Feedback
ella
Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing: ploegenarbeid bij wegenwachters en buschauffeurs
Rechtspraak 19/01/2021
Gepubliceerd op 20/02/2021

In twee recente arresten spreekt het Hof van Beroep van Antwerpen zich uit over de definitie van ploegenarbeid in het kader van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

 

Meer specifiek ging het Hof na of de werkzaamheden van wegenwachters/pechverhelpers enerzijds en van buschauffeurs anderzijds onder de definitie van ploegenarbeid kunnen vallen. Dit is nodig opdat de betrokken werkgevers kunnen genieten van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

 

Om van deze vrijstelling te kunnen genieten, moet men voldoen aan een aantal specifieke wettelijke vereisten.

 

Meer bepaald moet het werk worden verricht in minstens twee ploegen, van minstens twee werknemers:

  • die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat:
    • er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen;

    • de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak

  • waarbij de werknemers hiervoor een ploegenpremie ontvangen.

 

In haar arresten kwam het Hof tot een aantal belangrijke conclusies. Zo:

 

  • moet men aan het begrip ploegenarbeid een voldoende ruime invulling geven;
  • impliceert het begrip ploeg niet dat men de werkzaamheden op dezelfde werkplek moet uitvoeren;
  • moet de aflossing van de ploeg niet gebeuren op een vaste werkplaats;
  • is een overlapping van de ploegen mogelijk, maar die mag niet meer bedragen dan een vierde van de dagtaak;

  • is wel belangrijk dat men de continuïteit verzekert;

  • zijn zowel de inhoud als de omvang van het werk te beoordelen op ploegniveau en niet op het niveau van de werknemer.

 

Er bestaat echter geen wettelijke definitie van het begrip 'omvang' van de werkzaamheden. Daarom aanvaardt het Hof in beide situaties een eigen invulling van dit begrip.

 

1. Omvang van de werkzaamheden bij de wegenwachters/pechverhelpers

 

Wat de wegenwachters betreft, oordeelde het Hof dat men zich hier kan baseren op het aantal bewegingen die een ploeg verricht. Bewegingen kan men definiëren als de reparaties, het verslepen van wagens, het aanbrengen of ophalen van een vervangwagen. 

 

Uit de concrete cijfergegevens bleek echter dat het aantal bewegingen van de ochtendploeg aanzienlijk lager lag dan het aantal bewegingen van de namiddag-/avondploeg. Het Hof concludeerde daarom dat niet voldaan was aan de voorwaarden om van het gunstregime van vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing te kunnen genieten.

 

2. Omvang van de werkzaamheden bij de buschauffeurs

 

Ook hier aanvaardt het Hof een eigen invulling van het begrip 'omvang van de werkzaamheden' en stelt ze dat de totale duurtijd van de diensten in één ploeg een goed criterium vormt.

Men kan daarbij die totale tijdsduur verdelen in blokken van telkens een half uur.

 

In deze situatie toonden de concrete feiten aan dat er geen al te grote verschillen waren in de duurtijd van de diensten van sommige opeenvolgende ploegen terwijl dat bij andere ploegen wél het geval was.

 

Met andere woorden, de werkgever kan slechts gedeeltelijk genieten van het belastingvoordeel. Namelijk enkel voor die ploegen waarvan de omvang van de werkzaamheden gelijkaardig is.

Wat betekent dit voor de werkgever?

Wanneer de onderneming en de werknemer voldoen aan alle voorwaarden, kan u als werkgever genieten van een loonlastenverlaging voor de betrokken werknemers, onder de vorm van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de ingehouden bedrijfsvoorheffing.

 

Uit beide arresten blijkt echter dat u de voorwaarden voor de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing vrij strikt moet interpreteren.

Omdat er geen duidelijke wettelijke definitie bestaat van de notie 'omvang van de werkzaamheden' zal u hieraan een eigen invulling moeten geven. U zal er wel moeten op letten dat - op basis van de eigen invulling - de omvang van de opeenvolgende ploegen gelijkaardig is.

 

SD Worx kan u hierbij advies geven en begeleiden bij de implementatie of eventuele controle door de fiscus.

 

Onze consultants beschikken daartoe over de nodige expertise en ervaring.

Aarzel niet om hen te contacteren via legalconsulting@sdworx.com of Kmoconsultancylegal@sdworx.com

Bron:
Arresten van het Hof van Beroep van Antwerpen dd. 19/01/2021 (2018AR402 en 2018AR755)

Juridische inhoud

1. Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing en ploegenarbeid

Sinds een aantal jaren kunnen ondernemingen genieten van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het kader van ploegenarbeid.

 

Om van die vrijstelling te kunnen genieten, moet men wel aan een aantal voorwaarden voldoen.

 

Zo moet het werk verricht worden in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers,

  • die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat:

    • er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen;

    • de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak

  • waarbij de werknemers hiervoor een ploegenpremie ontvangen.

2. Wegenwachters en vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing

Onlangs sprak het Hof van Beroep van Antwerpen zich uit over de mogelijkheid om dergelijke vrijstelling in te roepen bij een bedrijf dat zich concreet bezighield met  pechverhelping op de baan.

2.1. Situatieschets

V. is een dienstverlenend bedrijf dat 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 interventies uitvoert. De leden van V. worden daarbij geholpen met pech onderweg, thuis of op reis.

 

Als een weggebruiker met pech V. contacteert, krijgt één van de pechverhelpers van V. via de dienst Dispatch de opdracht om zich naar een bepaalde plaats te begeven om de pech te verhelpen.

 

V. organiseert deze werkzaamheden onder de vorm van een 'beginnende' en een opeenvolgende ploeg waarbij de uurroosters elkaar min of meer opvolgen.

 

In een eerste vonnis (Rechtbank Antwerpen 27 oktober 2017) oordeelde de rechter dat V. niet kon genieten van de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing omdat de wegenwachters/pechverhelpers hun werkzaamheden 'alleen' uitoefenden. Daardoor vielen ze volgens de rechtbank niet onder de notie van 'ploegenarbeid'.

2.2. (Tussen)arrest Hof van Beroep

In een eerste tussenarrest  kwam het Hof tot volgende belangrijke uitgangspunten:

 

  • men moet aan het begrip ploegenarbeid een voldoende ruime invulling geven;
  • het begrip ploeg impliceert dat een groep mensen gezamenlijk een bepaalde karwei uitvoert maar dat hoeft niet noodzakelijk op dezelfde werkplek;
  • de aflossing van de ploeg moet niet gebeuren op een vaste werkplaats;
  • men moet de continuïteit verzekeren.
    Concreet betekent dit voor V. dat pechverhelpers 7 dagen op 7 ter beschikking staan voor hun cliënteel. 

 

Het Hof oordeelde dat het feit dat de pechverhelpers werkzaam zijn op verschillende locaties en dat de ploegen elkaar niet op eenzelfde plaats aflossen, geen probleem zou mogen vormen.

Het feit dat de wegenwachters alleen de baan optrekken, hoeft dus niet noodzakelijk een afbreuk te doen aan het begrip 'ploegenarbeid'.

 

Verder oordeelde het Hof dat zowel de inhoud als de omvang van het werk op ploegniveau te beoordelen zijn  en niet op het niveau van de werknemer.

 

Het Hof wenste op dat ogenblik echter geen definitieve uitspraak te doen over deze twee voorwaarden.

2.3. Uiteindelijk oordeel van het Hof

In haar definitief oordeel buigt het Hof zich verder over de twee wettelijke voorwaarden 'inhoud' en 'omvang' van het werk.

 

Inhoud van het werk

 

In de specifieke situatie van V. stelt het Hof vast dat de mekaar opvolgende ploegen inhoudelijk hetzelfde werk uitvoeren:

 

  • de werknemers die de pechverhelpingsvoertuigen bemannen, houden zich ter beschikking van de dispatch dienst in Zwijndrecht en voeren de taken (doorgaans pechverhelping) uit die deze dienst hen opdraagt;
  • de individuele werknemers voeren de diverse taken weliswaar uit op verschillende plaatsen, maar dat neemt  niet weg dat ze als groep instaan voor de pechverhelping binnen een bepaalde regio;
  • het gaat niet over individuele werknemers met een variabel uurrooster, zoals de fiscus beweert, maar wel over leden van eenzelfde ploeg die gezamenlijk een taak van voornamelijk pechverhelping vervullen.

 

Omvang van het werk

 

De vraag stelt zich hoe de men de omvang van het werk moet bepalen in het geval van een pechverhelpingsdienst.

 

Het Hof oordeelt dat men zich hier - bij gebrek aan een concrete definitie in de wetgeving - kan baseren op het aantal bewegingen dat een  ploeg verricht. Bewegingen kan men definiëren als de reparaties, het verslepen van wagens, het aanbrengen of ophalen van een vervangwagen. 

 

Uit de concrete situatie van V. bleek echter dat de omvang van het werk van de opeenvolgende ploegen niet vergelijkbaar was. Het aantal bewegingen tussen de verschillende opeenvolgende ploegen lag te sterk uit elkaar.

 

Het hof oordeelt daarom in de specifieke situatie van V. dat niet voldaan was aan de voorwaarden om van het gunstregime van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing (artikel 275/5 WIB92) te genieten.

3. Buschauffeurs en vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing

3.1. Concrete situatie

NV Autobussen D. exploiteert autobussen en autocars voor openbaar vervoer en leerlingenvervoer van de Vlaamse Vervoermaatschappij (De Lijn).

 

De vennootschap maakte gebruik van de vrijstelling van de verplichting tot doorstorting van een deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing wegens ploegenarbeid, voorzien in artikel 275/5 WIB92.

 

De fiscus was echter van oordeel dat er geen sprake was van ploegenarbeid en dat de vrijstelling onterecht was toegepast.

3.2. Uitspraak van het Hof

Voor wie?

 

Het Hof stelt allereerst vast dat NV Autobussen D. enkel gebruik maakte van de gunstmaatregel voor de chauffeurs die een dienst op vaste lijnen verzekerden. Daarbij reed de bus ’s ochtends uit van de stelplaats en keerde daar 's avond naar terug.  De chauffeur werd daarbij in de loop van de dag afgelost.

 

Men kon dus de chauffeurs, belast met de ochtendrit, als een ploeg beschouwen en die van de namiddag als een opvolgende ploeg.

 

De vennootschap maakte daarentegen geen gebruik van de vrijstelling voor de chauffeurs die gebroken diensten reden (meestal op de spitsuren ’s ochtends en ’s avonds). Ook was er geen vrijstelling aangevraagd voor de chauffeurs die instonden voor het leerlingenvervoer naar en van de scholen.

 

Algemene principes

 

In haar tussenarrest kwam het Hof ongeveer tot dezelfde conclusies als vermeld onder punt 2.2:

 

  • men moet aan het begrip ploegenarbeid een voldoende ruime invulling geven;
  • het begrip ploeg impliceert niet dat men de werkzaamheden op dezelfde werkplek moet uitvoeren;
  • de aflossing van de ploeg moet niet gebeuren op een vaste werkplaats.
  • een overlapping van de ploegen is mogelijk, maar die mag niet meer bedragen dan een vierde van de dagtaak.

  • men moet de continuïteit verzekeren. Concreet betekent dit voor NV Autobussen D. dat de lijnbussen zonder onderbreking de hele dag moeten kunnen blijven rijden.

 

Verder oordeelde het Hof ook hier dat zowel de inhoud als de omvang van het werk op ploegniveau te beoordelen zijn en niet op het niveau van de werknemer.

 

Inhoud van het werk

 

Op het niveau van de ploeg doet de ochtendploeg hetzelfde werk als de namiddagploeg. Beide verzorgen de dienst van de lijnbussen van de Lijn.

 

Het is niet omdat ze daarbij op verschillende lijnen rijden dat het werk qua inhoud niet hetzelfde zou zijn.

 

Omvang van het werk

 

De wet verduidelijkt niet aan de hand van welke criteria men de omvang van het werk moet beoordelen.

 

Daarom stelt het hof dat de totale duurtijd van de diensten in één ploeg een goed criterium vormt om de omvang van het werk in een ploeg te beoordelen.

Men kan daarbij die totale tijdsduur verdelen in blokjes van telkens een half uur.

 

Uit de concrete situatie van NV Autobussen D. bleek voor sommige ploegen dat die tijdsduur vergelijkbaar was (34 tijdsblokjes voor de ochtendploeg, tegenover 35 tijdsblokjes voor de namiddagploeg).

 

Voor andere ploegen was het Hof van oordeel dat het verschil te groot was: 68 blokjes van een half uur voor de ochtendploeg en 62 blokjes van een half uur voor de namiddag/avondploeg. De ochtendploeg presteerde dus per dag drie uur meer dan de namiddag/avondploeg.

 

Het hof aanvaardt daarom in haar eindoordeel dat het belastingvoordeel deels wordt toegekend. Met name voor die ploegen die qua 'omvang' van het verrichte werk wel vergelijkbaar zijn.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.