Feedback
ella
Impact taxshift voor werkgevers in 2018
Losse berichten
Gepubliceerd op 11/09/2017

Budget loonkosten 2018

Met het oog op de budgetopmaak voor 2018 willen we de impact voor de werkgever van de taxshift in 2018 in herinnering brengen.

 

De taxshift bestaat uit: 

  • een RSZ luik (hervorming patronale bijdragen) van belang voor de werkgever en
  • een fiscaal gedeelte, voornamelijk van belang voor de werknemer.

Het fiscaal luik komt hier niet aan bod.

 

Let op!

In het kader van de taxshift moeten we een onderscheid maken tussen privé-sector en social-profitsectoren.  De hervorming gebeurt voor de social profit (sociale maribel sectoren) niet op dezelfde wijze als voor de privésector. Andere wegen zijn nodig wegens de specifieke financieringssystemen (o.a. sociale maribel) die bestaan in de social profit. 

 

Gewone privé-sector (categorie 1 structurele vermindering)

De taxshift in 2018 betekent concreet voor de private sector:

  • een verlaging van de basiswerkgeversbijdragen tot 25%, maar ook

  • een verdere afbouw van de structurele lastenvermindering.  

 

Impact op loonkost

De vermindering van de werkgeverskost als gevolg van de het verlaagde basistarief wordt in de praktijk afgezwakt door de hervorming van de structurele vermindering.  Vooral het loonniveau van de werknemers bepaalt het effect op de werkgeverskost. In de praktijk zullen de bijdragen vanaf 2018 slechts rond de 1% dalen!

 

U krijgt in dit artikel concrete voorbeelden en cijfers over:

  • de minimale patronale bijdragen 2018 voor grote en kleine ondernemingen in de privésector;
  • patronale bijdragen 2018 voor ondernemingen in het aanvullend PC voor bedienden (PC 200);
  • structurele vermindering 2018 vergeleken met de structurele vermindering 2017 voor werknemers met verschillend loonniveau.

 

Social-profitsector (categorieën 2 en 3 structurele lastenvermindering)

Binnen de social profit moeten we onderscheid maken tussen:

  • sociale maribel werkgevers uit categorie 2 en

  • beschutte werkplaatsen in categorie 3.

 

Categorie 2

De taxshift voor categorie 2 betekent:

  • geen daling van basiswerkgeversbijdragen; In 2018 blijven de patronale bijdragen op het huidige peil ( 32,40%).
  • versterking structurele vermindering door verruiming van de zone lage lonen en invoering van een forfaitaire vermindering voor alle werknemers.

==>In 2018 verhoogt dit forfait tot 49 euro.

 

Categorie 3 = beschutte werkplaatsen

Werknemers mét en zonder loonmatigingsbijdrage moeten we apart behandelen. Voor mindervalide werknemers in erkende beschutte werkplaatsen betaalt de werkgever geen loonmatiging.

 

De taxshift voor categorie 3 betekent:

  • voor valide én mindervalide werknemers een daling van de werkgeversbijdragen:
    • tot 25% voor valide werknemers (mét loonmatiging);
    • tot 19,88% voor mindervalide werknemers (zonder loonmatiging).
  • hervorming structurele vermindering:
    • afbouw voor werknemers mét loonmatiging; Vanaf 2018 verdwijnen forfait en hoge lonencomponent.
    • versterking voor mindervalide werknemers (behoud forfait en verruiming zone lage lonen).In 2018 verdwijnt de hoge lonencomponent,halveert de forfaitaire vermindering, en stijgt de lagelonengrens. 

Wat betekent dit voor de werkgever?

De verlaging van werkgeversbijdragen en wijzigingen in de structurele vermindering vanaf 2018 worden automatisch toegepast op de voorziene tijdstippen voor werkgevers aangesloten bij een erkend sociaal secretariaat. Deze werkgevers dienen zelf geen actie te ondernemen.

 

Werkgevers kunnen terecht bij onze consultants om de impact van de taxshift in 2018 op hun loonkost te laten berekenen.  Een gedetailleerde simulatieberekening volledig op maat van de onderneming is mogelijk.  Neem contact op via legalconsulting@sdworx.com of kmoconsultancy-legal@sdworx.com.

 

Voor klanten van SD Worx uit de LE divisie zullen rapporten met een prognoseberekening voor hun onderneming beschikbaar gesteld worden via het werkgeversportaal 'eDox'.  Zodra ze beschikbaar zijn zal de klant gerichte informatie ontvangen.

Wat betekent dit voor de publieke sector?

De werkgeversbijdragen voor overheidsinstellingen verlagen in de regel niet. De taxshift heeft weinig belang voor de publieke sector.   De meeste statutaire en contractuele personeelsleden van de openbare sector komen immers niet in aanmerking voor de structurele vermindering omdat ze niet onderworpen zijn aan alle takken van de sociale zekerheid.
De contractuele personeelsleden bij autonome overheidsbedrijven vormen een uitzondering. De taxshift speelt voor hen wel, omdat ze onderworpen zijn aan alle takken van de sociale zekerheid.

Juridische inhoud

1. Categorieën structurele vermindering

Wat is 'structurele vermindering'?

De structurele vermindering is een algemeen toepasbare vermindering van patronale socialezekerheidsbijdragen.  Het is een federale maatregel die speelt voor werkgevers in gans België.  De werkgever mag de vermindering toepassen voor al zijn werknemers die volledig onderworpen zijn aan SZ-bijdragen.

 

De grootte van de vermindering verschilt naargelang:

  • de categorie van de tewerkstelling,
  • het loon
  • en de tewerkstellingsgraad van de werknemer in het betrokken kwartaal.

 

In de kwartaalaangifte passen we de vermindering onmiddellijk en automatisch toe zonder extra formaliteiten.   De werkgever kan de structurele vermindering combineren met één doelgroepvermindering.

 

Categorieën

Voor structurele vermindering bestaan er 3 categorieën van tewerkstelling. Per categorie geldt een specifieke berekeningsformule voor de vermindering.

 

  • Categorie 1 is de omvangrijkste groep van werknemers.  Deze categorie bevat tewerkstellingen als arbeider of bediende in de ganse privésector, inbegrepen gezins- en bejaardenhulp. Het is een 'restcategorie' die van toepassing is als de tewerkstelling niet behoort tot categorie 2 of 3.

Tot deze categorie behoren ook het Paleis voor Schone kunsten en de Koninklijke Muntschouwburg sinds 1 april 2016.

 

  • Categorie 2 bevat tewerkstellingen bij een werkgever die aanspraak maakt op Sociale Maribel uitgezonderd gezins- en bejaardenhulp (PC 318, die onder categorie 1 vallen) en erkende beschutte werkplaatsen (=categorie 3).

 

  • Categorie 3 bevat tewerkstellingen als werknemer bij een erkende beschutte werkplaats (PC 327 uitgezonderd de sociale werkplaatsen die onder categorie 1 vallen).

2. Taxshift in 2018: privé-sector

Situering

De taxshift voor de privé-sector (categorie 1 voor structurele vermindering) betekent

een verrregaande hervorming van het bijdragesysteem voor de werkgevers.  Het proces verloopt in stappen en startte vanaf 1 april 2016.

 

De hervorming omvat 2 elementen:

  • een geleidelijke verlaging van de basiswerkgeversbijdragen en

  • een stapsgewijze hervorming van de structurele lastenvermindering.  

 

Het budget dat nodig is om de vermindering van patronale bijdragen te kunnen realiseren,  komt deels vanuit de afbouw van de algemene structurele lastenvermindering.

Het effect van de verlaging van de basiswerkgeversbijdragen wordt in vele gevallen getemperd door de gelijktijdige hervorming van de structurele vermindering.

 

Het doel van de regering met de taxshift is het creëren van een transparanter en eenvoudiger bijdragesysteem en verbetering van de concurrentiekracht van de ondernemingen.  

 

 

1. Basistarief werkgeversbijdragen 25% vanaf 1 januari 2018

Het basistarief aan werkgeversbijdragen daalt van 30% naar 25% vanaf 1 januari 2018.

 

Deze daling van het basistarief is het resultaat van:

  • een daling van de globale bijdragevoet;
  • en een daling van de  loonmatigingsbijdrage.

 

Periodeglobale bijdrageloonmatiging

basistarief

categorie 1

tot 31/12/201722,65 %7,35 %30 %
vanaf 01/01/201819,88 %5,12 %25 %

 

Berekeningswijze 2018

25,00% = 19,88% + (4,27% + (4,27% x 19,88%))

 

Let op!

  • Bovenop deze basisbijdragen zijn een aantal algemene en specifieke bijdragen verschuldigd die de werkgever sowieso moet betalen.  (zie de tabel bij punt 3 en de voorbeelden bij punt 4)
  • Daarbovenop kunnen ook nog sectorale bijdragen verschuldigd zijn. De sector bepaalt de hoogte van dergelijke bijdragen en de voordelen waarvoor ze bestemd zijn.
  • De vermindering van de werkgeverskost als gevolg van de het verlaagde basistarief wordt in de praktijk afgezwakt door de hervorming van de structurele vermindering.

 

2. Vanaf 1 januari 2018: afbouw structurele vermindering categorie 1

Sinds april 2016 wordt de structurele vermindering stapsgewijs hervormd en afgebouwd voor werknemers in de privésector.  1 januari 2018 is een belangrijk moment.  De parameters voor de berekening van het (basis)verminderingsbedrag wijzigen grondig vanaf 2018. 

 

De impact voor de werkgeverskosten kan groot zijn.  Vooral het loonniveau van de werknemers bepaalt het effect op de werkgeverskost.

 

Vanaf 1/1/2018:

  • verdwijnt het basisforfait;
  • verhoogt de lage lonengrens tot 8.850 euro/kwartaal;
  • hellingcoëfficiënt is kleiner vanaf 2018; 
  • verdwijnt het complement voor hoge lonen.

 

CConcrete gevolgen voor de werkgever vanaf 2018:

  • Vanaf 2018 ontvangt de werkgever enkel nog een structurele vermindering van bijdragen voor werknemers met een laag loon (= een voltijds kwartaalloon ≤ 8.850 euro).

  • De groep van werknemers met een 'laag loon' is wel uitgebreid vanaf 2018.

  • De werkgever geniet niet langer een structurele vermindering voor werknemers met hoge lonen.

 

Periodeformule basisvermindering categorie 1
tot 31/12/2017438,00 + 0,1369 x (7.178,76* - S) + 0,0600 x (W- 13.942,47*)
20180,1280 x (8.850,00 - S)

 

S= (voltijds)refertekwartaalloon van de werknemer

W= effectief kwartaalloon van de werknemer

(*) geïndexeerde loongrenzen sinds 1/7/2017

 

 LLet op!

De andere voorwaarden en modaliteiten voor de structurele vermindering blijven verder van toepassing. Denk aan:

  • beperking van het toepassingsgebied tot werknemers onderworpen aan het geheel van de socialezekerheidsregelingen (in de praktijk de 13,07% werknemersbijdrage); 
  • de minimumprestatiegrens van 27,5% voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst minder dan halftijds is; deze grens speelt niet voor werknemers in de horeca;
  • mogelijke pro rata vermindering voor deeltijders en werknemers met onvolledige kwartaalprestaties (< 80% van een voltijder).

 

Voorbeeld 1: refertekwartaalloon van 6000 euro

Voor een werknemer met een refertekwartaalloon van 6000 euro, geniet de werkgever in het 3e kwartaal 2017 een structurele vermindering van 599,27 euro/kwartaal (forfaitaire vermindering van 438 euro + lagelonenvermindering van 161,27 euro).

Vanaf het eerste kwartaal 2018 krijgt de werkgever voor deze werknemer met hetzelfde refertekwataalloon nog slechts een structurele vermindering ten belope van 364,8 euro/kwartaal. 

 

Voorbeeld 2: refertekwartaalloon van 8000 euro

Voor een werknemer met een refertekwartaalloon van 8000 euro, geniet de werkgever in het 3e kwartaal 2017 een structurele vermindering van 438,00 euro/kwartaal (forfaitaire vermindering van 438 euro).

Vanaf het eerste kwartaal 2018 krijgt de werkgever voor deze werknemer met hetzelfde refertekwataalloon nog slechts een structurele vermindering ten belope van 108,80 euro/kwartaal. Er wordt een beperkte lagelonenvermindering toegekend.

 

Voorbeeld 3: refertekwartaalloon van 9000 euro

Voor een werknemer met een refertekwartaalloon van 9000 euro, geniet de werkgever in het 3e kwartaal 2017 een structurele vermindering van 438,00 euro/kwartaal (enkel de forfaitaire vermindering).

Vanaf het eerste kwartaal 2018 krijgt de werkgever voor deze werknemer met hetzelfde refertekwataalloon niet langer een structurele vermindering.  Het refertekwartaalloon is te hoog om nog een structurele vermindering te krijgen. 

 

Voorbeeld 4: refertekwartaalloon van 14.000 euro

Voor een werknemer met een refertekwartaalloon van 14.000 euro, geniet de werkgever in het 3e kwartaal 2017 een structurele vermindering van 441,45 euro/kwartaal (forfaitaire vermindering van 438 euro + hogelonenvermindering van 3,45 euro).

Vanaf het eerste kwartaal 2018 krijgt de werkgever voor deze werknemer met hetzelfde refertekwataalloon niet langer een structurele vermindering. Het refertekwartaalloon is te hoog om nog een structurele vermindering te krijgen. 

3. Algemene werkgeversbijdragen 3e kwartaal 2017

Onderstaande algemene en bijzondere bijdragen betaalt de werkgever bovenop het basistarief.

 

De omvang van deze bijdragen zijn verschillend naargelang:

  • arbeiders of bedienden;

  • grootte van de onderneming;

  • aard van de activiteiten van de onderneming. 

 

Let op!

  • We vermelden de bijdragepercentages voor het Fonds sluiting ondernemingen(FSO) zoals die nu toegepast worden in 2017. Dit kan licht wijzigen in 2018.

  • Voor arbeiders hebben we in de tabel rekening gehouden met de vermindering van het kwartaalpercentage voor jaarlijkse vakantie. Op 1/1/2018 verlaagt dit percentage van 5,61% (sinds 1/1/2017) naar 5,57%.

  • De inning van de bijdrage voor het Asbestfonds (0,01%) gebeurt enkel in het 1e en 2e kwartaal van het kalenderjaar.

 

2018

Arbeider

brutoloon aan 108%

Bediende

brutoloon aan 100%

Kwartaalbijdrage jaarlijkse vakantie 

(enkel voor arbeiders) 

5,57%-

Jaarlijkse bijdrage vakantie

(enkel voor arbeiders)

10,27%-
Speciale bijdrage arbeidsongevallen0,02%0,02%

Asbestfonds

(enkel in 1e en 2e kwartaal)

0,01%0,01%
Tijdelijke werkloosheid en oudere werklozen0,10%0,10%

Speciale bijdrage werkloosheid

(≥ 10 werknemers)

1,69% (inclusief LM)1,69% (inclusief LM)

FSO (< 20 werknemers)

met handels- of industrieel doel

0,19% (inclusief LM)0,19% (inclusief LM)

FSO (≥ 20 werknemers)

met handels- of industrieel doel

0,23% (inclusief LM)0,23% (inclusief LM)
FSO Bijzondere bijdrage0,14% (inclusief LM)0,14% (inclusief LM)

FSO

zonder handels- of industrieel doel

0,02%0,02%

 

FSO = Fonds sluiting ondernemingen

LM = loonmatiging

4. Voorbeelden: privésector (categorie 1)

1. Grote onderneming (minstens 20 werknemers) uit de private sector

Een onderneming met minstens 20 werknemers betaalt vanaf 1 januari 2018 voor zijn bedienden in categorie 1 minimaal volgende bijdragen:

 

1e kw 2018bijdragen bedienden minstens 20 werknemers
25%basisbijdragen
2,19%

algmene bijkomende bijdragen

0,02+0,01+0,1+1,69+0,23+0,14= 2,19

27,19%TOTAAL

 

Dit moet aangevuld worden met eventuele sectorale bijdragen verschillend naargelang het PC waaronder de onderneming thuishoort.

 

Bijvoorbeeld

Voor ondernemingen in het aanvullend paritair comité voor bedienden (PC 200), bedragen de bijdragen voor het 1e kwartaal 2018:

 

1e kw 2018

PC 200 / minstens 20 werknemers

bijdragen bedienden categorie 1

25%basisbijdragen
2,19%

algmene bijkomende bijdragen

0,02+0,01+0,1+1,69+0,23+0,14= 2,19

0,23%sectorale bijdragen in PC 200  
27,42%TOTAAL

 

Voor arbeiders komen hier de bijdragen voor jaarlijkse vakantie bovenop. 

Bovendien kan er voor de arbeiders een andere sectorale bijdrage verschuldigd zijn. 

 

 

2. Kleine onderneming (minder dan10 werknemers) uit de private sector

Een onderneming met minder dan10 werknemers betaalt vanaf 1 januari 2018 voor zijn bedienden in categorie 1 minimaal volgende bijdragen:

 

2018bijdragen bedienden 1 tot 9 werknemers
25%basisbijdragen
0,46 %

algmene bijkomende bijdragen

0,02+0,01+0,1+0,19+0,14=0,46

25,46%TOTAAL

 

Dit moet aangevuld worden met eventuele sectorale bijdragen verschillend naargelang het PC waaronder de onderneming thuishoort.

 

Bijvoorbeeld

Voor ondernemingen in het aanvullend paritair comité voor bedienden (PC 200), bedragen de bijdragen voor het 1e kwartaal 2018:

 

2018

PC 200 / 1 tot 9 werknemers

bijdragen bedienden categorie 1

25%basisbijdragen
0,46 %

algmene bijkomende bijdragen

0,02+0,01+0,1+0,19+0,14=0,46

0,23%sectorale bijdragen in PC 200  (aanvullend PC voor bedienden)
25,69%TOTAAL

 

Voor arbeiders komen hier de bijdragen voor jaarlijkse vakantie bovenop. 

Bovendien kan er voor de arbeiders een andere sectorale bijdrage verschuldigd zijn. 

 

3. Kleine onderneming (minstens 10, maar minder dan 20 werknemers) uit de private sector

Een onderneming met minstens10 werknemers, maar minder dan 20 werknemers, betaalt vanaf 1 januari 2018 voor zijn bedienden in categorie 1 minimaal volgende bijdragen:

 

2018

onderneming met 10 tot 19 werknemers

bijdragen bedienden categorie 1

25%basisbijdragen
2,15 %

algmene bijkomende bijdragen

0,02+0,01+0,1+1,69+0,19+0,14=2,15

27,15%TOTAAL

 

Dit moet aangevuld worden met eventuele sectorale bijdragen verschillend naargelang het PC waaronder de onderneming thuishoort.

 

Bijvoorbeeld

Voor ondernemingen in het aanvullend paritair comité voor bedienden (PC 200) zijn de bijdragen voor het 1e kwartaal 2018:

 

2018

PC 200 / 10 tot 19 werknemers

bijdragen bedienden categorie 1

25%basisbijdragen
2,15 %

algmene bijkomende bijdragen

0,02+0,01+0,1+1,69+0,19+0,14=2,15

0,23%sectorale bijdragen in PC 200  (aanvullend PC voor bedienden)
27,38%TOTAAL

 

Voor arbeiders komen hier de bijdragen voor jaarlijkse vakantie bovenop. 

Bovendien kan er voor de arbeiders een andere sectorale bijdrage verschuldigd zijn. 

5. Taxshift in 2018: Social profit categorie 2

De hervorming voor de social profit sector(sociale maribel sectoren) gebeurt niet op dezelfde wijze als voor categorie 1(gewone privé) omwille van de specifieke financieringsstelsels die in deze sectoren bestaan.  Bovendien krijgen tewerkstellingen uit categorie 2 en 3 een andere behandeling.

De impact op de loonkost in 2018 verschilt sterk naargelang de categorie waartoe de tewerkstelling behoort.

 

Categorie 2

Categorie 2voor de structurele vermindering bevat tewerkstellingen bij werkgevers die aanspraak maken op Sociale Maribel met uitzondering van :

  • gezins- en bejaardenhulp (PC 318) die onder categorie 1 geplaatst worden en
  • erkende beschutte werkplaatsen (PC 327) die categorie 3 vormen.

 

Sociale Maribel is een specifiek systeem van patronale bijdragevermindering van toepassing op werkgevers uit de private en publieke non-profitsector. Een deel van de geïnde socialezekerheidsbijdragen bij werkgevers uit de betrokken sectoren, worden samengebracht in een Sociaal maribel Fonds van de sector of subsector.  En vanuit het sectoraal Fonds worden onder bepaalde voorwaarden tewerkstellingssubsidies verleend aan werkgevers uit de betrokken sector.

 

Voor de privésector behoren werkgevers die ressorteren onder volgende paritaire (sub)comités tot categorie 2 voor de structurele vermindering:  

 

  • PC 330.00 (gezondheidsinrichtingen en -diensten) met uitzondering van de werkgevers onder het paritair subcomité voor de tandprothese;
  • PC 331.00 (Vlaamse welzijns- en gezondheidssector);
  • PC 332.00 (Franstalige, Duitstalige en bicommunautaire welzijns- en gezondheidssector);
  • PC 318 (diensten voor gezins- en bejaardenhulp);
  • PC 318.01 (diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap);
  • PC 318.02 (diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap);
  • PC 319 (opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten);
  • PC 319.01 (opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap);
  • PC 319.02 (opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Franse Gemeenschap);
  • PC 327 (beschutte en sociale werkplaatsen), sociale werkplaatsen zijn evenwel uitgesloten vanaf 01/01/2005;
  • PC 327.01 (beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door Vlaamse Gemeenschap of Vl. Gemeenschapscommissie), uitgezonderd de sociale werkplaatsen;
  • PC 327.02 (beschutte werkplaatsen erkend door Franse Gemeenschapscommissie);
  • PC 327.03 (beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en Duitstalige Gemeenschap);
  • PC 329.00, 01, 02, 03 (socio-culturele sector).

 

Het toepassingsgebied van de maatregel omvat ook een aantal werkgevers die behoren tot de openbare sector onder meer bepaalde ziekenhuizen.

 

 

Geen verlaging werkgeversbijdragen voor categorie 2 in 2018

Het basistarief van de werkgeversbijdragen voor werknemers in categorie 2 daalt niet ingevolge de taxshift.  Het blijft ook in 2018 op het bestaande peil.  Dit betekent een basistarief van 32,40%.  Daar bovenop betaalt de werkgever de algemene en bijzondere bijdragen vermeld in punt 3, plus eventuele sectorale bijdragen. 

 

Wel versterkte structurele vermindering voor categorie 2 in 2018

Werkgevers uit categorie 2 ontvangen sinds 1/4/2016 een versterkte structurele vermindering.  Voor categorie 2 gebeurt er geen afbouw van de structurele vermindering.

 

Vanaf 2018 verhoogt het algemeen forfait.  Het betekent een hogere structurele vermindering voor elke werknemer los van zijn loonniveau. Daarbovenop komt eventueel een extra vermindering omwille van een laag of hoog loon.

 

Periodeformules basisvermindering categorie 2
tot 31/12/201724,00 + 0,2557 x (7.397,24* - S) + 0,0600 x (W- 12,989,19*)
201849,00 + 0,2557 x (7.218,00 - S) + 0,0600 x (W - 12.484,80)

 

S= (voltijds)refertekwartaalloon van de werknemer

W= effectief kwartaalloon van de werknemer

(*)  geïndexeerde loongrenzen sinds 1/7/2017

 

Merk op!

De hoge lonen component blijft bestaan voor categorie 2. Deze component verdwijnt voor categorie 1 en 3 vanaf 1/1/2018.

De actuele geïndexeerde loongrenzen liggen hoger dan de loongrenzen bepaald in de wetgeving vanaf 2018 voor categorie 2. 

 

Alle andere voorwaarden en modaliteiten voor de structurele vermindering blijven verder van toepassing in 2018.

6. Taxshift in 2018: beschutte werkplaatsen (categorie 3)

Categorie 3

Categorie 3 bevat tewerkstellingen als werknemer bij een erkende beschutte werkplaats. Het gaat om werkgevers in PC 327 uitgezonderd de sociale werkplaatsen die onder categorie 1 thuishoren voor de structurele vermindering.

 

 

Daling werkgeversbijdragen voor categorie 3 in 2018

Voor alle werknemers zowel valide als mindervalide werknemers tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen, dalen de werkgeversbijdragen stapsgewijs ingevolge de taxshift.

 

De daling verloopt verschillend voor valide en mindervalide werknemers omdat beschutte werkplaatsen enkel loonmatigingsbijdragen betalen voor valide werknemers .

 

Werknemers mét loonmatiging

Voor werknemers uit categorie 3 mét loonmatiging (=valide werknemers) evolueren de werkgeversbijdragen op identieke wijze als voor werknemers in categorie 1. 

Het basistarief daalt van 30% naar 25% vanaf 1 januari 2018 .

  

Werknemers zonder loonmatiging

Voor mindervalide werknemers uit categorie 3 vermindert de globale basisbijdrage tot 19,88% vanaf 1 januari 2018 (ten opzichte van 22,65% sinds 1/4/2016).

 

 

Structurele vermindering categorie 3

De  berekeningsformules evolueren op verschillende wijze voor de werknemers mét en zonder loonmatiging. 

 

    Werknemers zonder loonmatiging (mindervaliden)

    Periodeformule basisvermindering
    sinds 1/7/2017420,00 + 0,1785 x (8.515,67* - S) + 0,0600 x (W- 12.989,19*)
    2018260,00 + 0,1785 x (8.850,00 - S)

     

    S= (voltijds)refertekwartaalloon van de werknemer

    W= effectief kwartaalloon van de werknemer

    (*) geïndexeerde loongrenzen sinds 1/7/2017

     

    Werknemers mét loonmatiging (valide werknemers)

    Periodeformule basisvermindering
    sinds 1/7/2017438,00+ 0,1369 x (7.803,00* - S) + 0,0600 x (W- 12.989,19*)
    20180,1280 x (9.450,00 - S)

     

    S= (voltijds)refertekwartaalloon van de werknemer

    W= effectief kwartaalloon van de werknemer

    (*) geïndexeerde loongrenzen vanaf 1/7/2017

     

     Merk op!

    • De structurele vermindering voor valide werknemers in beschutte werkplaatsen stemt in grote lijnen overeen met de formules voor categorie 1.
    • De component voor hoge lonen verdwijnt ook voor categorie 3 vanaf 1/1/2018.
    • Voor de mindervalide werknemers blijft er wel een forfaitaire vermindering bestaan.

     

    Oeps,

    Onze excuses, er is iets fout gelopen.

    Probeert u het later eens opnieuw.

    Was deze informatie nuttig voor u?

    Ja Nee

    Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






    Jouw feedback

    De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.