Feedback
ella
Vlaanderen : actiever arbeidsmigratiebeleid voor niet-EU-onderdanen tegen 2019
Uit de wandelgangen van de overheid
Gepubliceerd op 07/08/2018

Zoals aangekondigd in de nieuwsbrief van 15 juni 2018, wil de Vlaamse overheid een actiever arbeidsmigratiebeleid voor niet-EU-onderdanen invoeren. De visienota die toen werd besproken, werd vertaald in een ontwerpbesluit dat de Vlaamse Ministerraad recent goedkeurde.

 

De nieuwe wetgeving zal op 1 januari 2019 in werking treden.

 

1. Vooral focus op hoogopgeleide profielen

 

De focus ligt vooral op het aantrekken van hoogopgeleide buitenlandse profielen.

 

Vandaag is het uiteraard al mogelijk om dergelijke profielen aan te werven, maar toch ondervinden bedrijven nog te veel drempels om de juiste personen te vinden. De Vlaamse regering wil die drempels wegwerken zodat de arbeidsmigratie vlotter kan verlopen.

 

Een niet-EU-onderdaan zal in de toekomst nog steeds een 'toelating tot arbeid' (een arbeidskaart of binnenkort een single permit) nodig hebben.  

 

De huidige procedure (aflevering van een arbeidsvergunning aan de werkgever en van een arbeidskaart aan de werknemer) blijft behouden voor:

  • tewerkstellingen korter dan 90 dagen,

  • grensarbeiders en,

  • au-pairs.

 

Voor een tewerkstelling langer dan 90 dagen is de nieuwe gecombineerde procedure van toepassing die tot de aflevering van een single permit of een ander gelijkwaardig document zou moeten leiden. De nieuwe gecombineerde procedure werd besproken in een nieuwsbrief van 19 februari 2018.

 

2. Geen vaste loongrenzen meer

 

Hoogopgeleide buitenlandse profielen kunnen vrij gemakkelijk een toelating tot arbeid krijgen. Die komen in grote lijnen overeen met de huidige profielen. De grootste wijziging ligt bij de loongrens die voor de hoge profielen gevraagd wordt. Er wordt niet meer met vaste loongrenzen gewerkt.

 

Hooggeschoolden moeten momenteel minstens 40.972 EUR per jaar verdienen om in aanmerking te komen voor een arbeidskaart. Voor leidinggevenden ligt de jaarlijkse loongrens zelfs hoger, namelijk 68.356 EUR. Gezien de grote diversiteit aan functies en sectoren binnen deze hoogopgeleide profielen, wordt er vanaf volgend jaar overgestapt naar een marktconform loon.

 

 

3. Mogelijke duurtijd tot 3 jaar

 

Momenteel worden toelatingen tot arbeid in principe voor maximum 1 jaar toegekend. Voor onder meer hooggeschoolden en leidinggevenden zal de maximale termijn binnenkort tot 3 jaar kunnen oplopen.

 

4. Huidige doorlooptijden gehandhaafd?

 

De Vlaamse overheid heeft in principe 120 dagen de tijd om een toelating tot arbeid af te leveren. Maar in de begeleidende nota van het ontwerpbesluit laat de Vlaamse overheid weten dat ze hun best zullen doen om de huidige kortere doorlooptijden te handhaven.


Opgelet!

Deze bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten. Amendementen zijn dus nog steeds mogelijk waardoor de regeling zoals hier beschreven nog kan wijzigen. Deze bespreking geldt tevens onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Bron:
Ontwerpbesluit van de Vlaamse regering houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers

Intro

Zoals aangekondigd in de nieuwsbrief van 15 juni 2018, wil de Vlaamse overheid een actiever arbeidsmigratiebeleid voor niet-EU-onderdanen invoeren. De visienota die toen werd besproken, werd vertaald in een ontwerpbesluit dat de Vlaamse Ministerraad recent goedkeurde.

 

De nieuwe wetgeving zal op 1 januari 2019 in werking treden.

Context

De nieuwe regels zouden een oplossing bieden voor de talrijke openstaande knelpuntberoepen, maar ook bijdragen tot de groei van Vlaanderen als innovatieve kenniseconomie. Specifieke kennis en vaardigheden zijn in dit kader essentieel voor de productiviteit en competitiviteit van onze bedrijven.

 

De focus ligt dus vooral op de hoogopgeleide buitenlandse profielen.

 

Vandaag is het uiteraard al mogelijk om dergelijke profielen aan te trekken, maar toch ondervinden bedrijven nog te veel drempels om de juiste personen te vinden. De Vlaamse regering wil die drempels wegwerken zodat de arbeidsmigratie vlotter kan verlopen.

Juridische inhoud

1. Eerst op eigen arbeidsmarkt blijven kijken

Het basisprincipe blijft. Buitenlands potentieel wordt pas aangetrokken, indien onze eigen arbeidsmarkt geen geschikte kandidaten ter beschikking heeft. En men deze evenmin na kortlopende opleidingen kan verwerven. Men blijft dus eerst naar de Vlaamse arbeidsmarkt kijken en vervolgens naar beschikbaarheden op de Brusselse, Waalse en Europese arbeidsmarkten. Pas daarna kijkt men naar niet-EU-landen.

2. In principe toelating tot arbeid nodig

Een niet-EU-onderdaan moet nog steeds een toelating tot arbeid (een arbeidskaart of binnenkort een single permit) hebben.  

 

De huidige procedure (aflevering van een arbeidsvergunning aan de werkgever en van een arbeidskaart aan de werknemer) blijft behouden voor:

  • tewerkstellingen korter dan 90 dagen,

  • grensarbeiders en,

  • au-pairs.

 

Voor een tewerkstelling langer dan 90 dagen is een nieuwe gecombineerde procedure (single permit) van toepassing. De betrokken buitenlander moet zijn hoofdverblijfsplaats in België vestigen. Daarom komen grensarbeiders niet in aanmerking voor de nieuwe gecombineerde procedure. 

3. Toelating tot arbeid is beperkt tot 1 werkgever

De toelatingen blijven in principe beperkt tot de tewerkstelling bij één werkgever.

 

Er zijn wel twee nieuwigheden:

 

  1. in geval van detachering door een buitenlandse werkgever zal een buitenlandse werknemer binnenkort prestaties kunnen verrichten voor verschillende gebruikers in het Vlaamse Gewest. De voorwaarde is wel dat de detacheringsovereenkomst duidelijk en op voorhand de gegevens opgeeft;

  2. indien de buitenlandse werknemer twee jaar gewerkt heeft met een Europese blauwe kaart, kan die nadien voor elke werkgever werken. Voorwaarde is dat hij de minimale jaarloongrens blijft genieten (zie verder).

4. Vrijstellingen voor bepaalde buitenlanders

Bepaalde buitenlanders hebben geen 'toelating tot arbeid' nodig om bij ons aan de slag te kunnen. De meeste categorieën komen overeen met de huidige vrijstellingen. Het gaat meestal om opdrachten van zeer korte duur in ons land. Om de vrijstelling te bekomen moet de werkgever wel eerst een Limosa-aangifte doen. 

 

Ik som hieronder enkele nieuwigheden op:

  • de werknemers van een buitenlandse werkgever die maximum 3 maanden naar België komen om een opleiding te volgen bij de Belgische zetel van een bedrijf dat deel uitmaakt van een internationaal groep van ondernemingen. Deze mogelijkheid bestond al, maar was beperkt tot de onderdanen van de OESO-landen of van landen waarmee België een verdrag inzake tewerkstelling had gesloten;

  • de leidinggevende-ICT, de specialist-ICT of stagiair-werknemer-ICT die maximum 90 dagen hier verblijft en die een marktconform loon verdient. Indien het verblijf in België langer is, dan moet de betrokken werknemer een 'toelating tot arbeid' krijgen (zie verder).

  • gedetacheerde werknemers die niet onderworpen zijn aan de Limosa-aangifte, zijn ook vrijgesteld van de 'toelating tot arbeid', indien ze hier niet langer dan 3 maanden verblijven.

5. Toelatingen tot arbeid voor bepaalde duur

Bepaalde profielen van buitenlanders kunnen vrij gemakkelijk een toelating tot arbeid voor bepaalde duur krijgen. Die komen in grote lijnen overeen met de huidige profielen. De grootste wijziging ligt bij de loongrens die voor de hoge profielen gevraagd wordt.

5.1. Vooral voor hooggeschoolde profielen

Ik som hieronder een aantal gevallen op waarmee we vaak te maken krijgen in de praktijk:

  • hooggeschoold personeel. De betrokken persoon moet over een diploma van het hoger onderwijs beschikken, een marktconform loon verdienen en de studies moeten minstens 3 jaar geduurd hebben;

  • leidinggevend personeel dat een marktconform loon verdient;

  • hooggeschoold personeel dat in aanmerking komt voor een Europese blauwe kaart. Ook hier moet de buitenlandse werknemer over een diploma van het hoger onderwijs beschikken en hij moet een brutojaarloon van minstens 52.978 EUR verdienen.

 

Zoals nu al het geval is, mogen de drie bovenvermelde categorieën al in België zijn vooraleer de werkgever de toelating tot arbeid heeft verkregen. Voor hen moet er geen arbeidsmarktonderzoek gebeuren.

 

Voor de twee eerste categorieën wordt er niet meer met vaste loongrenzen gewerkt. Hooggeschoolden moeten momenteel minstens 40.972 EUR per jaar verdienen om in aanmerking te komen voor een arbeidskaart. Voor de leidinggevenden ligt de jaarlijkse loongrens zelfs hoger, namelijk 68.356 EUR. Gezien de grote diversiteit aan functies en sectoren binnen deze hoogopgeleide profielen, wordt er vanaf volgend jaar overgestapt naar een marktconform loon.

 

De toeslagen die rechtstreeks verbonden zijn aan de detachering van de werknemer, worden beschouwd als een deel van de loonvoorwaarden. Behalve als deze niet worden uitgekeerd als vergoeding van onkosten die daadwerkelijk gemaakt zijn in verband met de detachering, zoals reiskosten, verblijfskosten en kosten voor voeding.

5.2. Intra Corporate Transferees (ICT)

Een categorie van werknemers waarmee we waarschijnlijk ook te maken zullen hebben, zijn de leidinggevenden ICT, specialisten ICT en stagiairs-werknemers-ICT die langer dan 90 dagen in België actief zullen zijn.

 

Volgende voorwaarden moeten vervuld worden om de toelating tot arbeid te krijgen:

  • de gastentiteit (Belgische firma) en de buitenlandse firma behoren tot dezelfde (groep van) onderneming(en);

  • de overgeplaatste werknemer is al 3 maanden in dienst als leidinggevende, specialist of stagiair-werknemer;

  • de overgeplaatste werknemer toont hogere beroepskwalificaties aan, aan de hand van een diploma van hoger onderwijs voor de leidinggevende-ICT en de specialist-ICT, en aan de hand van een universitair diploma voor de stagiair-werknemer-ICT;

  • de overgeplaatste werknemer verdient een marktconform loon.

 

De ICT-mensen mogen nog niet in België verblijven vooraleer de 'toelating tot arbeid' aan de werkgever wordt afgegeven.

 

5.3. Mogelijke duurtijd tot 3 jaar

Toelatingen tot arbeid van bepaalde duur worden, in principe, voor maximum 1 jaar toegekend. Voor de hooggeschoolden, leidinggevenden, bezitters van een blauwe kaart, navorsers, onderzoekers en leidinggevenden/specialisten ICT kan de maximale termijn tot 3 jaar oplopen. Dit is nieuw en geeft mogelijkheden aan de betrokken werkgevers om niet elk jaar de toelatingen tot arbeid te moeten verlengen.

6. Toelatingen tot arbeid voor onbepaalde duur

De buitenlander krijgt ook de mogelijkheid om een toelating voor onbepaalde duur te verkrijgen. In de twee volgende gevallen:

  • wanneer hij wettig in België verblijft en hij bewijst dat hij al 4 jaren bij ons gewerkt heeft in de 5 laatste jaren die de aanvraag voorafgaan. Dit geldt ook voor de hooggeschoolden profielen;

  • wanneer hij het statuut van langdurig ingezetene in een ander EU-Lidstaat verkregen heeft, hij wettig in België verblijft en hij bewijst dat hij hier al 12 maanden gewerkt heeft tijdens de 18 maanden die de aanvraag voorafgaan.

 

Voor de toelating voor onbepaalde duur moet de werknemer zelf de aanvraag doen bij de bevoegde migratiedienst van zijn woonplaats. Met deze toelating kan de werknemer bij het om het even welke werkgever werken en de werkgever moet geen arbeidsvergunning meer krijgen.

7. Aantrekken van middengeschoolden via dynamische lijst van knelpuntberoepen

Naast de nood aan hooggeschoold personeel is er ook behoefte aan specifieke technische geschoolde mensen voor bepaalde sectoren. Vlaanderen heeft in het verleden buitenlandse werknemers toegelaten tot specifieke knelpuntberoepen. Die mogelijkheid was echter alleen toegankelijk voor de nieuwe EU-onderdanen en de langdurige EU-ingezetenen. Hiertoe werd in 2006 een knelpuntberoepenlijst opgesteld. Maar die lijst werd nooit bijgewerkt.

 

Men denkt dus nu aan een dynamische knelpuntberoepenlijst voor middengeschoolde profielen, die regelmatig zal aangepast worden.

8. Tijd voor de aflevering van toelatingen tot arbeid

De Vlaamse overheid heeft in principe 120 dagen de tijd om een toelating tot arbeid af te leveren. Voor de seizoenarbeiders is de termijn naar 90 dagen verlaagd. Maar in de begeleidende nota van het ontwerpbesluit laat de Vlaamse overheid weten dat ze hun best zullen doen om de huidige kortere doorlooptijden te handhaven.

Gevolgen voor de werkgever

Specifieke aandachtspunten

Vanaf 1 januari 2019 zullen werkgevers rekening moeten houden met een nieuwe Vlaamse arbeidsmigratiewetgeving. De andere Gewesten hebben op dit moment nog niet aangegeven of ze hun wetgeving ook grondig zullen hervormen. Vlaanderen is in ieder geval de eerste in de rij.

 

Oeps,

Onze excuses, er is iets fout gelopen.

Probeert u het later eens opnieuw.

Was deze informatie nuttig voor u?

Ja Nee

Welke van de volgende beschrijft jouw feedback het best?






Jouw feedback

De versie van de browser die U gebruikt is niet optimaal voor deze website. De meeste functies zullen niet goed werken. De versie die u gebruikt wordt ook niet meer ondersteund door Microsoft en hierdoor loopt u security risico’s. Om de veiligheid en privacy van uw data te kunnen blijven garanderen, raden wij aan om zo snel mogelijk naar Internet Explorer 11 te upgraden of de laatste versie van een andere browser te gebruiken.