Juridische inhoud

1. Welke werkgevers?

Werkgevers uit alle sectoren kunnen de nieuwe Waalse steunmaatregelen toepassen vanaf juli 2017.

Het recht op werkuitkeringen is gekoppeld aan de woonplaats van de werknemer en staat los van de plaats van tewerkstelling.

De nieuwe werkuitkeringen voor werkzoekenden uit het Waals Gewest zijn dus ook interessant voor werkgevers in het Vlaams of Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Aanwervingen bij de overheid en bepaalde onderwijsinstellingen komen niet in aanmerking (net zoals bij het federale Activa-plan).

De vermindering van sociale zekerheidsbijdragen voor oudere werknemers is evenwel beperkt tot werkgevers uit de private profitsectoren (categorie 1 voor structurele lastenvermindering) en is enkel van toepassing op werknemers verbonden aan vestigingen gelegen in het Waals Gewest.

2. Werkuitkeringen jonge werkzoekenden -25 jaar

In een notendop

Een jonge laaggeschoolde werkzoekende van minder dan 25 jaar heeft gedurende 3 jaar recht op werkuitkeringen als hij bij aanwerving met een arbeidsovereenkomst aan een aantal voorwaarden voldoet. 

Voorwaarden te voldoen op de dag vóór indiensttreding:

• jonger dan 25 jaar;
• ingeschreven bij Forem als niet-werkende werkzoekende;

• ofwel laaggeschoold zijn (= geen diploma of getuigschrift HSO)
• ofwel middengeschoold zijn (maximum diploma of getuigschrift HSO) én tegelijkertijd minstens 6 maanden ingeschreven bij Forem als niet-werkend werkzoekende;
• hoofdverblijfplaats gelegen in het Franse taalgebied (Waals Gewest zonder de Duitstalige gemeenten).

Dit recht op werkuitkeringen gedurende 36 maanden is éénmalig per werkzoekende en eindigt in ieder geval vanaf de 1e dag van de maand volgend op de 28ste verjaardag. Het recht van 36 maanden kan ononderbroken of in stukken gebruikt worden en bij één of meerdere werkgevers genoten worden.

De werkuitkering voor een bepaalde kalendermaand, wordt berekend in functie van het gepresteerde arbeidsregime.

Cumulatie tussen de nieuwe werkuitkeringen onderling en met andere financiële tussenkomsten in de bezoldiging zijn uitgesloten.  Werkzoekenden in een wedertewerkstellingsprogramma in de sociale economie kunnen de werkuitkeringen evenmin ontvangen.

De werkgever kan wel een vermindering van sociale zekerheidsbijdragen (bijvoorbeeld structurele vermindering en één doelgroepvermindering) genieten voor een werknemer met recht op werkuitkeringen (tussenkomst in het nettoloon).

2.1 Enkel scholingsniveau bij indiensttreding heeft belang

Het scholingsniveau van de werkzoekende op de dag voor de indiensttreding (die het recht opent op de werkuitkeringen), is van belang gedurende de volledige periode van het recht.  Wijziging van het kwalificatieniveau van de werknemer 'tijdens de looptijd van het recht', heeft geen enkele invloed op de toekenning van werkuitkeringen.

Het behalen van een hoger diploma is geen reden van opschorting of stopzetting van het recht op werkuitkeringen. Enkel voor de beoordeling van een nieuw recht, zou het nieuw behaalde diploma van belang kunnen zijn. Maar, het recht op werkuitkeringen voor jongeren is slechts éénmalig (continu of in stukken) dus de aanvraag van een nieuw recht komt niet voor.

Dit werd in onze vorige bespreking anders geïnterpreteerd .  We hebben onze nieuwsbrief van 24 maart 2017 op dit punt aangepast.

Forem baseert zich voor het scholingsniveau op een verklaring op eer van de werkzoekende. De Franse Gemeenschap beschikt nog niet over een operationele databank met diploma's.

2.2 Welke factoren bepalen het statuut 'niet-werkend' werkzoekend?

Volgende elementen zijn belangrijk om beschouwd te worden als 'niet-werkend':

• niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst (volgens de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978);

• geen statutaire toestand bij de overheid;

• geen zelfstandige activiteit in hoofdberoep.

Ingeschreven werkzoekenden die een stage volgen of zich bevinden in een leersituatie worden beschouwd als 'niet-werkend'; het zijn periodes van inactiviteit, bv. PFI (Plan Formation-Insertion), contract d'alternance, enz. 

Voorlopig stelt de Waalse Regering geen enkele situatie gelijk met het statuut van 'niet-werkende werkzoekende'.

2.3Tewerkstellingsperiodes tot 31 kalenderdagen geneutraliseerd

Middengeschoolde jongeren moeten minimum 6 maanden ingeschreven zijn als niet-werkend werkzoekende bij Forem om recht te openen op werkuitkeringen.

Voor de berekening van de duur van de periode van van niet-werkend zijn, zullen korte tewerkstellingsperiodes geneutraliseerd worden.  Voorwaarde is wel dat deze periodes maximum 31 kalenderdagen duren.  Deze gelijkstelling is nog niet officieel bekendgemaakt en maakt deel uit van een uitvoeringsbesluit in voorbereiding.

2.4 Periodes van inschrijving bij VDAB, ACTIRIS of ADG gelijkgesteld

Periodes van inschrijving bij een andere regionale dienst voor werkgelegenheid zullen in aanmerking komen voor de vereiste minimumperiode van 6 maanden inschrijving voor een middengeschoolde jongere.

De werkzoekende zal bij de betrokken dienst waar hij ingeschreven is of was, een attest moeten vragen.  Het uitvoeringsbesluit in voorbereiding zal deze gelijkstelling regelen.

2.5 Woonplaats in Frans taalgebied noodzakelijk

Om werkuitkeringen te ontvangen moet de werknemer ook tijdens zijn tewerkstelling zijn hoofdverblijfplaats behouden in het Franse taalgebied(Waals Gewest zonder de Duitstalige gemeenten).  Het gaat om de officiële woonplaats van de werknemer zoals gekend in het nationaal Rijksregister. 

De werknemer zélf heeft de verplichting om wijzigingen in zijn persoonlijke situatie zoals zijn woonplaats, mee te delen aan Forem en de uitbetalingsinstelling. 

Het recht op uitkeringen wordt opgeschort als de werkzoekende verhuist naar een ander gewest.  De opschorting heeft effectief gevolg vanaf de 2e maand volgend op het moment waarop de ONEM/RVA  de verhuis verneemt (op basis van een verklaring van de werknemer zelf of het Rijksregister).  Het saldo van het geopende recht blijft bewaard en kan later nog opgenomen worden als de voorwaarden opnieuw vervuld zijn.

Voorbeeld 1: verhuis werknemer naar ander gewest

Indiensttreding jonge werkzoekende op 1/7/2017 met hoofdverblijfplaats in Waals Gewest => juli tot en met september: toekenning van werkuitkeringen

Werknemer verhuist voor drie maanden naar Vlaanderen op 1/10/2017 en informeert ONEM op 5/10/2017 => ONEM verwittigt werkgever en uitbetalingsinstelling van opschorting werkuitkeringen vanaf 1/12/2017

Oktober tot en met december woont de werknemer in Vlaanderen, maar werkt nog steeds bij dezelfde werkgever => werkuitkeringen voor oktober en november worden betaald, maar geen uitkeringen meer voor december

Vanaf 1/1/2018 verhuist de werknemer opnieuw naar Wallonië

Bevraging van de Forem databank geeft een saldo recht van 31 maanden

De werknemer moet wel een nieuwe aanvraag voor werkuitkeringen lanceren bij zijn uitbetalingsinstelling om de toekenning terug op te starten.  Een aanvraag door de werknemer zelf is voorwaarde om de opschorting te stoppen.

ONEM informeert de werkgever en de uitbetalingsinstelling over de toekenning van het saldo van 31 maanden

Let op!

De opschorting vraagt geen nieuwe controle van initiële voorwaarden bij indiensttreding (leeftijd, scholingsgraad, duur inschrijving) toen het recht geopend werd.

2.6 Saldo: hoe werkt het precies?

Voorbeeld 2

Een laaggeschoolde jongere (23 jaar en woonplaats in Waals Gewest) komt in dienst op 1/7/2017 en opent het recht op de nieuwe werkuitkeringen gedurende 36 maanden.  Als de werknemer al uit dienst gaat na 12 maanden blijft een saldo van 24 maanden bewaard. Bij één (of meerdere) volgende werkgevers kan hij het saldo opnemen.

Als de jongere werkloos blijft gedurende 10 maanden en pas dan een nieuwe arbeidsovereenkomst vindt, kan het saldo van 24 maanden nog volledig uitgeput worden. De 10 maanden inactiviteit heeft geen invloed op het saldo.

Merk op dat het saldo ook nog aangesproken kan worden voor een tewerkstelling nà de leeftijd van 25 jaar. Het is wel van belang dat het recht op activering opgestart is vóór de leeftijd van 25 jaar. 

Het recht op werkuitkeringen stopt in elk geval vanaf de maand volgend op de 28e verjaardag van de werknemer.

Let op!

Een (ononderbroken) opschorting van 12 maanden betekent wel het verlies van het saldo.  Lees verder de toelichting bij formaliteiten en opschorting.

2.7 Aandachtspunt: inschrijving als werkzoekende!

Een jongere die geniet van een werkuitkering en ontslag neemt tijdens de periode van 36 maanden omdat hij bij een nieuwe werkgever wil starten, moet zich minstens één dag inschrijven als niet-werkend werkzoekende.  Dit is noodzakelijk om het saldo te kunnen uitputten bij een volgende werkgever.

De initiële voorwaarden bij indiensttreding daarentegen (leeftijd, scholingsgraad, duur van inschrijving voor een middengeschoolde) hoeven niet opnieuw gecheckt bij opname van het saldo. 

3. Werkuitkeringen langdurig werkzoekenden

In een notendop

Elke langdurig werkzoekende heeft gedurende 2 jaar recht op werkuitkeringen als hij bij aanwerving met een arbeidsovereenkomst aan een aantal voorwaarden voldoet. 

Voorwaarden te voldoen bij indiensttreding:

• ingeschreven zijn bij Forem als niet-werkende werkzoekende gedurende meer dan 12 maanden;

• hoofdverblijfplaats gelegen in het Franse taalgebied (Waals Gewest zonder de Duitstalige gemeenten).

Leeftijd en scholingsniveau zijn onbelangrijk voor dit recht op uitkeringen.

Het recht van 24 maanden kan meerdere keren aan dezelfde werkzoekende toegekend worden, als hij telkens bij indiensttreding aan de voorwaarden voldoet. 

De 24 maanden recht op werkuitkeringen kan toegekend worden:

• in één doorlopende periode van 24 maanden of in kortere stukken;

• bij één werkgever of gespreid over meerdere werkgevers,

• in het kader van één arbeidsovereenkomst of meerdere opeenvolgende overeenkomsten of meerdere tegelijkertijd lopende (deeltijdse) arbeidsovereenkomsten.

Het bedrag van de werkuitkering voor een bepaalde kalendermaand, wordt berekend in functie van het gepresteerde arbeidsregime.

Cumulatie tussen de nieuwe werkuitkeringen onderling en met andere financiële tussenkomsten in de bezoldiging zijn uitgesloten.  Werkzoekenden in een wedertewerkstellingsprogramma in de sociale economie kunnen de werkuitkeringen niet ontvangen.

De werkgever kan wel een vermindering van sociale werkgeversbijdragen (bv. structurele vermindering en één doelgroepvermindering) genieten voor een werknemer die recht heeft op werkuitkeringen die in mindering komen van het nettoloon.

Dezelfde praktische elementen als behandeld bij de werkuitkeringen voor jongeren '-25 jaar' stellen zich bij dit recht op werkuitkeringen voor langdurig werkzoekenden.

Statuut 'niet-werkend' werkzoekend

Volgende elementen zijn belangrijk om beschouwd te worden als 'niet-werkend':

• niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst (volgens de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978);

• geen statutaire toestand bij de overheid;

• geen zelfstandige activiteit in hoofdberoep.

Ingeschreven werkzoekenden die een stage volgen of zich bevinden in een leersituatie worden beschouwd als 'niet-werkend'; het zijn periodes van inactiviteit, bv. PFI (Plan Formation-Insertion), contract d'alternance, enz. 

Voorlopig stelt de Waalse Regering geen enkele situatie gelijk met het statuut van 'niet-werkende werkzoekende'.

Tewerkstellingsperiodes tot 31 kalenderdagen 

Voor de berekening van de duur van de periode van van niet-werkend zijn, zullen korte tewerkstellingsperiodes geneutraliseerd worden.  Voorwaarde is wel dat deze periodes maximum 31 kalenderdagen duren.  Deze gelijkstelling is nog niet officieel bekendgemaakt en maakt deel uit van een uitvoeringsbesluit in voorbereiding.

Inschrijvingsperiodes bij VDAB, ACTIRIS of ADG gelijkgesteld

Periodes van inschrijving als niet-werkend werkzoekend bij een andere regionale dienst voor werkgelegenheid zullen in aanmerking komen voor de vereiste minimumperiode van inschrijving bij Forem. De werkzoekende zal bij de betrokken dienst waar hij ingeschreven is of was, een attest moeten bekomen.  Het uitvoeringsbesluit in voorbereiding voorziet deze gelijkstelling.

Woonplaats in Franse taalgebied noodzakelijk

Om werkuitkeringen te ontvangen moet de werknemer ook 'tijdens' zijn tewerkstelling zijn hoofdverblijfplaats behouden in het Franse taalgebied(Waals Gewest zonder Duitstalige gemeenten).  Het gaat om de officiële woonplaats van de werknemer zoals gekend in het nationaal Rijksregister. 

De werknemer zélf heeft de verplichting om wijzigingen in zijn persoonlijke situatie zoals zijn woonplaats, mee te delen aan Forem en de uitbetalingsinstelling. 

Het recht op uitkeringen wordt opgeschort als de werkzoekende verhuist naar een ander gewest.  De opschorting heeft effectief gevolg(stopzetting uitbetaling uitkeringen) vanaf de 2e maand volgend op de kenisname van de verhuis door ONEM/RVA.  ONEM is op de hoogte op basis van een verklaring van de werknemer of het Rijksregister. 

Het saldo van het geopende recht blijft in de regel bewaard en kan later nog opgenomen worden als de werknemer opnieuw zijn woonplaats verhuist naar het Waals Gewest.  Als de opschorting 12 maanden (ononderbroken) duurt, gaat het saldo verloren.

Om een opschorting te beëindigen zal de werknemer wel een nieuwe aanvraag moeten lanceren bij zijn uitbetalingsinstelling. 

Een opschorting vraagt geen nieuwe controle van de initiële voorwaarden (duur inschrijving als werkzoekende).

4. Online check werknemer én werkgever

Ter vervanging van de werkkaart die we kennen van het Activa-plan, kunnen werkzoekenden en werkgevers vanaf juli online nagaan of de voorwaarden voor één van de nieuwe activeringsmaatregelen vervuld zijn en een recht (of saldo recht) op werkuitkeringen mogelijk is bij aanwerving.

Dewerkzoekende kan online op de site van Forem op elk ogenblik nagaan of hij aan de voorwaarden voldoet voor werkuitkeringen.  Op de dag vóór indiensttreding moet hij nog steeds voldoen zijn aan die voorwaarden.

Deze mogelijkheid voor de werkzoekende was al eerder aangekondigd.

Bijkomend zal Forem ook voor werkgevers op zijn site een online consultatiefunctie ter beschikking stellen.  De consultatie laat de werkgever toe online te controleren of een welbepaalde kandidaat-werkzoekende op een bepaald tijdstip (zeker bij indiensttreding) aan de voorwaarden voor uitkeringen voldoet.  Het resultaat is een bevestigingdie kan afgeprint worden.

De werkgever moet een aantal concrete gegevens van de werkzoekende inbrengen op het scherm (naam, voornaam, geboortedatum en -plaats) alsook de referentiedatum en zijn eigen ondernemingsnummer.

Elke consultatievraag van een werkgever en het resultaat van die consultatie zal opgeslagen worden door Forem op zijn databank. Indien nodig zal Forem later gebruik maken van de opgeslagen informatie bij een eventuele discussie over voorwaarden.

Deze functionaliteit voor de werkgever is op dit moment nog niet operationeel. De opstart is gepland tegen 1 juli 2017.

Een sociaal secretariaat kan op dezelfde wijze als de werkgever een consultatie per individuele werkzoekende op de Forem databank uitvoeren aan de hand van de concrete gegevens.  SD Worx communiceert hierover nog aan zijn klanten van het sociaal secretariaat.   De werkgever zal gevraagd worden om de afgeprinte bevestiging voor de werknemer met werkuitkeringen te bezorgen.

Controle vóór indiensttreding is erg belangrijk!

De werkgever blijft zelf verantwoordelijk voor het checken of de kandidaat-werknemer voldoet aan alle voorwaarden de dag voor zijn indiensttreding.    

Als de arbeidsovereenkomst al eerder gesloten werd en bij indiensttreding blijkt dat de werknemer niet (meer) in aanmerking komt voor de werkuitkeringen, of de werkgever laat de controle na en RVA weigert nadien uitkeringen te betalen omdat de voorwaarden niet voldaan werden bij indiensttreding, zal de werkgever zelf instaan voor het volledig loon.  Forem kan nagaan of de werkgever een controle heeft gedaan de dag voor de indiensttreding en wat daarvan het resultaat was.

De werkgever heeft er belang bij de arbeidsovereenkomst pas af te sluiten op de dag van indiensttreding na een online controle dat de werkzoekende aan alle voorwaarden voldoet.

Wat krijgt de werkgever online als bevestiging te zien?

Als de kandidaat-werknemer voldoet aan alle voorwaarden krijgt de werkgever de bevestiging van het recht op werkuitkeringen. 

De bevestiging 'op de referentiedatum' (die de werkgever zelf opgeeft bij zijn vraag tot consultatie) zal per type van uitkeringen volgende gegevens vermelden:

• resterende duur in maanden (volledig recht of een overblijvend saldo);

• basisbedrag van de werkuitkering.

Tewerkstelling bij meerdere werkgevers: moment controle voorwaarden

Het is mogelijk dat een jonge werkzoekende (tegelijkertijd) meerdere deeltijdse arbeidsovereenkomsten heeft met verschillende werkgevers.

Voor elke tewerkstelling kan de jonge werknemer in aanmerking komen voor werkuitkeringen in verhouding tot het arbeidsregime bij elke werkgever. 

Een tweede (of volgende werkgever) geniet van het saldo van het recht op activering van de werkzoekende die hij aanwerft.

De werkzoekende moet aan alle voorwaarden voldoen de dag voor zijn indiensttreding van de tewerkstelling 'die het recht op activering opent'. 

De veronderstelling is dat de chronologisch eerste tewerkstelling het recht op werkuitkeringen opent. De aanvraag voor uitkeringen moet in de regel ook in chronologische volgorde van datum van indiensttreding  gebeuren.    

Preciese regels worden vastgelegd in het uitvoeringsbesluit in voorbereiding.

5. Formaliteiten activering

Bijlage arbeidsovereenkomst

De schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst zoals we die nu kennen bij het Activa-Plan blijft behouden.  De bijlage bevat onder meer:

• de vermelding dat de werkgever het bedrag van de werkuitkeringen in mindering brengt van het nettoloon;

• het werkregime van de werknemer (Q/S).  

Het huidig model zal door het uitvoeringsbesluit dat in voorbereiding is, aangepast worden aan de Waalse reglementering

Maandelijkse aangifte sociaal risico (ASR)

De maandelijkse berekening en betaling van de werkuitkeringen zal gebeuren op dezelfde wijze als nu het geval is voor het Activa-Plan. 

ONEM staat in voor de berekening samen met de uitbetalingsinstellingen.  Dit gebeurt op basis van de maandelijkse ASR van de werkgever.

Aanvraag werkuitkeringen

De werkzoekende moet een aanvraag indienenbinnen de 2 maanden volgend op de maand van aanwerving.  Het uitvoeringsbesluit moet deze termijn en de procedure nog officieel vastleggen.

De procedure wijzigt niet ten opzichte van vandaag. De werknemer doet zijn aanvraag bij zijn uitbetalingsinstelling door middel van een kopie van zijn arbeidsovereenkomst en de bijlage (met vermelding van de tewerkstellingsbreuk en de werkuitkering die in mindering komt van het nettoloon).

Zoals vandaag het geval is, zal de uitbetalingsinstelling de werknemer informeren dat zijn dossier in orde is, terwijl ONEM de werkgever schriftelijk op de hoogte brengt.

De werknemer moet geen nieuwe aanvraag van werkuitkeringen indienen, bij heraanwerving bij dezelfde werkgever binnen de 12 maanden en op voorwaarde dat in het kader van de eerste arbeidsovereenkomst al werkuitkeringen werden genoten. Deze werkwijze is niet nieuw.  De termijn van 12 maanden moet nog officieel vastgesteld worden.

Opschorting werkuitkeringen

De toekenning van werkuitkeringen wordt opgeschort als:

• de arbeidsovereenkomst eindigt (ongeacht de oorzaak) vanaf de dag volgend op de einddatum van het contract;

• de werkzoekende niet langer zijn hoofdverblijfplaats heeft op het Franse taalgebied vanaf de eerste dag van de 2e maand volgend op de kennisname door ONEM.

De toekenning van werkuitkeringen (36 maanden voor -25jarigen, 24 maanden voor langdurig werkzoekenden, 12 maanden in het kader van contract d'insertion) kan meerdere keren opgeschort en hervat worden.

Merk op!

De herneming na een opschorting vraagt geen nieuwe controle van de initiële voorwaarden (leeftijd, scholingsgraad, duur inschrijving) zoals bij de tewerkstelling die het recht heeft geopend.

Aanvraag einde opschorting

De opschorting eindigt op uitdrukkelijke vraag van de werkzoekende wanneer:

• hij een arbeidsovereenkomst sluit met een werkgever (bij 'contract d'insertion' voor een minimale duur gelijk aan de resterende duur van de werkuitkering);

• hij opnieuw zijn hoofdverblijfplaats heeft in het Franse taalgebied.

De werknemer moet hiertoe een (nieuwe) aanvraag lanceren bij zijn uitbetalingsinstelling. Pas dan hervat de toekenning van werkuitkeringen.  De aanvraag is noodzakelijk om de opschorting te beëindigen.  De aanvraag om de opschorting te stoppen, is identiek aan de oorspronkelijke aanvraag.  ONEM informeert de werkgever en de uitbetalingsinstelling over de toekenning van het saldo aan werkuitkeringen.

Let op!

Deze algemene regel is niet van toepassing als de opschorting te lang duurt.

Opschorting langer dan 12 maanden!

Voor de werkuitkeringen '-25 jarigen' en langdurig werkzoekenden '12 maanden+' blijft het saldo niet eindeloos bewaard.  Wanneer de toekenning van werkuitkeringen langer dan 12 maanden (ononderbroken) opgeschort werd, verdwijnt het recht op het resterende saldo. 

De werkzoekende komt dan eventueel wel in aanmerking voor een nieuw recht.

Die mogelijkheid om een nieuw recht te openen is onbestaande voor de werkuitkeringen '-25 jaar'.  Het recht van 36 maanden kan de jonge werkzoekende slechts éénmaal krijgen.  Het is wel mogelijk dat de jongere na meer dan 12 maanden inschrijving als werkzoekende, het recht opent op 24 maanden uitkeringen als langdurig werkzoekende.

Het recht van 24 maanden werkuitkeringen als 'langdurig werkzoekende',  kan de werkzoekende wél meerdere keren opstarten als hij telkens aan de voorwaarden voldoet (meer dan 12 maanden inschrijving bij Forem als niet-werkend werkzoekende en hoofdverblijfplaats in Franse taalgebied).

Merk op! 

Dit verlies van het saldo is niet voorzien in de wetgeving in het kader van een 'contract d'insertion' (12 maanden werkuitkeringen voor jonge werkzoekende zonder beroepservaring).

Het uitvoeringsbesluit zal voorvermelde termijn van 12 maanden nog officieel vaststellen.

6. Financiële impact nieuwe Waalse steunmaatregelen

De voorwaarden, duurtijd en bedragen van de nieuwe Waalse steunmaatregelen verschillen van de bestaande federale subsidies.

Aan de hand van enkele concrete voorbeelden willen we de mogelijke financiële impact voor de werkgever illustreren. 

Uitgangspunten

We gaan uit van volgende hypothesen:

• De werkzoekenden die in dienst komen, wonen in het Waals Gewest zodat ze in aanmerking komen voor de nieuwe werkuitkeringen;

• De ouderen die de werkgever aanwerft, werken in (of zijn verbonden aan) een vestiging gelegen in het Waals Gewest;

• Voor de oudere werknemers rekenen we met een tewerkstelling tot de pensioenleeftijd van 65 jaar;

• Als meerdere (federale) doelgroepverminderingen mogelijk zijn, kiezen we voor het financieel gunstigste omdat de werkgever slechts één mag toepassen;

• Als twee voordelen (SZ-vermindering en werkuikering) tegelijkertijd mogelijk zijn, houden we rekening met beiden;

• We vergelijken enkel met de bestaande federale doelgroepkortingen. Tot eind juni 2017 kunnen deze nog starten in het Waals Gewest. Via overgangs-regelingen blijven ze verder doorlopen tot uiterlijk tot 30 juni 2020;

• De structurele vermindering en doelgroepverminderingen die niet tot de bevoegdheid van de gewesten behoren bv. eerste aanwervingen, blijven buiten beschouwing.

7. Mobiliteit tussen gewesten: impact op doelgroepmaatregelen

Werkuitkeringen

Het recht op werkuitkeringen is gekoppeld aan de woonplaats van de werknemer en staat los van de plaats van tewerkstelling.

Enkele gevolgen:

Een overplaatsing naar een vestiging in een ander gewest, heeft geen impact op de werkuitkeringen van uw werknemer.

De nieuwe Waalse werkuitkeringen kunnen ook van toepassing zijn voor werknemers die wonen in het Waals gewest en aangeworven worden door werkgevers in het Vlaams of Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 

Als uw werknemer verhuist naar een ander gewest, verdwijnt na twee maanden het recht op de nieuwe Waalse werkuitkeringen.  Het saldo blijft echter bewaard tot zijn eventuele terugkeer naar het Waals Gewest, tenzij de opschorting 12 maanden of langer duurt.

Doelgroepverminderingen

De verminderingen van patronale sociale zekerheidsbijdragen zijn gebonden aan de plaats waar de vestigingseenheid van de werkgever gelegen is.  De vestiging waar de werknemer werkt of waaraan hij gekoppeld is bepaalt welke doelgroepverminderingen mogelijk zijn.

Als u een werknemer overplaatst naar een vestiging gelegen in een ander gewest, kan dit wel gevolgen hebben voor de toepassing van een doelgroepvermindering.  Dergelijke overplaatsing heeft geen impact op de werkuitkeringen van de werknemer.

Voorbeeld

Een werkgever heeft meerdere vestigingen (bv. Leuven en Vilvoorde in Vlaams Gewest, Waver en Charleroi in Waals Gewest).

Aanwerving met arbeidsovereenkomst vanaf 1/7/2017

Middengeschoolde werkzoekende < 25 jaar bij in dienst

6 maanden ingeschreven bij Forem

Woonplaats Waver

=>recht op Waalse werkuitkeringen voor 36 maanden

(in totaal maximum 14.250 euro)

elektronisch dossier bij VDAB op einde van het verminderingskwartaal

refertekwartaalloon < loongrens

=>mogelijk Vlaamse DGV middengeschoolde jongere voor 8 kwartalen

(in totaal maximum 8.000 euro)

De werkgever kan bij tewerksteling van deze jongere in al zijn vestigingen gebruik maken van het voordeel van de werkuitkeringen. Een overplaatsing van Waver naar Vilvoorde brengt het recht op werkuitkeringen niet in gevaar, zolang de werknemer zijn woonplaats behoudt in het Waals Gewest. 

De Vlaamse SZ-vermindering middengeschoolde jongere mag de werkgever enkel toepassen als de werknemer werkt in (of verbonden is aan) een vestiging in Vlaanderen.