Feedback
ella
Corona: overeenkomsten die aanvangen tijdens coronacrisis – opnieuw bijsturing RVA-standpunt
Losse berichten 06/04/2020
Gepubliceerd op 06/04/2020

In onze nieuwsbrief van vorige week brachten we een uitgebreide toelichting over het RVA-standpunt met betrekking tot ‘nieuwe indiensttredingen’ tijdens de coronacrisis.

 

Op 1 april heeft de Minister van Werk alweer over een wijziging in benadering beslist.

 

Hieronder brengen we opnieuw het volledige verhaal over overeenkomsten die aanvangen tijdens de coronacrisis. Daar waar nodig vullen we de tekst aan met de finesses beslist door de Minister (zie schuingedrukte tekst).


Principe

In principe is er voor arbeidsovereenkomsten die nog niet aangevat zijn, wel recht op tijdelijke werkloosheid mogelijk. Het uitgangspunt verandert dus fundamenteel. Er wordt wel op aangedrongen dat partijen te goedertrouw handelen. Het is dus uit den boze om (geantidateerde) overeenkomsten te sluiten met als enige bedoeling tijdelijke werkloosheid te bekomen.

 

Men past dit uitgangspunt nu ook uitdrukkelijk toe voor toekomstige evenementen die afgelast worden (beurs, muziekoptreden, …). Indien de arbeidsovereenkomst niet beëindigd wordt (ook al is de uitvoering definitief onmogelijk), is het mogelijk om die te schorsen en om tijdelijke werkloosheidsuitkeringen te genieten ten laste van de RVA.

 

De RVA waarschuwt! Indien de arbeidsovereenkomst wordt afgesloten op een ogenblik waarop er al twijfel bestaat in hoeverre het evenement nog zal kunnen doorgaan, kan geen tijdelijke werkloosheid worden toegekend. Aan de partijen wordt gevraagd om geen arbeidsovereenkomsten te antidateren. De RVA zal hierop controle uitoefenen.
Een dimona aangifte verricht op een tijdstip vóór 13 maart 2020 kan bijvoorbeeld gelden als een bewijs van goede trouw. Het is ook aangewezen dat documenten die de goede trouw kunnen aantonen worden bijgehouden (bv. al gedrukte programmaboekjes, e-mailverkeer … ).

 

Bovenstaand principe toegepast op specifieke situaties:

 

Situatie 1: nieuwe in diensten


Indien de overeenkomst getekend is vóór de coronacrisis (dus vóór 13 maart 2020) en aanvangt tijdens de coronacrisis kan tijdelijke werkloosheid vanaf aanvang van de overeenkomst mogelijk zijn.

 

Typisch voorbeeld: verandering van dienstbetrekking, waarbij de nieuwe arbeidsovereenkomst werd afgesloten vóór de coronacrisis maar toen niet onmiddellijk kon ingaan omdat de werknemer nog zijn ontslag diende te geven en een opzeg moest presteren. In die omstandigheid kan men in de nieuwe tewerkstelling tijdelijke werkloosheid aanvragen.

 

Indien de overeenkomst getekend is na 13 maart 2020 en aanvangt tijdens de coronacrisis zal men tijdelijke werkloosheid niet aanvaarden, tenzij cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • de indiensttreding is nodig om bedrijfsorganisatorische redenen
    Bijvoorbeeld ter vervanging van een werknemer die een onontbeerlijke schakel is om de werking van het bedrijf te verzekeren;
  • er wordt in de onderneming op regelmatige basis nog gedeeltelijk gewerkt
    Bijvoorbeeld nog stelselmatig op twee dagen per week.

 

Ook hier waarschuwt de RVA!
Arbeidsovereenkomsten mogen in geen geval geantidateerd worden.

De RVA zal hierop controles uitoefenen. Er wordt gevraagd de nodige stukken die de goede trouw aantonen bij te houden. Een dimona aangifte betreffende een tewerkstelling in de toekomst die vóór de datum van 13 maart 2020 werd verricht, kan als een bewijs gelden.

 

Situatie 2: opeenvolgende contracten van bepaalde duur & contract bepaalde duur gevolgd door contract onbepaalde duur

 

Wanneer opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur worden gesloten en één ervan vangt aan tijdens de coronacrisis, kan men tijdelijke werkloosheid inroepen vanaf de aanvang van die overeenkomst indien een voorafgaande arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur:

  • al effectief was aangevat vóór 14 maart 2020;

  • nadien afloopt;

  • maar aansluitend wordt verlengd.

 
De werkgever moet bovendien kunnen aantonen dat de intentie om te verlengen al aanwezig was.

 

Dit laatste is een feitenkwestie. Men kan dit met alle mogelijke bewijsstukken aantonen, zoals contracten en verklaringen van een opdrachtgever, stukken die aantonen dat projecten verlengd werden, …

 

Bovenstaande geldt ook indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur gevolgd wordt door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

 

Situatie 3: verlenging van een vervangingsovereenkomst

 

Wanneer een vervangingsovereenkomst al effectief aanving vóór 14 maart 2020, kan er uiteraard tijdelijke werkloosheid worden ingevoerd.

Indien de te vervangen werknemer langer afwezig is dan voorzien (bijvoorbeeld: de ziekteperiode wordt verlengd, de werknemer krijgt een verlenging van zijn tijdskrediet, …), dan kan de vervanger verder tijdelijk werkloos worden gesteld tijdens de 'verlengde' periode van de vervangingsovereenkomst.

 

Bovenstaande geldt ook indien de vervangingsovereenkomst gevolgd wordt door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

 

Situatie 4: opeenvolgende uitzendovereenkomsten – langere opdrachten

 

Uitzendkrachten aangeworven in het kader van een langere opdracht kunnen tijdelijke werkloosheid corona krijgen, ook in geval van verlenging van de overeenkomst (vb. opeenvolgende weekcontracten).

 

Een langere opdracht betekent dat na het einde van de lopende uitzendovereenkomst normaal gezien een nieuwe overeenkomst zou worden gesloten, mocht er geen sprake zijn van coronacrisis. Dus ook bij verlenging van de overeenkomst in die omstandigheid zal tijdelijke werkloosheid mogelijk zijn.

 

Het uitzendkantoor kan dit aantonen aan de hand van de overeenkomst met de gebruiker.

 

Bovenstaande geldt ook indien de uitzendovereenkomst gevolgd wordt door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

 

Situatie 5: K an een werknemer, die na afloop van een individuele beroepsopleiding (IBO) tijdens de coronacrisis vast in dienst treedt bij de werkgever, onmiddellijk tijdelijk werkloos worden gesteld?

 

Wanneer een IBO normaal ten einde loopt en onmiddellijk wordt gevolgd door een arbeidsovereenkomst waarbij ook onmiddellijk tijdelijke werkloosheid wordt ingevoerd, zal de RVA de uitkeringen als tijdelijk werkloze toekennen.

 

Wanneer een IBO daarentegen vroegtijdig wordt stopgezet en onmiddellijk wordt gevolgd door een arbeidsovereenkomst waarbij ook onmiddellijk tijdelijke werkloosheid wordt ingevoerd, zal de RVA de uitkeringen als tijdelijk werkloze weigeren.

Dit standpunt geldt voor arbeidsovereenkomsten die aanvatten na 29.03.2020.

 

De IBO kan ook, in akkoord met alle partijen, verlengd worden. Voor de RVA is de premie die de gewestelijke dienst zou doorbetalen, cumuleerbaar met de werkloosheidsuitkeringen.

 

Tot slot

De vraag of een werknemer die tijdens de coronacrisis in dienst komt, recht heeft op tijdelijke werkloosheid blijft een moeilijke kwestie.

Het standpunt van de RVA biedt geen antwoord op elke concrete situatie. Uiteraard willen we zo duidelijk mogelijk zijn, maar toch kunnen we niet voor elk geval een volledig sluitend antwoord bieden. Af en toe zal de feitelijke beoordeling door het plaatselijke RVA-kantoor belangrijk zijn.

Bron:
www.rva.be

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.