ella
Kroniek van het maatwerk
Op 1 april 2015 trad het Vlaamse maatwerkdecreet een eerste maal in werking.
Hierdoor kwam een einde aan de opdeling in beschutte en sociale werkplaatsen. Voortaan was er enkel nog sprake van maatwerkbedrijven.
Nog geen jaar later schorste de Raad van State de maatwerkregelgeving. Daardoor trad op 8 februari 2016 het vroeger regelgevend kader inzake beschutte en sociale werkplaatsen opnieuw in werking.
De doorstart
Met een nieuw uitvoeringsbesluit schept de Vlaamse regering duidelijkheid over de toekomst van het maatwerkverhaal.
Dit maatwerk-bis-besluit zorgt ervoor dat de maatwerkregelgeving op 1 januari 2019 definitief in werking treedt.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Vandaag zijn er heel wat verschillen in de loon-en arbeidsvoorwaarden tussen werknemers in beschutte en sociale werkplaatsen.
Een eerste stap in de harmonisatie van deze voorwaarden was de aanpassing van het toepassingsgebied van PC 327.01. Sinds 14 juli 2016 is PC 327.01 ook bevoegd voor de maatwerkbedrijven.
Voortaan kunnen dus cao's van toepassing op maatwerkbedrijven worden afgesloten. Voorlopig is dat nog niet het geval.
Wordt vervolgd…
Context
Het maatwerkdecreet maakt een einde aan de huidige opdeling in beschutte en sociale werkplaatsen.
Dit betekent dat er vanaf 1 januari 2019 enkel nog maatwerkbedrijven zullen zijn. De kernactiviteit van deze bedrijven is de tewerkstelling van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Daarnaast krijgen reguliere bedrijven de kans om binnen de eigen werking een maatwerkafdeling op te richten. Voorwaarde is dat minstens 5 VTE met een grote afstand tot de werkvloer worden tewerkgesteld.
Het maatwerkdecreet stelt niet alleen een eenduidig tewerkstellingskader vast. Ook het financieringsmodel verandert volledig.
De ondersteuning vertrekt niet langer van forfaitaire subsidies, maar wordt via het rugzakprincipe aan een individu gekoppeld.
Juridische inhoud
1. Overgangsperiode tot 31 december 2018
Het nieuwe regelgevend kader treedt pas op 1 januari 2019 in werking.
Tot die datum blijft de huidige regelgeving beschutte en sociale werkplaatsen van kracht.
Enige uitzondering vormt het werkondersteuningspakket van doelgroepwerknemers in dienst op 31 maart 2017. Zij hebben vanaf 1 april 2017 recht op werkondersteunende maatregelen volgens het maatwerkverhaal.
De Vlaamse Regering belooft dat werkplaatsen uiterlijk op 1 januari 2018 de impact van het nieuwe systeem zullen kunnen simuleren.
2. Toegekende maatwerkfinanciering blijft behouden
Het feit dat de nieuwe regelgeving pas op 1 januari 2019 in werking treedt, neemt echter niet weg dat de al toegekende maatwerkfinanciering behouden wordt.
De subsidiëring die in de periode 1 april 2015 tot 8 februari 2016 rechtsgeldig werd toegekend, moet niet herberekend worden.
3. Rugzakprincipe
3.1. 3 types steun
Men maakt een onderscheid tussen:
- werkondersteunende maatregelen (loonpremie en begeleidingspremie); en
- organisatieondersteunende maatregelen.
De loonpremie bestaat uit een percentage van de loonkost van de betrokken werknemer.
De begeleidingspremie bestaat uit een forfaitaire en variabele vergoeding in functie van de begeleidingsnood van de betrokken doelgroepwerknemer: laag, midden of hoog.
De premie voor organisatieondersteuning compenseert de kosten verbonden aan het aanpassen van de productieprocessen aan de noden van de doelgroepwerknemers
3.2. Inschaling van de bestaande doelgroepen
Voor de omzetting van de werknemers in de huidige beschutte en sociale werkplaatsen wordt een collectieve inschaling naar modules gemaakt.
Men maakt een onderscheid tussen:
- doelgroepwerknemers die op 31 maart 2017 in dienst zijn; en
- doelgroepwerknemers die in dienst treden tussen 1 april 2017 en 31 december 2018.
3.2.1. Doelgroepwerknemers in dienst op 31 maart 2017
Voor deze groep is het streefdoel een financiële status quo bij hun overstap naar het maatwerkverhaal.
- De personen met een arbeidshandicap met een hoge ondersteuningsnood (zwakke PMAH) hebben vanaf 1 april 2017 recht op een loonpremie van 60% en een begeleidingspakket hoog.
- Dezelfde inschaling geldt voor de personen met een psychosociale problematiek (PSP) in de huidige sociale werkplaatsen.
- De personen met een arbeidshandicap met iets lagere ondersteuningsnood (niet-zwakke PMAH) krijgen vanaf 1 april 2017 een loonpremie van 45% en een begeleidingspakket midden.
3.2.2. Doelgroepwerknemers die in dienst treden tussen 1 april 2017 en 31 december 2018
Voor deze groep geldt volgend onderscheid:
- De doelgroepwerknemers met een psychosociale problematiek (PSP) die
werken in een sociale werkplaats ontvangen een werkondersteuningspakket op basis van een ICF-screening door VDAB. VDAB schaalt hen in op ofwel 45% loonpremie en begeleidingspakket hoog of 60% loonpremie en begeleidingspakket hoog.
De personen met een arbeidshandicap met een hoge ondersteuningsnood (zwakke PMAH) krijgen 60% loonpremie en begeleidingspakket hoog. Terwijl de personen met een arbeidshandicap met iets lagere ondersteuningsnood (niet- zwakke PMAH) recht hebben op 45% loonpremie en begeleidingspakket midden.
De personen die toegeleid worden op basis van de criteria sociale werkplaats, maar
die na screening op basis van ICF niet zouden voldoen aan de criteria voor maatwerk ontvangen bij omzetting een loonpremie van 45% en begeleidingspakket hoog.
