Het nieuwe jaar staat weer voor de deur. We geven een overzicht van de belangrijkste wijzigingen die in werking treden op 1 januari 2016 en reeds verschenen in het staatsblad:

• Veralgemening en vereenvoudiging elektronische aangiftes van sociaal risico: vanaf 1 januari 2016 kunnen sommige aangiftes sociaal risico (ASR) in de sector werkloosheid enkel nog op elektronische wijze verricht worden (e-ASR). De e-ASR verplichting geldt voor de maandelijkse aangiftes voor werkloosheid met het oog op de betaling van de uitkeringen. Ook wordeneen aantal vereenvoudigingen doorgevoerd in 'alle' aangiftes sociaal risico waardoor het aantal ASR's dat in bepaalde situaties moet gebeuren gevoelig wordt beperkt (zie JA 4281);

 

• Socialezekerheidsverdrag met Argentinië: op 1 januari 2016 treedt het nieuwe socialezekerheidsverdrag met Argentinië in werking. Dit verdrag heeft twee doelstellingen. Het wil een dubbele onderwerping aan de sociale zekerheid vermijden alsook de pensioen- en invaliditeitsrechten waarborgen in de twee landen voor de werknemers die tijdens hun loopbaan aan één van de twee socialezekerheidswetgevingen onderworpen waren, of die van de ene wetgeving naar de andere overstapten (zie JA 4279);

 

• Overgang naar elektronische maaltijdcheques: maaltijdcheques bestaan momenteel zowel op papier als elektronisch. Voor heel even nog. Vanaf 1 januari 2016 wordt immers definitief en volledig overgeschakeld naar het systeem van elektronische maaltijdcheques. Er werd hiertoe in een overgangsfase voorzien. Papieren maaltijdcheques konden nog overhandigd worden aan de werknemers voor prestaties tot en met september 2015. De papieren maaltijdcheques die werden uitgegeven in 2015 zijn nog geldig tot 31 december 2015 (zie JA 4231);

 

• Verhoging maaltijdcheques: het maximale werkgeversaandeel in de maaltijdcheque wordt vanaf 1 januari 2016 verhoogd met 1 EUR. Het wordt bijgevolg opgetrokken tot 6,91 EUR. Op die manier kan de zichtwaarde van de maaltijdcheque verhogen van 7 naar 8 EUR. De aftrekbaarheid van de tussenkomst van de werkgever als beroepskost verhoogt van maximaal 1 EUR naar 2 EUR per maaltijdcheque. Voor het fiscale luik wachten we nog op de publicatie in het staatsblad;

 

• Verhoging plafond niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen: in uitvoering van het interprofessioneel akkoord verhoogt het plafond voor de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen vanaf 1 januari 2016. Het niet-geïndexeerde plafond wordt opgetrokken van 3.100 naar 3.169 EUR voor RSZ doeleinden. Het niet-geïndexeerde plafond op fiscaal vlak wordt opgetrokken van 2.695 EUR naar 2.755 EUR. Voor het fiscale luik wachten we nog op de publicatie in het staatsblad;

 

• Verhoging fiscale werkbonus: vanaf 1 januari 2016 wordt de fiscale werkbonus verhoogd (zie JA 4041);

 

• Wijziging gezondheidstoezicht : vanaf 1 januari 2016 wordt het verplicht gezondheidstoezicht voor de activiteiten verbonden aan voedingswaren afgeschaft. In plaats daarvan zullen de werkgevers die dergelijke werknemers tewerkstellen vanaf 2016 een adequate opleiding over de procedures i.v.m. voedselhygiëne moeten verstrekken en minstens om de 5 jaar een specifieke risicoanalyse moeten doen, rekening houdend met de voedselhygiëne. De gezondheidsbeoordeling van werknemers, die vaak met beeldschermapparatuur werken, moet niet meer systematisch gebeuren vanaf 1 januari 2016 (zie JA 4008);

 

• Cao nr. 109 betreffende motivering van het ontslag: de ontslagmotivering bepaald door cao nr. 109 is vanaf 1 januari 2016 ook van toepassing op werknemers uit het PC 301.01 (Haven van Antwerpen), het PC 324 (diamantnijverheid), het PC 126.00 (stoffering en houtbewerking) en het PC 124.00 (bouw). Tot 31 december 2015 gold voor hen nog de regeling van willekeurige afdanking. Voor werknemers die van de tijdelijke uitzondering tot 31 december 2017 genieten (de niet-sedentaire arbeiders tewerkgesteld in PC 124.00 en PC 126.00), blijft de regeling van willekeurige afdanking tot die datum van toepassing. Vanaf 1 januari 2018 zal cao nr. 109 ook op deze laatsten van toepassing zijn (zie JA 3788);

 

• Eenheidsstatuut - de outplacementfactor: vanaf 1 januari 2016 zal de opzeggingsvergoeding van een werknemer met een opzeggingsvergoeding gedekt door een periode van minstens 30 weken sowieso ingekort worden met 4 weken. Of hij al dan niet gebruik maakt van zijn recht op outplacement, is niet meer relevant. De werknemer heeft er dus binnenkort alle belang bij om in te gaan op outplacement (zie JA 4301); 

 

• Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT): de SWT-regels zijn sinds enkele jaren volop in beweging. De regering wil mensen langer aan het werk houden, daarom verstrengen de regels stelselmatig. Wat wijzigt vanaf 1 januari 2016 kan u lezen in een latere JA;

 

• Publieke sector: hervorming ambtenarenpensioenen: de diplomabonificatie wordt vanaf 1 januari 2016 geleidelijk afgeschaft met het oog op de stapsgewijze harmonisering van de loopbaanvoorwaarden tussen de verschillende stelsels. Voor pensioenen die ingaan tussen 1 januari 2016 en 31 december 2029 wordt een overgangsregeling voorzien waarbij de diplomabonificatie jaarlijks progressief wordt verminderd (zie JA 4160).

 

We verwachten nog een aantal belangrijke nieuwigheden zoals onder meer de taxshift. Er zijn reeds een aantal JA’s geschreven op basis van de ontwerpteksten (zie JA 4255, JA 4256, JA 4258, JA 4266). We komen hier in aparte JA’s op terug.