Feedback
ella
Hof van Justitie: ook thuis wachten telt mee als arbeidstijd…maar niet altijd.
Rechtspraak 21/02/2018
Gepubliceerd op 05/03/2018

Thuiswacht brandweervrijwilliger = arbeidstijd

 

In een recent arrest besliste het Europese Hof van Justitie in een zaak van een Belgische brandweerman dat een thuiswachtdienst arbeidstijdis. Ook als de werknemer enkel aan het wachten is en (nog) geen effectieve arbeidsprestaties levert. Het is de eerste keer dat het Hof van Justitie met zoveel woorden zegt dat een loutere thuiswacht in bepaalde omstandigheden arbeidstijd kan zijn.

 

Het Hof sprak zich eerder al uit over thuiswachtdiensten of bereikbaarheidsdiensten. Toen was de conclusie echter dat er tijdens een thuiswachtdienst ("bereikbaarheidsdienst") slechts sprake is van arbeidstijd zodra de werknemer effectief prestaties verricht. De arbeidstijd loopt dus pas wanneer de werknemer tijdens zo'n wachtdienst een effectieve oproep moet beantwoorden. Tijdens de wacht zelf beschikt de werknemer vrij over tijd.

 

Nu is de conclusie dus anders. Het Hof besluit nu op basis van de concrete feiten dat de brandweerman tijdens de thuiswacht zeer beperkt was in zijn bewegingsvrijheid en dat daarom de volledige thuiswachtdienst arbeidstijd is zoals omschreven in de Europese richtlijn 2003/88.

 

Doorslaggevend criterium voor het Hof om te oordelen dat deze thuiswachtdienst arbeidstijd is, was de verplichting van de werknemer om binnen 8 minuten te reageren op een oproep van de werkgever én fysiek aanwezig te zijn op een door de werkgever aangewezen plek. De bewegingsvrijheid van betrokken werknemer is sterk beknot door de zeer korte responstijd waardoor het verschil met een wachtdienst in de kazerne zoek is.

 

Impact thuiswacht = arbeidstijd

 

Wanneer de tijd dat de werknemer thuis bereikbaar is voor zijn werkgever, maar geen effectieve prestaties levert, ook meetelt als arbeidstijd, zullen de maximale arbeidsduurgrenzen sneller bereikt worden. Een overschrijding van deze maximale grenzen, genereert overuren waarvoor overloon en/of inhaalrust verschuldigd is.

 

Of deze thuiswacht dan ook verloond moet worden zoals arbeidstijd, wordt niet door het Hof beslecht want behoort tot de bevoegdheid van de lidstaten zelf.

Partijen kunnen overeenkomen dat een lagere vergoeding verschuldigd is voor wachtdiensten, wanneer geen effectieve prestaties worden geleverd.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Deze uitspraak betekent niet dat alle thuiswachten nu arbeidstijd zijn. Bij het organiseren van een bereikbaarheidsdienst moet een werkgever dit wel in het achterhoofd houden.

 

Hoe meer je de bewegingsvrijheid van je werknemer tijdens een bereikbaarheidsdienst beperkt, hoe groter de kans dat de wachtdienst als arbeidstijd beschouwd zal worden indien hierover een geschil ontstaat. In dat geval zal je de wachtdiensturen moeten meetellen om na te gaan of de maximale arbeidsduurgrenzen worden gerespecteerd.

 

 

Let op!
Bron:
HvJ 21 februari 2018, C-518/15, Stad Nijvel/Rudy Matzak

Juridische inhoud

1. Thuiswachtdiensten = arbeidstijd

In een arrest van 21 februari 2018 besliste het Europese Hof van Justitie in een Belgische zaak dat een thuiswachtdienst arbeidstijd is. Ook als de werknemer enkel aan het wachten is en (nog) geen effectieve arbeidsprestaties levert. Het is de eerste keer dat het Hof van Justitie met zoveel woorden zegt dat een loutere thuiswacht in bepaalde omstandigheden arbeidstijd kan zijn.

 

Het Hof sprak zich eerderal uit over thuiswachtdiensten of bereikbaarheidsdiensten (bijvoorbeeld arrest Simap van 3 oktober 2000; arrest Jaeger van 9 september 2003). Toen was de conclusie echter dat er tijdens een thuiswachtdienst ("bereikbaarheidsdienst") slechts sprake is van arbeidstijd zodra de werknemer effectief prestaties verricht. De arbeidstijd loopt dus pas wanneer de werknemer tijdens zo'n wachtdienst een effectieve oproep moet beantwoorden. Tijdens de wacht zelf beschikt de werknemer vrij over tijd.

 

Nu was de conclusie dus anders.

In voorliggend geschil moest een brandweervrijwilliger (Matzak) van de gemeente Nijvel deelnemen aan interventies, waarbij betrokkene bereikbaarheidsdiensten moest verrichten, volgens een aan het begin van het jaar opgesteld tijdschema.

 

Het vervullen van deze bereikbaarheidsdienst was strikt geregeld waarbij volgende verplichtingen gelden:

 

  • de werknemer moet de wachtdienst thuis verrichten (volgens de conclusie van de advocaat-generaal moest de werknemer in werkelijkheid niet verplicht thuis zijn)
  • hij moet zich ter beschikking houden van zijn werkgever en
  • hij moet bij een oproep binnen de 8 minuten op de kazerne arriveren.

 

Het Hof besluit nu op basis van de concrete feiten dat de brandweerman tijdens de thuiswacht zeer beperkt was in zijn bewegingsvrijheid en dat daarom de volledige thuiswachtdienst arbeidstijd is zoals omschreven in de Europese richtlijn 2003/88.

 

Doorslaggevend criterium voor het Hof om te oordelen dat deze thuiswachtdienst arbeidstijd is, was de verplichting van de werknemer om binnen 8 minuten te reageren op een oproep van de werkgever én fysiek aanwezig te zijn op een door de werkgever aangewezen plek.

 

Het gevolg is dat de gehele wachtdienst moet meegerekend worden om te bekijken of de dagelijkse en wekelijkse arbeidsduurgrenzen worden gerespecteerd.

2. Wachtdiensten op de arbeidsplaats = arbeidstijd

Wat betreft wachtdiensten op de arbeidsplaats is het standpunt van het Hof van Justitie al enige tijd duidelijk: deze zijn arbeidstijd. Of de werknemer nu arbeidsprestaties verricht of niet (bv. de slapende waak) (arrest Jaeger van 9 september 2003).

3. Invulling door de Belgische rechtspraak

Thuiswachtdienst (bereikbaarheidsdienst)

 

De meerderheid van de Belgische rechtspraak sloot zich aan bij de Europese: bij een thuiswachtdienst is pas sprake van arbeidstijd als de werknemer effectief arbeidsprestaties verricht (dus pas als deze "werkt" en niet als deze "wacht"). Tijdens het wachten staat men niet ter beschikking van de werkgever.

 

Ook het Hof van Cassatie zei in 2014 nog dat thuiswachtdiensten geen arbeidstijd zijn, zelfs als de bewegingsvrijheid van de werknemer beperkt is omdat hij binnen een bepaalde straal van de arbeidsplaats moet verblijven om die binnen een bepaalde tijd te bereiken.

 

Deze rechtspraak zal men in het licht van de recente beslissing van het Hof van Justitie toch iets genuanceerder moeten beoordelen.

 

Maar er is ook Belgische rechtspraak (hoewel voornamelijk van voor het arrest Simap van 3 oktober 2000) die eerder al besliste dat, als de werknemer niet vrij over zijn tijd kan beschikken tijdens zijn wachtdienst thuis, deze tijd ook als arbeidstijd moet beschouwd worden. De werknemer kan dan namelijk ook ter beschikking van de werkgever staan. En dat blijft, volgens de Belgische Arbeidswet, nog steeds het criterium om te beslissen of we te maken hebben met arbeidstijd, met of zonder effectieve arbeidsprestaties. 

 

Conclusie is dus: zorg er voor dat u de werknemer die een bereikbaarheidsdienst vervult niet te veel beperkt in zijn bewegingsvrijheid door hem bijvoorbeeld te verplichten binnen een korte tijdsspanne zich terug naar het werk te begeven, of hem te verplichten thuis te blijven. Of een werknemer al dan niet ter beschikking staat van de werkgever zal steeds afhangen van de feitelijke omstandigheden.

 

Wachtdienst op de arbeidsplaats (beschikbaarheidsdienst)

 

Wat betreft wachtdiensten op de arbeidsplaats beslissen de Belgische rechtbanken en hoven in navolging van de rechtspraak van het Hof van Justitie nagenoeg steeds dat dit arbeidstijd is.

4. En de vergoeding?

De Europese Richtlijn 2003/88 voorziet in minimale rusttijden en een maximale wekelijkse arbeidstijd, maar spreekt zich helemaal niet uit over de bezoldiging van de arbeidstijd.

Het Hof van Justitie oordeelde in voorliggend geschil dat een thuiswacht met beperkte bewegingsvrijheid arbeidstijd is, maar deed geen uitspraak over de bezoldiging van deze arbeidstijd. Gevolgen vastknopen aan het arrest over de bezoldiging van deze thuiswachtdienst is dus juridisch gezien niet correct.

 

Ook de Belgische arbeidsduurreglementering bevat geen enkele verplichting tot verloning of vergoeding van arbeidsduur, behalve wat het recht op overloon betreft.

De Arbeidswet regelt het verrichten van arbeid en niet het recht op loon.

 

Er bestaat nl. een belangrijk onderscheid tussen de “arbeid” die bepalend is voor het recht op loon en de “arbeid” bij de bepaling van de arbeidsduur in de zin van art.19 Arbeidswet.

 

Cassatierechtspraak omschrijft het begrip “loon” als de tegenprestatie voor de arbeid die ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst wordt verricht. 

Behoudens afwijkende, wettelijke of contractuele regeling, kan de werknemer geen aanspraak maken op loon voor de periode gedurende welke hij geen effectieve arbeid verricht.

 

Het is dus niet zo dat wanneer een periode als arbeidstijd beschouwd wordt, automatisch loon verschuldigd is. Partijen kunnen overeenkomen dat een lagere vergoeding verschuldigd is voor wachtdiensten, wanneer geen effectieve prestaties worden geleverd.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.