Op 1 februari 2021 passen de NMBS/SNCB en De Lijn/TEC hun prijzen aan.

 

Wijzigingen werkgeverstussenkomst woon-werkverkeer

 

Trein

 

De tarieven voor de treinkaarten verhogen vanaf 1 februari 2021 met 1,95 %.

Sectoren die verwijzen naar een percentage van de prijs treinkaart, zullen een verhoging moeten doorvoeren.

 

De werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart is op 1 juli 2019 aangepast.

In 2021 wijzigt die tussenkomst niet. Voor sectoren die die forfaitaire tabel toepassen, zal er in 2021 dus niets veranderen.

 

Ander openbaar vervoer

 

Voor de terugbetaling van de vervoerskosten aan de werknemers die zich verplaatsen met de metro, bus, tram of waterbus geldt geen minimumafstand meer sinds 1 juli 2020.

 

Hier maken we een onderscheid tussen:

• de prijs in verhouding tot de afstand;
  De bijdrage is gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart, met als maximum 75% van de werkelijke vervoerprijs.
• de eenheidsprijs;
  De bijdrage is gelijk aan 71,8% van de prijs effectief betaald door de werknemer, met als maximum de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart voor een afstand van 7 km.

 

De prijsstijgingen van de De Lijn en de TEC zullen hier dus ook aanleiding geven tot een aanpassing.

 

Heel wat sectoren voorzien afwijkende bepalingen. Het is dus van belang de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst te raadplegen.

 

Privévervoer

 

Op sectoraal en ondernemingsvlak verwijzen collectieve arbeidsovereenkomsten vaak naar de werkgeversbijdrage in de treinkaart. Die bedragen wijzigen niet in 2021.

 

Toch zijn er sectoren waar de tussenkomst wel stijgt. Dit is het geval:

 

• in sectoren waar de tussenkomst van de werkgever berekend wordt volgens een percentage (volledig of gedeeltelijk) op de treintarieven. De werkgeverstussenkomst zal op dezelfde manier stijgen als de treintarieven.

 

• wanneer de werkgeverstussenkomst verhoogt volgens het indexmechanisme dat in de sector is afgesproken.

 

Overeenkomst derde betaler

 

De tariefverhoging van de NMBS vanaf 1 februari 2021 heeft ook gevolgen voor de derdebetalersregeling.

 

In deze regeling betaalt de werkgever minstens 80 % van de kostprijs van het treinabonnement rechtstreeks aan de NMBS.

De werknemer hoeft zelf niets te betalen. De overheid financiert immers het resterend percentage (ten hoogste 20 %).