Feedback
ella
Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing corona
Losse berichten
Gepubliceerd op 10/07/2020

Om de tewerkstelling extra te ondersteunen komt er voor de maanden juni, juli en augustus 2020 een nieuwe vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

Via deze techniek verkrijgt de werkgever een tussenkomst in de loonkost.

 

De plenaire Kamer keurde op 9 juli 2020 de tekst definitief goed.

 

Voor wie ?

Alle werkgevers die vanaf half maart tot eind mei gedurende één ononderbroken periode van minstens 30 kalenderdagen een beroep deden op tijdelijke werkloosheid, komen in aanmerking.

 

Er geldt wel een uitsluiting voor werkgevers wanneer zij tijdens de periode van 12 maart tot en met 31 december 2020 :

  • een deelneming aanhouden in een vennootschap die gevestigd is in een belastingparadijs of die betalingen aan deze vennootschappen verrichten, tenzij de betaling gerechtvaardigd is;
  • uitkering verrichten aan hun aandeelhouders.

 

Hoeveel?

De vrijstelling bedraagt 50% van het positieve verschil tussen de bedrijfsvoorheffing van de maanden juni, juli en augustus en de bedrijfsvoorheffing van de referteperiode mei, telkens na toepassing van de andere vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

 

De vrijstelling geldt enkel voor werknemers.

 

Op die manier daalt de loonlast voor ondernemingen die hun personeel nu terug aan het werk kunnen zetten.


Opgelet!

Deze bespreking geldt onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Wat betekent dit voor de werkgever?

De vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing is gekoppeld aan tal van voorwaarden.

 

Zoals elke nieuwe regeling roept de nieuwe lastenverlaging een aantal interpretatievragen op. Vermoedelijk zal de fiscus een FAQ-lijst of circulaire publiceren met meer verduidelijking.

 

SD Worx onderzoekt momenteel dan ook een werkbare methode om de vrijstelling te kunnen berekenen. We houden u op de hoogte.

Wat betekent dit voor de publieke sector?

De regeling sluit de publieke sector niet expliciet uit.

 

Contractueel personeel dat met een arbeidsovereenkomst in dienst is bij een overheid, kan eventueel tijdelijk werkloos worden gesteld.

Voor ambtenaren kan dat niet. 

 

Zij kunnen dan ook genieten van de maatregel indien zij voldoen aan de  voorwaarden.

Bron:
Wetsontwerp houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (CORONA III), Kamer, doc. 1390

Juridische inhoud

1. Welke werkgevers komen in aanmerking ?

1.1 Inleiding

Alle werkgevers die vanaf half maart tot eind mei gedurende één ononderbroken periode van minstens 30 kalenderdagen een beroep deden op tijdelijke werkloosheid, komen in aanmerking. Zij mogen de vrijstelling toepassen voor het geheel van hun werknemers.

 

Alle vormen van tijdelijke werkloosheid  komen in aanmerking (zowel overmacht als economische redenen).

 

Er geldt wel een uitsluiting voor werkgevers wanneer zij tijdens de periode van 12 maart tot en met 31 december 2020 :

 

  • een deelneming aanhouden in een vennootschap die gevestigd is in een belastingparadijs of die betalingen aan deze vennootschappen verrichten, tenzij de betaling gerechtvaardigd is;
  • een uitkering verrichten aan hun aandeelhouders.

1.2 30 kalenderdagen ononderbroken systeem van tijdelijke werkloosheid

De betrokken werkgevers maakten gedurende een ononderbroken periode van minstens 30 kalenderdagen tussen 12 maart 2020 en 31 mei 2020, inclusief beide data, gebruik van het stelsel van tijdelijke werkloosheid.

 

Dit is een periode van 30 opeenvolgende kalenderdagen, met inbegrip van weekends en wettelijke feestdagen.

 

Het is niet vereist dat alle werknemers in de onderneming tijdelijk werkloos waren.

 

Het volstaat dat er elke dag van de betrokken periode minstens één werknemer tijdelijk werkloos was binnen de onderneming.

Bovendien moet dit niet noodzakelijk altijd dezelfde persoon zijn. Een systeem waarbij de werknemers alternerend tijdelijk werkloos waren, komt ook in aanmerking.

1.3 Uitgesloten werkgevers

1.3.1 Belastingparadijzen

Men wil vermijden dat het voordeel toekomt aan vennootschappen waarvan men vermoedt dat zij fiscaal optimaliseren via een belastingparadijs.

 

Daarom is de vrijstelling niet van toepassing op vennootschappen die in de periode van 12 maart 2020 tot 31 december 2020:

 

  • ofwel een rechtstreekse deelneming aanhouden in een vennootschap die gevestigd is in een belastingparadijs;
  • ofwel betalingen doen aan dergelijke vennootschappen voor een totaalbedrag van minimum 100 000 euro in de loop van het belastbaar tijdperk.
    Een uitzondering geldt wanneer de vennootschap kan aantonen dat deze betalingen gerechtvaardigd waren. En dus gebeurden in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen die het gevolg zijn van rechtmatige financiële of economische behoeften.

 

Lijst van belastingparadijzen :

  • Republiek Trinidad en Tobago;
  • Europa : Guernsey, Jersey, Monaco, Montenegro en het eiland Man;
  • Bahrein en (alle zeven emiraten van) de Verenigde Arabische Emiraten  : Abu Dhabi, Ajman, Dubai, Fujairah, Ras al Khaimah, Sharjah en Umm al Qaiwain;
  • zeven eilanden in de Stille Oceaan : Marshalleilanden, Federatie van Micronesië, Nauru, Palau, Pitcairneilanden,  Vanuatu, Wallis-en-Futuna;
  • in het Caraïbisch gebied : Anguilla, Bahama's, Bermuda, Britse Maagdeneilanden, Kaaimaneilanden, Saint-Barthelemy en de Turks en Caicos Eilanden;
  • Oezbekistan, Somalië en Turkmenistan.

1.3.2 Uitkeringen aan aandeelhouders

De vennootschap wordt uitgesloten van de maatregel wanneer zij  in de periode van 12 maart 2020 tot 31 december 2020 :

  • een inkoop van eigen aandelen verricht. Het moment van verkrijging van de eigen aandelen is bepalend;
  • een kapitaalvermindering verricht;
  • een dividenden betaalt of toekent;
    Dit bevat:
    • de gewone dividenduitkeringen;
    • de verdeling ten gevolge van overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot;
    • de liquidatiebonus bij vereffening; en
    • de uitkering van liquidatiereserves.

 

Volgens de memorie is het niet de bedoeling dat een vennootschap geniet van voordelen om haar solvabiliteit en liquiditeitsmarges in stand te houden, terwijl ze gelijktijdig middelen onttrekt voor de uitkering aan haar aandeelhouders.

 

De uitkering van een winstpremie aan de werknemers is daarentegen geen obstakel voor het verkrijgen van de vrijstelling.

2. Voor welke werknemers?

De werkgever kan voor al zijn werknemers aanspraak maken op deze steunmaatregel. Zij is niet beperkt tot de werknemers die effectief tijdelijk werkloos waren.

 

De vrijstelling heeft betrekking op de bedrijfsvoorheffing die is ingehouden op de bezoldiging van werknemers.

 

Is uitgesloten van deze vrijstelling: de bedrijfsvoorheffing ingehouden op de vergoedingen van:

 

  • de zelfstandige bedrijfsleider;

  • de bedrijfsleider-werknemer. De bezoldigingen van een bezoldigd bedrijfsleider die zijn mandaat cumuleert met een arbeidsovereenkomst als werknemer in dezelfde onderneming worden op basis van het attractiebeginsel belast als een bedrijfsleidersbezoldiging;

  • de SWAV of SWT'er.

3. Berekening vrijstelling

3.1 Welke bedrijfsvoorheffing komt in aanmerking?

Alle bedrijfsvoorheffing ingehouden op de bezoldiging van werknemers komt in aanmerking, met uitsluiting van  de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op :

 

  • dubbel vakantiegeld, dertiende maand en  achterstallige bezoldiging;
  • opzeggingsvergoedingen met inbegrip van niet-concurrentievergoeding, (extralegale) vertrekpremies,…
  • vervangingsinkomsten, m.a.w. extralegale aanvullingen tijdelijke werkloosheid, extralegale uitkering bij ouderschapsverlof, tijdskrediet,…

 

De bedrijfsvoorheffing op de voordelen toegekend door een buitenlandse vennootschap verbonden met de werkgever komt in aanmerking voor deze vrijstelling. De andere vrijstellingen doorstorting bedrijfsvoorheffing daarentegen mogen hierop niet berekend worden.

3.2 Hoeveel bedraagt deze vrijstelling ?

De vrijstelling bedraagt 50% van het verschil tussen:

 

  • de bedrijfsvoorheffing voor respectievelijk de maanden juni, juli en augustus 2020  en;

  • de bedrijfsvoorheffing voor de maand mei 2020.

 

De bedrijfsvoorheffing is het saldo van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing dat nog doorgestort moet worden NA toepassing van de andere vrijstellingen van doorstorting BV.

 

Deze vrijstelling mag niet meer bedragen dan 20 miljoen euro voor de drie maanden samen.

4. Cumul

Er is cumul mogelijk van de nieuwe vrijstellingsregeling met de bestaande  vrijstellingen van de doorstortingsplicht bedrijfsvoorheffing.

 

De nieuwe vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing wordt toegepast op het restsaldo dat overblijft na de toepassing van alle andere vrijstellingen doorstorting bedrijfsvoorheffing.

 

Hierdoor zullen werkgevers die al genieten van één of meerdere vrijstellingen minder voordeel krijgen uit deze maatregel.

5. Voorbeelden

We lichten de berekening toe aan de hand van enkele voorbeelden die we overnemen uit de memorie van toelichting bij de wet.

 

VOORBEELD 1

 

Een werkgever voldoet aan alle voorwaarden om aanspraak te maken op de nieuwe steunmaatregel. Hij maakt geen gebruik van een andere vrijstelling.

 

Totale bedrijfsvoorheffing mei 2020: 1.000 EUR

Totale bedrijfsvoorheffing  juni 2020: 1.500 EUR

 

De niet door te storten bedrijfsvoorheffing over de maand juni 2020 = 1.500 – 1.000 = 500 x 50% = 250 EUR

 

VOORBEELD 2 : combinatie met een andere vrijstelling

 

Een werkgever stelt 10 onderzoekers te werk en voldoet aan alle voorwaarden om aanspraak te maken op de nieuwe steunmaatregel.

 

Referentieperiode mei 2020

  • 5 onderzoekers waren tijdelijke werkloos;
  • de andere 5 onderzoekers verrichten O&O met masterdiploma.

 

Maand juni 2020

  • 10 onderzoekers werken opnieuw en verrichten O&O.

 

  maand meimaand juni
eerste aangifte BVBelastbare basis20.00040.000
(normale aangifte)Bedrijfsvoorheffing7.50015.000
    
tweede aangifte BVBelastbare basis20.00040.000
(aangifte vrijstelling O&O)Bedrijfsvoorheffing-6.000-12.000
  (= 80% van 7.500)( = 80 % x 15 000 )

 

Hoeveel bedraagt de vrijstelling corona ?

 

Het bedrag van de niet door te storten bedrijfsvoorheffing voor de maand juni 2020 : 

((15.000 -12.000) – (7.500 – 6.000 )) x 50 % = 750 EUR

 

De wetgever veronderstelt in deze voorbeelden dat de bedrijfsvoorheffing geen uitgesloten bedrijfsvoorheffing bevat bijv. bedrijfsvoorheffing op dubbel vakantiegeld. Deze bedrijfsvoorheffing moet uiteraard eerst gezuiverd worden. Dit maakt de berekening nog eens complexer.

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.