Zowel tijdelijk werklozen als werklozen met bedrijfstoeslag (SWT) kunnen het werk tijdelijk hervatten in een vitale sector. Tijdens de periode van werkhervatting behouden zij 75 % van hun werkloosheidsuitkering.
Deze mogelijkheid bestond al en wordt verlengd tot 30 juni 2021.
We herhalen hier de voornaamste principes.
Vitale sectoren
Onder vitale sectoren verstaat men de land-, tuin- en bosbouw.
Tewerkstelling kan:
- rechtstreeks door een werkgever; of
- als uitzendkracht.
Het betreft tewerkstellingen in de periode vanaf 1 april 2020 tot en met 30 juni 2021.
Ook de zorgsector, het onderwijs en de centra voor contacttracing vallen onder de vitale sectoren.
In dit kader omvat de zorgsector de paritaire comités 318, 319, 330, 331 en 332.
Ook hier geldt dat de betrokkene er ofwel rechtstreeks door een werkgever wordt tewerkgesteld, ofwel als uitzendkracht.
Het betreft tewerkstellingen in de periode vanaf 1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2021.
Ook de vaccinatiecentra vallen onder de vitale sectoren.
Het betreft tewerkstellingen in de periode vanaf 15 februari 2021 tot en met 30 juni 2021.
Maatregel
Tot 30 juni 2021 kunnen de tijdelijk werkloze en de SWT-er het werk tijdelijk hervatten in een vitale sector met behoud van 75% van de werkloosheidsuitkering.
Opgelet voor werkhervatting SWT'er bij ex-werkgever!
De verlenging van deze maatregel is niet voorzien voor de SWT-ers die hervatten in de vitale sectoren van de landbouw, tuinbouw en bosbouw bij hun ex-werkgever.
Dit liep al af op 31 augustus 2020.
Als een SWT-er dus na die datum het werk hervat bij zijn ex-werkgever, verliest hij zijn werkloosheidsuitkering tijdens de werkhervatting.
Als de werkgever in deze situatie de bedrijfstoeslag verder betaalt, is die toeslag als loon onderworpen aan RSZ-bijdragen.
Voor de zorgsector, het onderwijs, contactopsporing en vaccinatiecentra mag de SWT-er wel het werk hervatten bij zijn ex-werkgever met deels behoud van zijn werkloosheidsuitkeringen. Dit geldt in zoverre zijn ex-werkgever behoort tot de zorgsector, het onderwijs, de contactopsporing of de vaccinatiecentra.
Hervat hij het werk bij een andere werkgever, dan behoudt hij ook zijn bedrijfstoeslag. Er zijn geen decava-bijdragen verschuldigd op de bedrijfstoeslag tijdens die periode van werkhervatting.
Als de werkloze met bedrijfstoeslag het werk hervat bij zijn ex-werkgever en die behoort tot de zorgsector, het onderwijs, contactopsporing of vaccinatiecentra, dan beschouwt men dit in het kader van de decava – bijdrageregeling als een werkhervatting van type 1 (werkhervatting bij een andere werkgever).
Er zijn dan geen decava-bijdragen noch gewone RSZ-bijdragen verschuldigd op de bedrijfstoeslag tijdens die werkhervatting, voor zover de werkgever beslist om die verder te betalen.
De kwalificatie als type 1 geldt voor werkhervatting tijdens de periode oktober 2020 tot en met juni 2021.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Wanneer de werkgever een tijdelijk werkloze of SWT-er tewerkstelt, kan dat met behoud van uitkeringen.
De maatregel is enkel van toepassing op werkgevers in vitale sectoren en geldt tot 30 juni 2021.