schijf van 8u is bereikt.
1.2 Afwijking verbod op zaterdagwerk
In afwijking van het verbod op zaterdagwerk kunnen arbeiders op zaterdag werken en dit gedurende 96 uren per kalenderjaar per arbeider.
De uren op zaterdag worden wel aangerekend op het krediet van 180 uren.
De situaties waarin arbeiders op zaterdag kunnen werken, zijn beperkt tot werken die:
- men op geen ander ogenblik kan uitvoeren;
- grote risico’s inhouden voor de veiligheid en/of gezondheid van de werknemers of derden, indien gelijktijdig met andere werken uitgevoerd; en
- om technische redenen niet combineerbaar zijn met andere activiteiten
De arbeiders mogen kiezen tussen betaalde inhaalrust of uitbetaling zonder inhaalrust. In beide gevallen is een loontoeslag van 50% verschuldigd.
2. Voorwaarden om het stelsel toe te passen
Het gebruik van deze extra uren vergt een specifieke invoeringsprocedure.
De procedure verschilt in functie van het al dan niet aanwezig zijn van een vakbondsafvaardiging, de keuze van het aantal uren (130 of 180u.) of de keuze voor zaterdagwerk.
De werkgever moet de roosters met deze bijkomende uren via de normale procedure opnemen in het arbeidsreglement.
3. Belastingvoordeel
De fiscale gunstige behandeling voor gewone overuren geldt ook voor bijkomende uren gepresteerd in het kader van KB nr. 213, indien de werkgever de toeslag van 20% of 50% betaalt.
De belastingvermindering overuren voor de werknemer en de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de werkgever is beperkt tot maximaal 130 uur per werknemer en per jaar.
Dit maximum verhoogt tot 180 uur bij elektronische registratie (checkinatwork) van de aanwezigheid op de bouwplaats.
In het kader van het IPA-akkoord 2021-2022 is aantal fiscaal gunstige overuren opnieuw opgetrokken van 130 tot 180 uren voor alle sectoren en dit voor de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023.