Juridische inhoud

1. Situering

Werknemers die een opleiding willen volgen, kunnen vandaag reeds tijdskrediet nemen met als motief opleiding. De werknemer krijgt hierbij een uitkering van de RVA.

De opleiding moet wel voldoen aan een aantal voorwaarden. Zo moet het gaan om:

• een opleiding erkend door de (Vlaamse, Franse of Duitstalige) Gemeenschap:
• van minstens 360 uur of 27 studiepunten per jaar of;
• van 120 uur of 9 studiepunten per schooltrimester of per ononderbroken periode van 3 maanden;
• onderwijs gegeven in een centrum voor basiseducatie of een opleiding gericht op het bekomen van een diploma of attest van het secundair onderwijs, waarvan de limiet is vastgesteld op:
• 300 lesuren per jaar of;
• 100 lesuren per kwartaal of per ononderbroken periode van 3 maanden.

Aanvullend geeft de Vlaamse Overheid aan de werknemers nog een extra premie, meer bepaald de aanmoedigingspremie opleidingskrediet voor de privésector of de Vlaamse private social profit sector.

Huidige besluiten hervormen dit opleidingskrediet voor de privésector alsook voor de Vlaamse private social profit sector.

Het gaat om een ondersteuningsmaatregel voor werknemers die zich grondig willen bijscholen, heroriënteren of (her)kwalificeren in functie van hun loopbaan en daarom tijdskrediet opnemen.

2. Aanmoedigingspremie privésector: tewerkgesteld in een vestigingseenheid van het Vlaams Gewest

Huidig besluit hervormt het opleidingskrediet. Tegelijkertijd pakt men ook het territoriaal toepassingsgebied aan voor de privésector. Niet enkel voor het opleidingskrediet, maar ook voor de aanmoedigingspremie zorgkrediet.

Om aanspraak te kunnen maken op een aanmoedigingspremie moet de werknemer vandaag tewerkgesteld zijn in het Vlaams Gewest.

Vanaf 1 september 2019 moet de werknemer tewerkgesteld zijn in een vestigingseenheid in het Vlaams Gewest.

3. Aanmoedigingspremie opleidingskrediet privésector: geen sectorakkoord, bedrijfsakkoord of toetredingsakte nodig

Vandaag kan een werknemer uit de privésector (uitgezonderd de social profitsector) maar aanspraak maken op een aanmoedigingspremie wanneer hij tewerkgesteld is in een onderneming met een sectorakkoord, bedrijfsakkoord of toetredingsakte voor de aanmoedigingspremie. Deze akkoorden en de toetredingsakte moeten neergelegd en geregistreerd worden bij de FOD WASO, Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen.  

Werknemers tewerkgesteld in een sector zonder sectorakkoord, bedrijfsakkoord of toetredingsakte kunnen onder bepaalde voorwaarden toch aanspraak maken op een aanmoedigingspremie bij zorgkrediet of opleidingskrediet. Zij vallen dan onder de zogenaamde suppletieve regeling.

Vanaf 1 september 2019 is er geen sectorakkoord, bedrijfsakkoord of toetredingsakte meer vereist waarin het opleidingskrediet voorzien is. Ook de suppletieve regeling voor het opleidingskrediet wordt hierdoor  overbodig.

Let op! Deze vereiste van sectorakkoord, bedrijfsakkoord of toetredingsakte valt niet weg voor de aanmoedigingspremie zorgkrediet en de aanmoedigingspremie voor werknemers van een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering.

4. Scholingsgraad bepaalt opleiding

Om aanspraak te maken op het opleidingskrediet moet het uiteraard gaan om een opleiding die recht geeft op tijdskrediet.

Daarnaast bepaalt de scholingsgraad van de werknemer welk soort opleiding hij mag volgen die recht geeft op een opleidingskrediet:

• voor kort- en middengeschoolden moet het gaan om een arbeidsmarktgerichte opleidingdie in aanmerking komt voor het Vlaams opleidingsverlof, én:

• ofwel onderwijs- of beroepskwalificerend is;

• ofwel leidt naar een knelpuntberoep;

• ofwel een ondernemerschapstraject is.

Ook een loopbaangerichte opleiding die recht geeft op Vlaams opleidingsverlof komt in aanmerking.

Kortgeschoolden beschikken niet over een diploma secundair onderwijs.

Wie middengeschoold is, beschikt ten hoogste over een diploma secundair onderwijs.

• voor hooggeschoolden moet het gaan om een loopbaangerichte opleiding die recht geeft op het Vlaams opleidingsverlof.
  
  Hooggeschoolden beschikken over een diploma van hoger onderwijs.

5. Maximumduur opleidingskrediet

5.1. Huidig systeem

Vandaag kan een werknemer gedurende zijn volledige beroepsloopbaan maximum 2 jaar opleidingskrediet krijgen. Werknemers met 20 jaar anciënniteit krijgen daar een half jaar bij. Wie een knelpuntopleiding of tweedekansonderwijs volgt, kan dit verlengen voor de duur van zijn opleiding. Uiteraard beperkt tot de maximum duur voor het tijdskrediet, motief opleiding (3 jaar).

5.2. Nieuw vanaf 1 september 2019

Huidig besluit heft de Vlaamse beperking in de tijd op.

Voortaan hebben werknemers recht op opleidingskrediet voor de duur van het tijdskrediet, motief opleiding dat zij opnemen. Dit betekent een feitelijke uitbreiding van de maximum duur van 2 naar 3 jaar.

Uiteraard op voorwaarde dat  de werknemer nog voldoende tijdskrediet voor opleiding heeft.

6. Opleidingskrediet ook bij 1/5de vermindering

Ook in geval van een 1/5^de vermindering kan een werknemer voortaan een opleidingskrediet krijgen. Voorheen gold dit enkel bij volledige schorsing of vermindering van prestaties tot 1/2^de.

7. Bedrag opleidingskrediet

Het bedrag van het opleidingskrediet verhoogt aanzienlijk. Het is voortaan gelijk aan de aanmoedigingspremie motief zorg in de Vlaamse social profit.

Deze bedragen kan u vanaf 1 september 2019 terugvinden op de website van de Vlaamse overheid, Departement Werk & Sociale Economie: https://www.werk.be/online-diensten/aanmoedigingspremies

8. Overgangsregeling

Wie een aanmoedigingspremie krijgt voor een opleiding die na 1 september 2019 niet langer meer in aanmerking komt voor het opleidingskrediet, kan de opleiding afwerken met een aanmoedigingspremie conform de oude regelgeving. Deze overgangsmaatregel loopt tot en met 30 juni 2021.