Zoals je in een vorige nieuwsbrief kon lezen, wordt binnenkort het statuut van de verenigingswerker in het leven geroepen.
Dit statuut maakt deel uit van een groter juridisch kader waarbinnen particulieren onbelast zullen kunnen bijklussen. Je zal voor een organisatie kunnen werken en men spreekt dan van 'verenigingswerk'. Maar je kan ook activiteiten voor andere particulieren verrichten ('peer to peer' activiteiten) of binnen het kader van een erkend elektronisch platform ('deeleconomie').
Het was de bedoeling om het nieuw juridisch kader op 1 januari 2018 in werking te laten treden. Echter gezien de vele negatieve reacties (onder andere van de NAR en de Raad van State) geeft de Regering zich meer tijd om de nodige contacten met de betrokken stakeholders (federaties, vrijwilligersorganisaties,…) te leggen vooraleer de nieuwe regelgeving van kracht wordt.
De inwerkingtreding wordt dus naar 20 februari 2018 verschoven.
Zoals eerder ook aangehaald mogen de in dit kader betaalde vergoedingen bepaalde grenzen niet overschrijden, namelijk 1.000 EUR per maand en 6.000 EUR per jaar.
De maandgrens wordt nu tot 500 EUR gereduceerd. Dit wil zeggen dat indien een verenigingswerker in een bepaalde maand meer dan 500 EUR verdient (mogelijks samen met zijn 'peer to peer' activiteiten), het hele inkomen van deze maand als beroepsinkomen wordt beschouwd.
Het nieuw juridisch kader wordt in de relancewet opgenomen. De ontwerptekst hiervan wordt zeer binnenkort bij de Kamer ingediend en zal ongetwijfeld tot interessante debatten leiden.
Opgelet!