De wet houdende diverse bepalingen inzake fiscale zaken is vandaag gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Hieronder kan u een overzicht terugvinden van de meest relevante punten.
Voordelen toegekend door buitenlandse groepsvennootschappen: ficheplicht en inhouding bedrijfsvoorheffing
De Belgische werkgever moet de bezoldigingen en voordelen van alle aard die een buitenlandse groepsvennootschap vanaf 1 januari 2019 toekent, vermelden op de fiscale fiche. Vanaf 1 maart 2019 moet de werkgever voor deze bezoldigingen en voordelen van alle aard ook bedrijfsvoorheffing inhouden en doorstorten aan de Belgische belastingadministratie. Meer informatie vindt u in onze nieuwsbrief van 24 januari 2019.
Aanpassing regeling sociaal passief eenheidsstatuut
Werkgevers kunnen binnen bepaalde grenzen en voorwaarden een deel van de winst of baten fiscaal vrijstellen. Ze doen dit door een belastingvrije provisie eenheidsstatuut aan te leggen voor de kosten die de onderneming moet dragen in geval van ontslag.Deze vrijstelling sociaal passief eenheidsstatuut werd ingevoerd in 2014, maar zal pas effectieve gevolgen hebben vanaf 2019. De regering sleutelde inmiddels aan de regeling. De vrijstelling wordt beperkt door de voorziening voor de ontslagkost telkens te spreiden over 5 jaar. Daarnaast wordt de regeling op een aantal essentiële punten aangepast of verduidelijkt, bijvoorbeeld voor wat de berekeningsbasis betreft. De aanpassingen treden in werking op 1 januari 2019. Voor meer informatie verwijzen we u naar onze nieuwsbrief van 1 februari 2019.
Gedeeltelijke fiscale vrijstelling beëindigingsvergoeding: afschaffing overgangsregeling
De gedeeltelijke fiscale vrijstelling van de beëindigingsvergoeding werd in het kader van de eenheidsstatuut vanaf 1 januari 2014 afgeschaft. Voor lopende beëindigingen gold een overgangsregeling. Deze overgangsregeling is nu volledig uitgedoofd en wordt dan ook definitief opgeheven voor vergoedingen ontvangen vanaf 1 januari 2019.
Deze opheffing heeft in principe geen gevolgen voor de werkgever. Meer informatie vindt u in onze nieuwsbrief van 4 februari 2019.
Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen: verdeling vrijstelling in eindbelasting bij overschrijding plafond fiscale vrijstelling
Voor niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen geldt een fiscale vrijstelling van maximaal 2.941 EUR (inkomsten 2019). Elke belastingplichtige kan deze fiscale vrijstelling slechts éénmaal per belastbaar tijdperk genieten in de personenbelasting. Dit geldt ook voor een belastingplichtige die dit voordeel, zowel in de hoedanigheid van werknemer als van werknemer-bedrijfsleider, verkrijgt. Tot op heden mocht deze belastingplichtige de vrijstelling in de aangifte personenbelasting naar goeddunken verdelen over beide voordelen. De fiscus legt deze vrije keuze nu aan banden, wanneer het totale bedrag van de bonussen het vrijgestelde fiscaal plafond overschrijdt. Deze bepaling treedt in werking vanaf 1 januari 2019 (inkomsten 2019 - aanslagjaar 2020). Meer informatie vindt u in onze nieuwsbrief van 4 februari 2019.
Begrip Europese KMO krijgt autonome definitie in het fiscaal wetboek
In het kader van de vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing ‘steunzones’ bestaat een specifieke omschrijving van de 'Europese KMO'. Deze krijgt nu een autonome definitie als 'middelgrote onderneming' in het fiscaal wetboek Voor de omschrijving van 'ondernemingen in moeilijkheden' vindt eenzelfde ingreep plaats. Het grote voordeel van het gebruik van autonome definities, is dat men deze ook kan gebruiken in andere fiscale regelingen, zonder steeds de volledige omschrijving te moeten herhalen. Deze aanpassingen gelden vanaf 1 januari 2019. Meer informatie vindt u in onze nieuwsbrief van 4 februari 2019.