Werknemers kunnen de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst volledig schorsen of hun arbeidsprestaties verminderen om een zwaar ziek gezins- of familielid bij te staan of te verzorgen.
Een koninklijk besluit brengt enkele wijzigingen aan dit recht aan.
Voor wie kan men dit themaverlof opnemen?
Een personeelslid kan deze vorm van loopbaanonderbreking nemen voor de verzorging van of bijstand aan een gezins- of familielid.
Een gezinslid is elke persoon die samenwoont met de werknemer. Een familielid is een bloed- of aanverwant tot de 2de graad.
Aanverwanten zijn bijvoorbeeld schoonouders en schoonbroers of -zussen. Aanverwantschap kan enkel ontstaan door een huwelijk. Een werknemer die (zelfs wettelijk) samenwoont met een partner, kan het themaverlof niet nemen voor bijvoorbeeld de 'schoonvader'.
Wat wijzigt er?
Vanaf 1 juni 2017 worden gehuwden en wettelijk samenwonenden gelijkgesteld. Ze krijgen dezelfde mogelijkheid om zorgverlof op te nemen voor het verzorgen van schoonfamilie. Een werknemer kan voortaan ook medische bijstand aanvragen voor de kinderen en de ouders van de partner met wie hij/zij wettelijk samenwoont.
Het aantal personen voor wie men de loopbaanonderbreking kan opnemen, wordt wel beperkt.
Vanaf 1 juni 2017 kan de werknemer het zorgverlof voor een familielid nog steeds opnemen voor bloedverwanten tot de 2de graad. Voor aanverwanten daarentegen, beperkt de reglementering vanaf dan de mogelijkheid tot schoonfamilie in de 1ste graad.
Dit betekent dat een gehuwde werknemer vanaf dan geen zorgverlof meer kan opnemen voor bijvoorbeeld zijn schoongrootouders en voor zijn schoonzussen of schoonbroers.
Schematisch:
Grootouders,
2de graad |
||
Ouders, schoonouders en stiefouders
1ste graad |
||
Zussen
2de graad |
Personeelslid, gehuwd of wettelijk samenwonend |
Broers
2de graad |
Kinderen, schoonkinderen en stiefkinderen
1ste graad |
||
Kleinkinderen,
2de graad |
Bewijs
Tot op heden moest de werknemer een attest van de behandelend geneesheer bezorgen aan zijn werkgever. Dit moest gebeuren ten laatste bij het ingaan van de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties. Dit attest vermeldt dat de werknemer bereid is bijstand te verlenen aan de zwaar zieke persoon.
Vanaf 1 juni 2017 moet de behandelende arts bijkomend op het attest aanduiden of de aandoening van de patiënt daadwerkelijk een voltijdse, halftijdse of 1/5de onderbreking of loopbaanvermindering rechtvaardigt, naast de eventuele professionele ondersteuning waarop die persoon kan rekenen.
Deze bijkomende vermelding op het attest is niet vereist wanneer de werknemer de medische bijstand aanvraagt voor een eigen minderjarig zwaar ziek kind of een minderjarig zwaar ziek kind dat een gezinslid is.
Opgelet! Deze wijzigingen gelden niet enkel voor het thematisch verlof ‘bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid’ maar ook voor het tijdskrediet. De cao van tijdskrediet verwijst immers naar de definities uit de wetgeving over het thematisch verlof.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vanaf 1 juni 2017:
- heeft ook de werknemer die wettelijk samenwoont recht op dit verlof om voor schoonfamilie te zorgen;
- wordt de mogelijkheid voor aanverwanten om dit verlof op te nemen beperkt tot schoonfamilie in de 1ste graad;
- moet de behandelend arts bijkomend op het attest aanduiden of de zorgbehoefte daadwerkelijk een loopbaanonderbreking of -vermindering behoeft (behalve wanneer de werknemer de medische bijstand aanvraagt voor een eigen minderjarig zwaar ziek kind of een minderjarig zwaar ziek kind dat een gezinslid is).
Wat betekent dit voor de publieke sector?
Deze nieuwe regeling geldt eveneens voor de lokale besturen.