ella
1. Ten vroegste op 1 januari 2019
Net zoals voor het IBO-systeem in Vlaanderen, overweegt het Waals Gewest om binnenkort zijn 'plan opleiding-inschakeling' (PFI) te hervormen. Het is de bedoeling het systeem eenvoudiger en aantrekkelijker te maken voor de werkgevers. De inwerkingtreding komt er ten vroegste op 1 januari 2019.
2. Nog altijd dezelfde doelen
De filosofie van het PFI is niet veranderd. Het plan wil bedrijven de kans geven een werkzoekende voor hun behoeften op te leiden door deloonkosten voor die periode te verlagen. In ruil daarvoor is de werkgever verplicht om de werkzoekende in dienst te nemen met een arbeidsovereenkomst voor een periode die minstens gelijk is aan de duur van zijn opleiding.
3. Belangrijkste nieuwigheid
De belangrijkste nieuwigheid betreft de manier waarop de stagiair wordt vergoed. De werkgever moet hem of haar niets meer betalen. De FOREM moet de stagiair vergoeden. De stagiair ontvangt van de FOREM een maandpremie die gelijk is aan 20% tot 80% van het GMMI, op basis van schijven die gekoppeld zijn aan het bedrag van de sociale uitkeringen die hij/zij blijft ontvangen.
De werkgever moet de FOREM een vast maandelijks forfait betalen op basis van de loonschaal van het paritair comité van de werkgever. Dat forfait gaat uit van de toekomstige bezoldiging van de werknemer.
4. Elektronisch platform
Er komt er een elektronisch platform waar de werkgevers onder meer hun aanvragen in het kader van het PFI kunnen indienen.
5. Wijzigingen nog mogelijk
Op dit ogenblik heeft de Waalse regering nog maar een ontwerptekst klaar die het Parlement nog moet goedkeuren. Ze zullen waarschijnlijk rekening houden met sommige opmerkingen van de Conseil Économique et Social de Wallonie (CESW). De CESW heeft vooral ernstige bedenkingen bij de vergoedingswijze van de stagiair en het forfait dat de FOREM aan de werkgever aanrekent.
Opgelet!
Wat betekent dit voor de werkgever?
Als het parlementaire proces de normale gang van zaken volgt, kunnen Waalse werkgevers uit de overheids- en privésector volgend jaar gebruikmaken van het nieuwe PFI. Ze zullen minder administratieve rompslomp hebben en ze moeten geen financiële bijdrage meer betalen aan de stagiair, maar alleen aan de FOREM.
Juridische inhoud
1. Ten vroegste op 1 januari 2019
Net zoals voor het IBO-systeem in Vlaanderen, overweegt het Waals Gewest om binnenkort zijn 'plan opleiding-inschakeling' (PFI) te hervormen. Het is de bedoeling het systeem eenvoudiger en aantrekkelijker te maken voor de werkgevers en hun administratieve verplichtingen te verlichten. De inwerkingtreding komt er ten vroegste op 1 januari 2019.
De filosofie van het PFI is niet veranderd. Het plan wil bedrijven de kans geven een werkzoekende op maat van zijn behoeften op te leiden door deloonkosten voor die periode teverlagen. In ruil daarvoor is de werkgever verplicht om de werkzoekende in dienst te nemen met een arbeidsovereenkomst, voor een periode die minstens gelijk is aan de duur van zijn opleiding.
2. Opening naar de overheid
Het nieuwe stelsel zal ook openstaan voor de overheidssector, wat vroeger niet zo was. Alle bedrijven die bij de Kruispuntbank van Ondernemingen zijn ingeschreven, komen in aanmerking voor het PFI. Hun maatschappelijke zetel of vestigingseenheid moet wel in het Franse taalgebied gelegen zijn (dus buiten de Duitstalige Gemeenschap).
3. Kandidaat moet werkzoekende zijn
De kandidaat voor het PFI moet als niet-werkende werkzoekende bij de FOREM, ACTIRIS, VDAB of ADG zijn ingeschreven en in België wonen. Hij behoudt zijn statuut van werkzoekende tijdens de periode van het PFI.
4. CFI en opleidingsplan
Tijdens de periode van het PFI wordt een overeenkomst opleiding-inschakeling (contrat formation-insertion – CFI) gesloten tussen de stagiair, de werkgever en de FOREM. De werkgever moet ook een opleidingsplan opstellen, eventueel met de hulp van de FOREM.
5. Belangrijke nieuwigheden
5.1. Niet ontslaan
De werkgever moet zich ertoe verbinden om geen personeel te ontslaan bij het sluiten van de CFI of bij de daaropvolgende aanwerving van de stagiair. Die verplichting is nu veel eenvoudiger omschreven dan vroeger. Toen moest de werkgever heel wat administratieve formaliteiten vervullen om te bewijzen dat het personeelsbestand van de onderneming was toegenomen door de indienstneming van de stagiair.
5.2. Nieuwe vergoedingswijze van de stagiair
Een tweede belangrijke nieuwigheid betreft de manier waarop de stagiair wordt vergoed. De werkgever moet hem of haar niets meer betalen. De FOREM vergoedt de stagiair.
Zoals al gezegd, blijft de stagiair als werkzoekende ingeschreven en heeft hij in voorkomend geval nog altijd recht op een inschakelings- of werkloosheidsuitkering, leefloon of uitkering voor arbeidsongeschiktheid.
De stagiair ontvangt van de FOREM een maandpremie die gelijk is aan 20% tot 80% van het GMMI, op basis van schijven die gekoppeld zijn aan het bedrag van zijn sociale uitkeringen.
| Categorie | Bedrag van de sociale uitkering per dag | Aantal blokken | Bedrag van de PFI-premie |
| 1 | Geen | 4 | 1.252 EUR |
| 2 | van 13 tot 25,65 EUR | 3 | 939 EUR |
| 3 | van 25,66 tot 38,50 EUR | 2 | 626 EUR |
| 4 | > 38,50 EUR | 1 | 313 EUR |
Iedere stagiair wordt dus in een categorie ondergebracht en ontvangt een identiek forfait. Een blok is 313 EUR waard, namelijk 20% van het GMMI.
5.3. Kosten die aan de stagiair worden terugbetaald
Net als vandaag heeft de stagiair recht op een kostenvergoeding voor de verplaatsing tussen zijn woonplaats en de uitvoeringsplaats van het PFI (bij een afstand van minstens 5 km).
Er komt een nieuwe terugbetaling om de eventuele kosten voor kinderopvang, babysit, crèche of schoolopvang te dekken.
5.4. Maandelijks forfait dat de FOREM aan de werkgever aanrekent
De werkgever moet voortaan aan de FOREM een vast maandelijks forfait betalen op basis van de loonschaal van het paritair comité van de werkgever. Dat forfait gaat uit van de toekomstige bezoldiging van de werknemer.
| Forfait | Bedrag van de toekomstige bezoldiging | Bedrag van het forfait |
| 1 | < 1.700 EUR | 650 EUR |
| 2 | van 1.700 tot 2.000 EUR | 850 EUR |
| 3 | van 2.000 tot 2.300 EUR | 1.050 EUR |
| 4 | van 2.300 tot 2.600 EUR | 1.250 EUR |
| 5 | > 2.600 EUR | 1.450 EUR |
5.5. Evaluatie van de vaardigheden door de werkgever
De werkgever moet een evaluatie maken van de professionele vaardigheden die de stagiair na afloop van de CFI heeft verworven. Hij moet een attest uitreiken voor de verworven professionele vaardigheden tijdens de uitvoering van de CFI en een kopie opsturen naar de FOREM.
5.6. Elektronisch platform
Er komt er een elektronisch platform waartoe de FOREM, de werkgevers en de stagiairs toegang hebben.
Dat platform maakt het mogelijk om:
- de aanvragen in te dienen;
- de ontvangst ervan te bevestigen en ze op te slaan;
- na te kijken of de stagiair aan de voorgeschreven voorwaarden voldoet;
- de CFI's en opleidingsplannen op te slaan;
- de prestaties van de stagiairs in te boeken en
- gegevensstromen naar andere gegevensbanken binnen of buiten FOREM aan te maken.
6. En wat denkt de CESW daarvan?
De werkgeversorganisaties die in de Conseil Économique et Social de Wallonie (CESW) zijn vertegenwoordigd, zijn positief over de hervorming. Ze ondersteunen in ieder geval:
- de vereenvoudiging van de procedures, en
- de modernisering van de beschikbare communicatietools.
De werkgevers hebben echter bedenkingen bij het forfait dat ze aan FOREM moeten betalen. Het nieuwe systeem zal tot een asymmetrie leiden tussen de facturering aan de werkgever en de bezoldiging van de stagiair. In sommige sectoren kan de werkgever aldus meer doorgerekend krijgen dan wat de stagiair ontvangt.
Bovendien zijn de bedragen die de FOREM aan de bedrijven doorrekent, hoger dan de bedragen die de VDAB in het kader van de IBO factureert. De bedragen van beide systemen zouden gelijk moeten lopen.
De CESW merkt ook op dat de vergoeding van de stagiair op basis van blokken niet efficiënt is. Een kleine wijziging in het bedrag van de ontvangen sociale uitkeringen kan tot een sprong naar een andere categorie leiden en een forse schommeling veroorzaken van het forfait dat aan de stagiair wordt uitgekeerd.
Voor de evaluatie van de vaardigheden aan het einde van de opleiding vraagt de CESW zich af of alle werkgevers dit kunnen doen en over de nodige instrumenten beschikken.
De sociale partners vragen dus aan de Waalse regering om met hun opmerkingen rekening te houden. Het gaat voorlopig nog maar om een voorontwerp van decreet dat de Ministerraad en het Waals Parlement nog moeten goedkeuren. Wijzigingen zijn dus nog mogelijk.
