Feedback
ella
Corona: versoepeling regels gelegenheidsarbeid in land- en tuinbouw
Losse berichten
Gepubliceerd op 14/04/2020

Het oogstseizoen staat voor de deur. Maar als gevolg van de corona-crisis komt men in de land- en tuinbouwsector handen te kort om de oogst binnen te halen.

 

Maatregelen om voldoende plukkers in het algemeen, maar ook buitenlandse plukkers in het bijzonder ter beschikking te hebben, dringen zich dan ook op.

 

Daarom versoepelt de regering enkele regels rond gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw.

 

Gelegenheidsarbeid: gunstig RSZ-regime

Arbeiders kunnen in de land- en tuinbouwsector een beperkt aantal dagen per jaar werken onder een gunstig RSZ-regime.

De bijdragen voor gelegenheidsarbeiders worden niet berekend op het werkelijke loon, maar op een forfaitair dagloon.

Bovendien is de werkgeversbijdrage voor hen lager, omdat noch de bijdrage jaarlijkse vakantie, noch de loonmatigingsbijdrage verschuldigd is.

 

Versoepeling regels

De regering wil de specifieke regeling op een aantal punten versoepelen.

 

Daarmee wil men enerzijds het hoofd helpen bieden aan de problemen die de corona-crisis met zich meebrengt.

Anderzijds komt men zo ook tegemoet aan enkele concrete vragen vanuit de sector die naar aanleiding van de sectorale onderhandelingen voor de periode 2019-2020 naar boven kwamen.

 

Volgende versoeplingen staan op stapel:

  • Verdubbeling aantal dagen gelegenheidsarbeid.
    Concreet betekent dit voor het jaar 2020 dat men:
    • het maximum aantal dagen in de landbouw verhoogt van 30 naar 60 dagen;
    • het maximum aantal dagen in de tuinbouw verhoogt van 65 naar 130 dagen;
    • de extra 35 dagen in de champignon- en witloofteelt verhoogt tot 70 dagen.
      Zij kunnen in 2020 dus maximaal 200 dagen gebruik maken van het specifieke regime van gelegenheidsarbeid.

 

  • Versoepeling van de 180-dagen-regel
    Om van het voordelig regime te kunnen genieten, mag de gelegenheidsarbeider in de loop van de 180 voorafgaande dagen niet in een ander statuut gewerkt hebben in de land- of tuinbouwsector.
    Vanaf 1 april 2020 beperkt men deze 180-dagen-regel tot het niveau van de eigen onderneming.

 

  • Fruitteelt: uitbreiding tot 100 dagen
    Fruittelers kunnen 35 dagen extra aanvragen (bovenop de 65 dagen) bij de voorzitter van het paritair comité 145 en bij het waarborg- en sociaal fonds Tuinbouw.
    Deze uitbreiding geldt voor maximaal 1/3e van de gelegenheidswerknemers binnen een bedrijf.

    Indien de aanvraag aanvaard wordt, kunnen zij in 2020, dankzij de voorziene verdubbeling, gebruik maken van 200 dagen gelegenheidswerk.

 

  • Tweede plukkaart
    Om in aanmerking te komen voor het specifieke socialezekerheidsstatuut, moet men ook voldoen aan enkele administratieve voorwaarden.
    Zo moet de gelegenheidswerknemer in het bezit zijn van een correct ingevuld gelegenheidsformulier (plukkaart).

    Voor alle gelegenheidsarbeiders die dit jaar actief zijn in de land- en tuinbouw kan een tweede ‘plukkaart’ gegeven worden en geldt dus het dubbele quotum aan dagen.
    Deze maatregel is van toepassing sinds 1 maart 2020.

 

Al deze maatregelen vragen nog verdere uitwerking in de wet- en regelgeving.

 

Boer zkt. hulp

Om de vele vacatures te helpen invullen, lanceren de regionale overheden volgende websites waarop werkgevers en werkzoekenden elkaar kunnen vinden:

  • Vlaanderen: helpdeoogst.be
  • Wallonië: jobs.easy-agri.com
Bron:
RSZ - administratieve instructies 2020/1 - Tussentijdse instructies
https://www.nathaliemuylle.be - persbericht
Protocolakkoord voor de sectoren landbouw, tuinbouw, tuinaanleg voor de periode 2019- 2020

Context

Het oogstseizoen staat voor de deur. Maar als gevolg van de corona-crisis komt men in de land- en tuinbouwsector handen te kort om de oogst binnen te halen.

 

Maatregelen om voldoende plukkers in het algemeen, maar ook buitenlandse plukkers in het bijzonder ter beschikking te hebben, dringen zich dan ook op.

Juridische inhoud

1. Gelegenheidsarbeid

In de land- en tuinbouwsector bestaat een specifiek stelsel van gelegenheidsarbeid. 

 

Arbeiders kunnen in deze sectoren een beperkt aantal dagen per jaar werken onder een gunstig RSZ-regime.

 

De bijdragen voor gelegenheidsarbeiders worden niet berekend op het werkelijke loon, maar op een forfaitair dagloon.

Bovendien is de werkgeversbijdrage voor hen lager, omdat noch de bijdrage jaarlijkse vakantie, noch de loonmatigingsbijdrage verschuldigd is.

 

Het betreft de arbeiders, tewerkgesteld bij een werkgever die valt onder:

  • het Paritair Comité voor het Tuinbouwbedrijf (PC 145), met uitzondering van de sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen;
  • het Paritair Comité voor de Landbouw (PC 144), voor zover de werkgever de betrokken werknemer uitsluitend tewerkstelt op de eigen gronden;
  • het Paritair Comité voor de Uitzendarbeid (PC 322), voor zover de uitzendarbeider wordt tewerkgesteld bij een gebruiker in één van de bovengenoemde sectoren.

2. Versoepelingen

De regering wil de regeling op een aantal punten versoepelen.

 

Enerzijds om het hoofd te kunnen bieden aan de specifieke noden als gevolg van de corona-crisis.

Anderzijds ook om tegemoet te komen aan enkele concrete vragen vanuit de sector die naar aanleiding van de sectorale onderhandelingen voor de periode 2019-2020 naar boven kwamen.

 

2.1. Verdubbeling aantal dagen gelegenheidsarbeid

Principe

 

Zoals gezegd geldt het gunstige RSZ-regime voor een beperkt aantal dagen per jaar. Meer bepaald:

  • 30 dagen per jaar in de landbouw;
  • 65 dagen per jaar in de tuinbouw;
  • 100 (65 + 35 extra) dagen per jaar voor de witloofteelt;
  • 100 (65 + 35 extra) dagen per jaar voor de champignonteelt.

 

Uitzendkrachten mogen het aantal dagen van de betreffende sector niet overschrijden.

 

De uitbreiding met 35 extra dagen voor de witloof- en champignonteelt kan maar wanneer de werkgever specifieke voorwaarden naleeft. We gaan hier in deze nieuwsbrief niet dieper op in.

Voor uitzendkrachten mag men de uitbreiding tot 100 dagen niet toepassen.

 

Verdubbeling

 

Omwille van de corona-crisis beslisten de ministers van Werk en Sociale Zaken tot een verdubbeling van het aantal dagen dat de werkgevers in deze sectoren gebruik kunnen maken van het voordelig stelsel van de gelegenheidsarbeid.

 

Concreet betekent dit voor het jaar 2020 dat men: 

  • het maximum aantal dagen in de landbouw verhoogt van 30 naar 60 dagen;
  • het maximum aantal dagen in de tuinbouw verhoogt van 65 naar 130 dagen;
  • de extra 35 dagen in de champignon- en witloofteelt verhoogt tot 70 dagen.
    Zij kunnen in 2020 dus maximaal 200 dagen gebruik maken van het gunstig regime.

2.2. 180-dagen-regel: van sector- naar ondernemingsniveau

Principe

Om van het voordelig regime te kunnen genieten, mag de gelegenheidsarbeider in de loop van de 180 voorafgaande dagen niet in een ander statuut gewerkt hebben in de land- of tuinbouwsector.

 

Versoepeling

De ministers versoepelen ook deze regel en komen zo tegemoet aan een specifieke vraag die leeft in de betrokken sectoren.

 

Vanaf 1 april 2020 beperkt men de 180-dagen-regel tot het niveau van de eigen onderneming.

 

Wanneer een bedrijf bestaat uit meerder juridische entiteiten, die men in de praktijk als één onderneming runt, beschouwt men dit geheel van afzonderlijke vennootschappen toch als één enkele onderneming.

Ook wanneer bloed- en/of aanverwanten meerdere ondernemingen uitbaten, geldt een vermoeden dat het om één enkele onderneming gaat.

 

Door deze versoepeling kan de arbeider die al als vaste werknemer in een andere sector of bij een andere onderneming uit de land- of tuinbouw gewerkt heeft, onmiddellijk aan de slag als gelegenheidswerknemer.

 

De sector stelde ook volgende versoepelingen voor.

 

Een werkgever kan de arbeider, na de tewerkstelling als gelegenheidswerknemer, in dienst nemen met een contract van bepaalde duur of voor een bepaald werk van maximaal 6 weken.

De sector vraagt om deze vaste tewerkstelling niet in aanmerking te nemen voor de toepassing van de 180-dagen-regel.

 

De sector vraagt ook om de 180-dagen-regel niet toe te passen wanneer een vaste werknemer met wettelijk pensioen gaat en nadien in dezelfde onderneming aan de slag wil als gelegenheidsarbeider.  

 

Verwacht wordt dat de ministers ook deze verzoeken zullen omzetten in regelgeving. Dit gebeurt mogelijk in het kader van een volmachtenbesluit.

2.3. Fruitteelt: uitbreiding naar 100 dagen

Een groot aantal fruitbedrijven ondervindt problemen om tijdelijke werkzaamheden die naast de pluk moeten gebeuren, te laten uitvoeren.

 

In dat kader ijverde de sector dan ook voor een verruimde seizoenregeling tot maximum 100 dagen per kalenderjaar voor de fruitteelt.

 

De regering komt aan deze vraag tegemoet en trekt dit meteen open voor de ganse fruitsector (hard en zacht fruit).

 

Van 65 naar 100 dagen

Aan de uitbreiding tot 100 dagen, zullen extra voorwaarden verbonden zijn.

Bovendien mag men deze verruimde regeling toepassen voor 33% of 1/3e van het aantal gelegenheidsarbeiders dat het voorbije jaar als zodanig binnen het bedrijf werd tewerkgesteld.

Het Sociaal Fonds voor het Tuinbouwbedrijf zal samen met het paritair comité een specifieke procedure uitwerken. Hierop komen we later terug.

 

De uitbreiding tot 100 dagen geldt vanaf 1 april 2020 (en voorlopig tot het einde van 2020).

 

Verdubbeling voor 2020

De fruitsector zal voor 2020 ook meteen kunnen meegenieten van de verdubbeling van het aantal dagen gelegenheidsarbeid waarvoor het gunstregime geldt.

 

Fruittelers komen hierdoor sowieso in aanmerking voor 130 dagen gelegenheidsarbeid (65 dagen x 2).

 

Wie een aanvraag doet en aanvaard wordt voor de 100 dagen, zal, net als de champignon- en witlooftelers, ook gebruik kunnen maken van 200 dagen gelegenheidswerk.

2.4. Tweede plukkaart

Formaliteiten

Om in aanmerking te komen voor het specifieke socialezekerheidsstatuut, moet ook aan volgende administratieve voorwaarden voldaan zijn:

  • dagelijks een specifieke Dimona-aangifte doen voor de gelegenheidswerknemers.
    Deze bevat, naast de gebruikelijke gegevens, ook per dag het tijdstip van het begin en einde van de prestaties.
  • de gelegenheidswerknemer moet in het bezit zijn van een correct ingevuld gelegenheidsformulier (plukkaart in de volksmond).

 

Gelegenheidsformulier

We zetten de belangrijkste principes van het gelegenheidsformulier op een rij.

 

Het gelegenheidsformulier dient om het aantal dagen van tewerkstelling van de gelegenheidswerknemers in de land- of tuinbouwsector vast te stellen. De gelegenheidswerknemer moet dit formulier bijhouden gedurende het maximumaantal dagen van beperkte RSZ-onderwerping.

 

De eerste werkgever vraagt het gelegenheidsformulier aan bij het fonds voor bestaanszekerheid van zijn sector.

 

Het fonds voor bestaanszekerheid mag per gelegenheidswerknemer slechts één enkel formulier afleveren per kalenderjaar. Het formulier wordt bezorgd aan de gelegenheidswerknemer zelf.

 

Het formulier is genummerd en vermeldt naam en adres van het eerste fonds en het jaar waarop het formulier betrekking heeft. 

Het fonds registreert ieder genummerd formulier, naam en adres van de werkgever en de identiteit van de werknemer.


Versoepeling

Voor alle seizoenwerknemers die dit jaar actief zijn in de land- en tuinbouw kan een tweede ‘plukkaart’ gegeven worden en geldt dus het dubbele quotum aan dagen.

 

Deze maatregel is van toepassing sinds 1 maart 2020.

 

Werkgevers nemen best contact op het Waarborg - en Sociaal Fonds voor de Land- en Tuinbouw om de nodige plukkaarten te bestellen.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.